Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Voorvragen
Dit verweer slaagt niet.
2.De relevante schriftelijke stukken
d.d. 14 januari 2020;
- een kopie van het personaliablad van de opgeëiste persoon, te weten een Albanees nationaal paspoort nummer [nummer] .
3.De overwegingen
De uitlevering van de opgeëiste persoon wordt verzocht in verband met strafvervolging ter zake van de verdenking dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten waarvoor zijn aanhouding is gelast zoals omschreven in het hiervoor genoemde aanhoudingsbevel, te weten (kort gezegd) handel in verdovende middelen.
Het schrijven van Olivia Dilonardo, officier van justitie van de Republiek en het kanton van Genève te Zwitserland van 14 januari 2020, vermeldt – samengevat – dat de opgeëiste persoon ervan wordt verdacht in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 17 juli 2018, tezamen met anderen, de invoer naar Genève van meerdere kilo’s cocaïne en heroïne te hebben georganiseerd, dan wel hiertoe opdracht te hebben gegeven. Ook wordt hij ervan verdacht de ingevoerde drugs te hebben opgeslagen en doorverkocht in Genéve. Daarbij heeft deze officier van justitie, Dilonardo, concreet aangegeven dat de opgeëiste persoon ervan wordt verdacht:
- in oktober 2017 [medeverdachte 1] opdracht te hebben gegeven om naar het buitenland te gaan om verdovende middelen op te halen, waarschijnlijk heroïne, en die mee terug te nemen naar Genève en op te slaan;
- op 2 november 2017 [medeverdachte 1] opdracht te hebben gegeven 960 gram heroïne en 950 gram cocaïne op te halen in Milaan, Italië, en deze drugs in Genève te verpakken en op te slaan;
- op 15 november 2017 [medeverdachte 1] opdracht te hebben gegeven naar een Geneefse klant te gaan en hem 500 gram heroïne te overhandigen;
[medeverdachte 4] , de invoer naar Genève te hebben geregeld van 975,6 gram heroïne die op
14 juli 2018 aan [medeverdachte 2] moest worden overhandigd;
- op 13 juli 2018 [medeverdachte 4] opdracht te hebben gegeven om elders in Europa heroïne op te halen en deze mee terug te nemen naar Genève;
14 januari 2020 voldoende duidelijk omschreven ter zake van welke feiten de uitlevering wordt verzocht, met voldoende nauwkeurige aanduiding van plaats en tijd.
Bovendien is ter zitting, op verzoek van de raadsman, vastgesteld dat het dossier van de rechtbank een authentiek afschrift van het aanhoudingsbevel bevat.
4.Slotsom.
Artikel 2 en 10 van de Opiumwet