1.5Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres heeft een nieuw medisch onderzoek plaats gevonden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep [verzekeringsarts] heeft in haar rapport van 4 maart 2019 geen aanleiding gezien af te wijken van de oordeel van de primaire arts [arts] . Daartoe overweegt ze dat de primaire arts de belastbaarheid heeft vastgesteld op basis van een volledig en zorgvuldig onderzoek en dat de arts goed bekend was met de medische voorgeschiedenis van eiseres, het beloop van haar aandoeningen en klachten, evenals behandelingen. Er zijn geen medische gegevens ingebracht waaruit afgeleid kan worden dat er in juni 2016 sprake was van een wezenlijke verslechtering van het psychiatrische toestandsbeeld. Dit blijkt ook niet uit de informatie van de psychiater van 19 november 2018 waar eiseres vanaf 22 mei 2017 onder behandeling is. Dat eiseres kwetsbaar is voor externe factoren en het klachtenbeloop wisselend is wordt niet betwist maar er zijn geen medische argumenten om aan te nemen dat er op de datum in geding sprake is van een toename van beperkingen. De wijze waarop eiseres haar klachten ervaart vormt geen grondslag om meer beperkingen aan te nemen.
De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep [arbeidsdeskundige 2] heeft in haar rapport van 12 maart 2019 geen aanleiding gezien om af te wijken van de conclusies van de primaire arbeidsdeskundige omdat de geduide functies passend zijn. Eiseres is ongewijzigd minder dan 35% arbeidsongeschikt.
2.
Verweerder heeft het medisch oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 4 maart 2019 en het arbeidsdeskundige onderzoek bezwaar en beroep van 12 maart 2019 ten grondslag gelegd aan het bestreden besluit en het bezwaar ongegrond verklaard.
3. Eiseres betwist het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Uit de overgelegde brief van 19 november 2018 van psychiater [psychiater] blijkt dat eiseres chronisch depressieve klachten heeft en trekken van vermijdende persoonlijkheidsstoornis. Het beloop is wisselend en niet positief. Volgens de psychiater zou eiseres baat hebben bij een intensiever behandeltraject in een transmurale setting. Ter onderbouwing van haar medische toestand heeft ze een overzicht van 1 mei 2019 van haar medicatie overgelegd. Daarnaast is een rapportage van de behandelend psychosomatisch fysiotherapeut van 2 mei 2019 overgelegd. Daaruit blijkt dat de behandeling bij de manueel therapeut en de psychosomatisch therapeut tot 17 december 2018 niet het gewenste effect heeft gehad en dat ze door haar medische gesteldheid niet meer in staat was de therapie te volgen. De grootste klachten van eiseres zijn vergeetachtigheid, concentratieproblemen, woede-aanvallen, duizeligheid, hoofdpijn en snel prikkelbaar. Zij heeft regelmatig last van flauwvallen en duizeligheid door extreme stress. Zij is in verschillende ziekenhuizen onderzocht maar volgens de specialisten wijzen alle fysieke klachten op een psychische oorzaak. Als gevolg van haar situatie is eiseres bijna de hele dag thuis en doet vrijwel niets. Soms ligt ze de hele dag in bed. Ze is niet in staat huishoudelijke taken te verrichten. Door haar psychische klachten is zij niet in staat te werken. Aangezien de verzekeringsarts volgens eiseres niet de specialistische kennis heeft om haar op psychisch vlak te beoordelen, verzoekt zij de rechtbank een onafhankelijke deskundige in te schakelen.
4. Naar aanleiding van het beroep van eiseres heeft de bezwaarverzekeringsarts [verzekeringsarts] op 19 juni 2019 gereageerd en geconcludeerd dat uit de geschetste huidige psychische en fysieke klachten van eiseres, haar dagbesteding en sociaal functioneren geen nieuwe medische feiten naar voren komen. Dat eiseres zeer stressgevoelig is, agressief en somatisch reageert op stressvolle situaties wordt niet betwist en is reeds meegenomen in de beoordeling en komt tot uiting in de FML van 22 oktober 2018 waarin forse beperkingen ten aanzien van persoonlijk en sociaal functioneren zijn aangenomen. Een toename van de mate van arbeidsongeschiktheid moet onderbouwd worden met een objectieve verslechtering in aard en ernst van het ziektebeeld. Hiervan is tot de datum in geding, 29 oktober 2018, niet gebleken. De informatie van de psychiater [psychiater] van 19 november 2018 is reeds betrokken bij de beoordeling. Bovendien komt uit de beschikbare informatie niet naar voren dat de behandeling werd geïntensiveerd en de medicatie gewijzigd zou zijn rondom de datum in geding. In de informatie van de psychosomatisch therapeut van 2 mei 2019 worden geen medische gegevens vermeld waarmee de ernst van de klachten verklaard kan worden. Ernstige geobjectiveerde nekafwijkingen worden niet beschreven. Evenmin als ernstige somatische afwijkingen. Met betrekking tot het verzoek tot het inschakelen van een externe deskundige stelt de bezwaarverzekeringsarts dat er geen onduidelijkheid is over de aard en ernst van haar medische problematiek. De medische gegevens van verscheidende behandelaars vermelden immers al jaren hetzelfde klachtenpatroon en diagnoses. Ook de huidige psychiater vermeldt geen wezenlijk ander toestandsbeeld dan bekend is en dat is meegewogen. Er is dan ook geen reden tot het benoemen van een externe deskundige. Voorts is het de taak van een verzekeringsarts om medische gegevens te wegen en te vertalen in arbeidsbeperkingen. Het hebben van klachten is niet doorslaggevend voor de aanname van beperkingen. Daarvoor is het noodzakelijk dat sprake is van medisch objectiveerbare stoornissen die het gevolg zijn van een onderliggende aandoening. En daarmee is wel degelijk rekening gehouden bij het vaststellen van de beperkingen. Er is dan ook geen aanleiding anders te oordelen.
5. Aanvullend heeft eiseres op 23 december 2019 een brief van haar behandelend psychiater [psychiater] en psycholoog [psycholoog] overgelegd van 11 november 2019. Daarin staat vermeld dat eiseres last heeft van somberheid, huilbuien, lusteloosheid, prikkelbaarheid. Ook is zij in grote regressie, initiatiefloos en passief. De contactfrequentie is eens per twee weken en de behandeling bestaat uit steunende en structurerende gesprekken en EMDR gericht op het verminderen van depressie en angstklachten en het verwerken van ingrijpende levensgebeurtenissen. De behandeling heeft volgens de behandelaars tot november 2019 tot weinig verandering in klachten geleid. Op 27 februari 2020 heeft eiseres een verslag van 25 februari 2020 van psychiater [psychiater] overgelegd. Daarin is aangegeven dat ondanks het intensieve behandeltraject de vooruitgang beperkt is gebleven. Eiseres is nog steeds teruggetrokken, regressief en angstig. Wel zijn er minder wegrakingen, is de suicidaliteit in remissie en zijn de cognitieve vermogens een stuk beter. Naar de mening van de psychiater is eiseres nog niet in staat om te werken.
6. De rechtbank overweegt als volgt. Eiseres betwist de juistheid van de rapportage waarop verweerder zijn besluitvorming heeft gebaseerd. In een dergelijk geval dient de rechtbank te beoordelen of de desbetreffende rapportages zorgvuldig tot stand zijn gekomen en of er concrete aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de juistheid en volledigheid ervan.