Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 13 maart 2020 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
zijn aangetroffen.Omtrent de beschikbaarheid van deze documenten is daarbij geen enkel voorbehoud gemaakt. Integendeel door verweerder zijn inventarislijsten opgesteld waarbij een deel van de eerdere genoemde documenten met naam en toenaam worden geïdentificeerd
.Zonder nadere toelichting van de zijde van verweerder houdt de rechtbank het er op dat verweerder in ieder geval ten tijde van de primaire besluiten over deze documenten de beschikking had. De beslissingen op bezwaar doen vermoeden dat de aangetroffen documenten ook ten tijde van het besluit op bezwaar nog voorhanden waren. De rechtbank verwijst in dat verband naar de volgende passage vermeldt in de bestreden besluiten: “
Door het grote aantal weigeringsgronden op grond van de Wob is het feitelijk onmogelijk om alle documenten door te lopen en onleesbaar te maken zonder dat de coherentie van de documenten verloren gaat. (…) Op grond van bovenstaande kunnen wij geen andere conclusie trekken dan dat uw bezwaarschrift ontvankelijk is en dat heropening van het door u bestreden besluit moet leiden tot openbaarmaking van de vijf agenda’s van de evenzovele overleggen tussen ons college, het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland en Rijkswaterstaat maar dat bijbehorende verslagen en adviezen en memo’s niet openbaar gemaakt kunnen worden.” Verder merkt de rechtbank op dat bij een deel van de opgevraagde stukken het evident gaat om recente stukken die zich zonder meer lenen voor (al dan niet tijdelijke) archivering zoals gespreksverslagen en correspondentie zoals onder andere een brief van verweerder naar Rijkswaterstaat van 20 februari 2017 en een brief van Rijkswaterstaat aan verweerder van 22 februari 2017. Verweerder heeft op geen enkele wijze duidelijk gemaakt waarom zij thans niet meer beschikt over de in de inventarislijsten genoemde stukken Ook heeft verweerder op de zitting onvoldoende duidelijk kunnen maken welke zoekslag/pogingen en dergelijke exact zijn ondernomen om de documenten terug te vinden. Om al deze redenen acht de rechtbank de mededeling van verweerder dat zij niet meer beschikt over de documenten (met uitzondering van de 5 openbaar gemaakte stukken en de 8 aan de rechtbank overgelegde documenten) zonder meer ongeloofwaardig. De beroepsgrond slaagt.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten I en II;
- draagt verweerder op om binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen op de bezwaarschriften van eisers met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op tot vergoeding van door [eiser 2] in verband met de behandeling van zijn beroep gemaakte reiskosten tot een bedrag van € 9,00;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 170,- aan [eiser 1] te vergoeden;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 170,- aan [eiser 2] te vergoeden.