Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] ,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,
Procesverloop
Overwegingen
Eiser voert verder aan dat hij op het moment dat hij de woning op papier toebedeeld kreeg niet kon voorzien dat hij ooit aanspraak zou moeten maken op een bijstandsuitkering. De woning kan niet tegen de marktwaarde te gelde worden gemaakt, omdat de woning is verhuurd en de huurders huurbescherming genieten. De door eiser geraadpleegde advocaat ziet geen mogelijkheden om de huur op te zeggen. Zolang de woning is verhuurd zal de woning bij verkoop nooit de WOZ-waarde opbrengen. De woning is in verhuurde staat getaxeerd op € 223.000,-. Als eiser de woning nu verkoopt blijft hij met een restschuld achter. Het is niet zeker of hij dan wel een bijstandsuitkering zal krijgen. Verkoop in verhuurde staat zou gezien kunnen worden als een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Eiser heeft via zijn advocaat ook zijn broer gesommeerd mee te werken aan verkoop van het huis of zijn deel over te nemen. Tot op heden is die bereidheid er niet. Eiser heeft thans geen inkomen. Hij leent geld van zijn broer.