Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 maart 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Heiloo, verweerder
Procesverloop
[naam 1] , bijgestaan door zijn gemachtigde.
Overwegingen
1 september 2017 zal eiser in voorkomend geval feitelijk zijn werkzaamheden blijven verrichten tot de datum van de formele overgang naar de nieuwe exploitant op basis van deze aanstelling bij de gemeente Heiloo. Tegen dit besluit heeft eiser geen bezwaar gemaakt.
1 januari 2018 opgeheven als gevolg van de overname van exploitatie van het theater door [stichting 2] . Gelet hierop is verweerder in beginsel bevoegd om per 1 januari 2018 ontslag aan eiser te verlenen als bedoeld in voornoemd artikel. Gelet op de omstandigheid dat verweerder eiser reeds bij het aanstellingsbesluit heeft gewezen op de op handen zijnde overgang van exploitatie en verweerder eiser in dat kader ook per 1 september 2017 boventallig heeft verklaard heeft verweerder in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik kunnen maken. Indien eiser het met de boventalligverklaring oneens was had het in de reden gelegen tegen het aanstellingsbesluit bezwaar te maken. Door dit niet te doen staat dit besluit in rechte vast.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.