Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“het dienstverband met U is gestopt met ingang van 2 oktober 2019”.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Stichting Katholieke Scholengroep)).
Xella)). Als [verweerster] niet zelf had opgezegd, had zij dus moeten meewerken aan een beëindiging met wederzijds goedvinden op of rond 2 oktober 2019, onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding.
€ 16.045,25 bruto. [verweerster] heeft haar twijfels geuit over de juistheid van de berekening daarvan door [verzoeker] . Maar uit de door [verweerster] bij haar brief van 28 februari 2020 overgelegde berekening van administratiekantoor AVPS blijkt dat de transitievergoeding volgens dat kantoor € 16.082,40 bruto is. Dat bedrag is nog hoger dan door [verzoeker] berekend. Gelet daarop ziet de kantonrechter geen reden om de berekening van [verzoeker] voor onjuist te houden.