ECLI:NL:RBNHO:2020:1770

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 januari 2020
Publicatiedatum
9 maart 2020
Zaaknummer
8026389 AO VERZ 19-122
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet in een misbruikgevoelige omgeving met contant geld en kassawerkzaamheden

In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over de rechtsgeldigheid van een ontslag op staande voet van een werkneemster bij Actomat B.V., een dochteronderneming van BP Europa SE, die werkzaam was als Service Medewerker op een BP-tankstation. De werkneemster had een verzoek ingediend om het ontslag te vernietigen, waarbij zij stelde dat er geen dringende reden voor het ontslag was en dat het ontslag een te zware sanctie was, mede gezien haar lange dienstverband van 11 jaar en haar persoonlijke omstandigheden, waaronder medicijngebruik dat verwardheid en geheugenverlies veroorzaakte.

De werkgever, Actomat, voerde aan dat de werkneemster zich schuldig had gemaakt aan financiële onregelmatigheden, waaronder het niet afrekenen van een paysafecard ter waarde van € 50,- en het niet scannen van verkochte artikelen, wat in strijd was met de interne regels en procedures. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster opzettelijk had gehandeld door de paysafecard voor zichzelf te gebruiken zonder te betalen en dat haar gedrag een dringende reden voor ontslag opleverde. De kantonrechter concludeerde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was en dat de persoonlijke omstandigheden van de werkneemster niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen.

Het verzoek van de werkneemster om het ontslag te vernietigen werd afgewezen, evenals haar verzoek om een transitievergoeding, omdat het ontslag het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8026389 AO VERZ 19-122
Uitspraakdatum: 29 januari 2020
Beschikking in de zaak van:
[werkneemster],
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [werkneemster]
gemachtigde: mr. S. Faber
tegen
de besloten vennootschap
Actomat B.V.,
gevestigd te Rotterdam
verwerende partij
verder te noemen: Actomat
gemachtigde: mr. E.M.G.F. Spijkerman

1.Het procesverloop

1.1.
[werkneemster] heeft een verzoek gedaan, primair om de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Actomat te vernietigen, en subsidiair om ten laste van Actomat een billijke vergoeding en de transitievergoeding toe te kennen. Ter zitting heeft [werkneemster] uitdrukkelijk verklaard dat zij haar primaire standpunt handhaaft. Actomat heeft een verweerschrift ingediend en een tegenverzoek gedaan tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
1.2.
[werkneemster] heeft ook een verzoek gedaan om op grond van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een voorlopige voorziening te treffen.
1.3.
Op 17 december 2019 heeft een zitting plaatsgevonden. Bij brief van 12 december 2019 heeft Actomat nadere stukken toegezonden. Bij brieven van 11 december en 13 december 2019 heeft [werkneemster] nadere producties toegezonden. Beide partijen hebben pleitaantekeningen overgelegd en voorgedragen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
Actomat is een dochtervennootschap van BP Europa SE. Actomat exploiteert onder meer een BP-tankstation in [plaats] .
2.2.
[werkneemster] , geboren [in 1970] , is op 25 augustus 2008 bij een rechtsvoorganger van Actomat in dienst getreden. Met ingang van 15 mei 2009 is zij in dienst bij Actomat als Service Medewerker op het BP-servicestation te [plaats] , tegen een laatstelijk bruto maandsalaris van € 2.123,27.
2.3.
In de arbeidsovereenkomst is – voor zover van belang – bepaald:
’Artikel 11: Verantwoordelijkheid
11.1
Indien de werknemer de aan hem toevertrouwde bedrijfsmiddelen, schadeveroorzaakt door zijn roekeloosheid of schuld, heeft de werkgever de mogelijkheiddeze schade op de werknemer te verhalen. De schade zal naar rato met het salarisworden verrekend.
11.2
Indien de werknemer, op welke wijze dan ook, eigendommen van de werkgeverontvreemdt en/of fraude pleegt in welke vorm dan ook, zal door de werkgever altijd ontslag op staande voet worden aangezegd en aangifte worden gedaan bij de plaatselijke politie, waarbij de (waarde van de) ontvreemde goederen c.q. punten op de werknemer zullen worden verhaald. Voorts is het ook niet toegestaan punten voor loyalty-programma’s, zoals Freebees, te sparen die door klanten niet wordenmeegenomen of als ‘fooi’ worden gegeven.
11.3
De werknemer dient zich te houden aan de regels en instructies met betrekking totveiligheid, kasgeldbeheer, bedrijfskleding e.d. voortvloeiend uit de Personeelsgidsen het SOM handboek.’’
(…..)
Artikel 22: DeelovereenkomstDe Tankstation-CAO, Personeelsgids, Verzuimbrochure, Code of Conduct en de Site Operating Manual (SOM) maken deel uit van deze arbeidsovereenkomst. Bij ondertekening van deze overeenkomst tekent u tevens voor ontvangst van de CAO, Personeelsgids, Verzuimbrochure en de Code of Conduct.’’
2.4.
In artikel 3.1. van de Personeelsgids staat het volgende:
‘’De arbeidsverhouding wordt bepaald door de individuele arbeidsovereenkomst, aangevuld met de in de CAO, Personeelsgids, Code of Conduct, Site Operating Manual (SOM), WBC Manual en Verzuimbrochure opgenomen regelingen en procedures. Bij indiensttreding ontvangt elke werknemer een versie van de HR regelingen en procedures, met uitzondering van het Site Operating Manual en het WBC Manual, het SOM en WBC Manual liggen ter inzage op alle service stations. Door ondertekening van de individuele arbeidsovereenkomst verklaart de werknemer zich tevens akkoord met toekomstige wijzigingen in deze regelingen.’’
2.5.
Artikel 3.5. van de Personeelsgids luidt:
‘’Wanneer een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden kan er een disciplinaire maatregelworden genomen na een zorgvuldig onderzoek naar een beoordeling van de feiten. In hetdisciplinaire maatregelenbeleid wordt onder andere beschreven wanneer er sprake is van onregelmatig handelen. Tevens zijn mogelijke disciplinaire maatregelen beschreven. Wanneer de werknemer structureel huis- of wettelijke regels overtreedt of een zo ernstige overtreding begaat dat het voortbestaan van de arbeidsovereenkomst redelijkerwijs niet meer van de werkgever kan worden gevergd,kande werknemer op staande voet worden ontslagen. De arbeidsovereenkomst wordt in dat geval per direct beëindigd.
(….)

In bijzonder ernstige gevallen wordt een medewerker op staande voet ontslagen:

Veelvuldige kasverschillen

Veelvuldig te laat komen of te laat afmelden

Fraude met bijvoorbeeld geld of Freebees

Veelvuldig niet correct schrijven van uren

Niet opvolgen van de administratieve- en financiële procedures

Het passend maken van de boekhouding

Het overtreden van de Code of Conduct

Het opzettelijk verstrekken van foutieve informatie over arbeidsverleden

Het nuttigen / meenemen van producten uit de shop zonder af te rekenen

Werkweigering

Pesten

Het overtreden van de veiligheidsregels, verzuimregels en wettelijke regels (NWVA)

Het structureel niet opvolgen van beleid conform Personeelsgids, CAO, WBC Manual, functiebeschrijving”
2.6.
In artikel 17.3 van de Personeelsgids is het volgende opgenomen:
‘'Indien werknemers, op welke wijze dan ook, diefstal plegen c.q. eigendommen van dewerkgever ontvreemden volgt ontslag op staande voet en aangifte bij de plaatselijke
politie. Hieronder valt eveneens fraude met spaarkaarten, premiepunten en dergelijke.Het is werknemers niet toegestaan zegels/punten/toiletkaartjes te sparen die doorklanten niet worden meegenomen of als ‘fooi’ worden gegeven. Dit wordt eveneens alsfraude beschouwd.’’
2.7.
In artikel 19.11 van de Personeelsgids staat onder andere het volgende:
‘’Eigen aankopen doen in de shop of het Wild Bean Café kan alleen als gast. Er dientdirect contant of per pin afgerekend te worden en de verkoopbon dient te wordenbewaard. De werkgever stelt uitsluitend gratis koffie en thee ter beschikking, het aantalstaat beschreven in de WBC Manuel, artikel 7.5.1. Alle overige artikelen voor eigenconsumptie dienen te worden beschouwd als eigen aankopen.’’
2.8.
Artikel 19.17 van de Personeelsgids luidt:
‘’Indien een bepaling uit dit reglement wordt overtreden, zullen afhankelijk van de aard en de ernst van de overtreding passende disciplinaire maatregelen worden getroffen. In ernstige gevallen kan ontslag op staande voet volgen.‘’
2.9.
Actomat (BP) verkoopt zogenoemde paysafecards bij de kassa’s van haar servicestations. Een paysafecard is een digitaal betaalmiddel, een soort prepaid-card, waarmee online kan worden betaald. Bij de aankoop van een paysafecard komen er twee bonnen uit de ICP terminal: één bon waarop een pincode staat, die wordt meegegeven aan de klant en de andere bon voor de administratie, die in het bakje naast de kassa wordt gelegd. Op de tweede bon staat geen pincode vermeld. Met de pincode kan de klant online zijn account opwaarderen.
2.10.
In de ochtend van 8 juli 2019 had [werkneemster] kassadienst. Tijdens deze dienst verzocht een klant om een paysafecard. [werkneemster] heeft een paysafecard ter waarde van € 50,- aangemaakt. De klant wilde echter bij nader inzien één paysafecard ter waarde van € 100,- waardoor de eerder aangemaakte paysafecard van € 50,- overbleef.
2.11.
Dezelfde ochtend heeft [werkneemster] de onverkochte paysafecard verzilverd, waardoor de waarde van € 50,- van de paysafecard op haar Paysafe-account is bijgeschreven. [werkneemster] heeft hiervan geen melding gemaakt bij haar leidinggevende en/of collega’s en zij heeft de paysafecard ook niet aan Actomat betaald.
2.12.
Op 9 juli 2019 heeft de leidinggevende van [werkneemster] , [leidinggevende] (hierna: [leidinggevende] ), tijdens de shiftopmaak van de vorige dag geconstateerd dat er een paysafecard van € 50,- is uitgedraaid, maar niet was verkocht. [werkneemster] heeft desgevraagd aan [leidinggevende] verklaard dat zij die paysafecard heeft uitgedraaid, maar niet heeft verkocht.
2.13.
Dezelfde ochtend op 9 juli 2019 is die (door [werkneemster] gebruikte) paysafecard door een collega van [werkneemster] aan een klant verkocht. Deze klant heeft vervolgens contact opgenomen met [leidinggevende] en heeft [leidinggevende] gemeld dat er op de paysafecard geen saldo stond. [leidinggevende] heeft vervolgens [werkneemster] benaderd die haar heeft meegedeeld dat er wel vaker iets misgaat met de paysafecards en dat de klant contact op moest nemen met het bedrijf Paysafe.
2.14.
Paysafe heeft gemaild dat de betreffende paysafecard op 8 juli 2019 om 09:26 uur is gebruikt. [leidinggevende] heeft vervolgens op 9 juli 2019 voor de derde keer contact opgenomen met [werkneemster] en om opheldering gevraagd. [werkneemster] heeft verklaard dat het onmogelijk is dat de paysafecard al eerder is gebruikt. [leidinggevende] geeft in dit gesprek aan dat zij de camerabeelden zal opvragen om nader onderzoek te doen.
2.15.
Diezelfde avond heeft [werkneemster] het volgende WhatsApp-bericht aan [leidinggevende] gestuurd:
Hey [voornaam] ik weet dat je op de diploma uitreiking bent maar ik vond het wel belangrijk om je te laten weten. ik voel me nu erg kut op dit moment… ik sta net in de winkel en zie dat ik nog steeds 50 Euro in mijn portemonnee heb schaam rood op mijn kaken…. De verkeerde paysafecard heeft [collega] verkocht dat was mijn paysafecard van Gisteren….. Ik had hem apart gelegd omdat bleek dat ik mijn portemonnee vergeten was. Ik zou hem vandaag afrekenen en had hem bij de kassa gelegd zodat ik het niet vergat (emoticons
) omdat ik de winkel in ben gegaan ben ik het dus helemaal vergeten schaam me diep. Ik zal het morgenavond als nog in orde maken duizendmaal excuses.
Ik verwacht dat er nog consequenties aan zitten. baal der echt van dat ik er niet aan gedacht heb sorry voor de consternatie. Ik schaam me even dood dat het vanmiddag niet tot me doordrong toen je erover belde(emoticons)
2.16.
Op 10 juli 2019 is [werkneemster] in een gesprek met [quality assurance advisor] (Quality Assurance Advisor) en [regiomanager] (regiomanger) over het incident gehoord. In dit gesprek heeft zij aangegeven dat zij niet voor de paysafecard heeft betaald, omdat zij dit vergeten was te doen. [quality assurance advisor] en [regiomanager] hebben [werkneemster] tijdens dit gesprek geschorst. De schorsing is schriftelijk bevestigd aan [werkneemster] bij brief van 11 juli 2019.
2.17.
Tijdens de schorsingsperiode heeft Actomat camerabeelden bekeken. Actomat heeft uit het onderzoek afgeleid dat er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden tijdens de diensten van [werkneemster] op 5 juli en 8 juli 2019.
2.18.
Op 12 juli 2019 is [werkneemster] door [quality assurance advisor] en [regiomanager] over de incidenten van 5 juli 2019 en 8 juli 2019 gehoord. [werkneemster] heeft aangegeven dat de incidenten onbewust zijn geschied. [werkneemster] is in dit gesprek door Actomat op staande voet ontslagen.
2.19.
Bij brief van 15 juli 2019 heeft Actomat dit ontslag bevestigd. In de brief is – voor zover van belang – onder meer het volgende aangegeven:
(..)

’Op 10 juli 2019 bent u door de heer [quality assurance advisor] , Quality Assurance Advisor, geschorst. De reden voor schorsing is reeds uiteengezet in ons schrijven van 11 juli 2019 (briefkenmerk: 41518/420). Gedurende uw schorsing heeft er verder onderzoek plaatsgevonden door de heer [quality assurance advisor] , waarbij de feiten en omstandigheden nader zijn onderzocht. Op 12 juli 2019 is het onderzoek afgerond en hebben de heer [quality assurance advisor] en de heer [regiomanager] , Convenience Area Manager, een gesprek met u gevoerd op ons service station BP [plaats] . In dit gesprek zijn de resultaten uit het onderzoek met u besproken.
Merkwaardig blijft het feit dat aan u drie keer om een verklaring is gevraagd en dat u in alle drie de gevallen zich niet kon herinneren dat u verantwoordelijk was voor het opwaarderen van de Paysafecard. Daar u in uw verklaring op 10 juli 2019 heeft benadrukt dat u vergeten bent om de Paysafecard af te rekenen en er geen sprake is geweest van moedwil, zijn de camerabeelden in het onderzoek verder onderzocht. Het doel hiervan is om uw gedrag en handelen verder te analyseren, alsmede te beoordelen in hoeverre dit strookt en vertrouwen oplevert in uw verklaring. Op basis hiervan zijn er geen omstandigheden of nieuwe feiten ontdekt welke vertrouwen opleveren in hetgeen u eerder heeft verklaard. Uw gedrag en handelen presumeren dat u bewust heeft gehandeld.
Tevens zijn er in het verdere onderzoek door de heer [quality assurance advisor] nieuwe onregelmatigheden aangetroffen op ons service station BP [plaats] . Gebleken is dat u op 5 juli 2019 omstreeks 07:20 uur een flesje Spa blauw van € 1,85 aan een gast verkoopt. Het flesje Spa blauw wordt niet gescand, echter opent u wel de kassalade om vervolgens het wisselgeld aan de gast terug te geven. Voorts is geconstateerd dat u op 8 juli 2019 omstreeks 10:20 uur een Red Bull 4-pack van € 7,85 en een zak Lays paprika van € 2,49 aan een gast verkoopt. Beide artikelen worden in eerste instantie door u gescand, echter laat u de Red Bull 4-pack op een later moment vervallen. De gast heeft de producten wel betaald en heeft het service station ook met de producten verlaten. Ook hierbij presumeren uw gedrag en handelen dat u bewust heeft gehandeld.
Op 12 juli 2019 bent u geconfronteerd met de resultaten uit het onderzoek. De heer [quality assurance advisor] heeft u om een verklaring gevraagd ten aanzien van de nieuwe geconstateerde onregelmatigheden. U heeft verklaard dat u onbewust de producten op 5 en 8 juli 2019 heeft laten vervallen. U heeft verder geen plausibele verklaring kunnen geven voor uw handelen. De heer [quality assurance advisor] geeft in het gesprek aan dat uw gedrag en houding op de camerabeelden en de nieuwe geconstateerde onregelmatigheden het vertrouwen in uw eerdere verklaring niet versterken.
Bovenstaande handelwijze is in strijd met de regels en procedures geldend bij Actomat B.V., zoals vastgelegd in het SOM (Site Operating Manual), de Personeelsgids en het Code of Conduct. De geconstateerde feiten vormen voldoende reden uw arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen. De heer [regiomanager] heeft u dan ook tijdens het gesprek medegedeeld dat u opstaande voet bent ontslagenwegens het bewust veroorzaken van financiële onregelmatigheden.
Wij wijzen u erop dat naar aanleiding van bovenstaande Actomat B.V. zich genoodzaakt ziet om aangifte te doen bij de politie.’’
2.20.
De gemachtigde van [werkneemster] heeft bij brief van 20 juli 2019 de vernietigbaarheid van het gegeven ontslag ingeroepen, waarna [werkneemster] zich beschikbaar heeft gehouden voor het verrichten van arbeid.
2.21.
Actomat heeft op 26 juli 2019 aangifte gedaan tegen [werkneemster] wegens verduistering.
2.22.
Ter zitting heeft Actomat camerabeelden getoond.
2.23.
Op de camerabeelden van 8 juli 2019 om 8.55 uur is te zien dat [werkneemster] een papiertje onder de ICP terminal legt. Hierna schrijft [werkneemster] iets op een roze Post-It. Het is onduidelijk wat er met de roze Post-It gebeurt.
2.24.
Op de camerabeelden van 9 juli 2019 om 12.36 uur is te zien dat [collega] (collega van [werkneemster] ) naar de ICP terminal loopt en handelingen verricht. [werkneemster] komt hierna aanlopen en wijst naar de ICP terminal. [collega] pakt hetgeen onder de terminal ligt en loopt naar de kassa en geeft dit aan de klant. Er wordt een nieuwe bon onder de terminal geplaatst.
2.25.
De camerabeelden van 5 juli 2019 laten zien dat er een transactie plaatsvindt. Vermoedelijk wordt er betaald met een 2 euro munt en is er door [werkneemster] ook geld teruggegeven.
2.26.
Op de camerabeelden van 8 juli 2019 om 10.19 uur is te zien dat een klant een zak chips en een Redbull 4-pack afrekent. De klant heeft koffie in zijn hand. [werkneemster] stopt een biljet van 10 euro en een muntstuk in de kassa. [werkneemster] verricht handelingen op de kassa en gebruikt de vervalknop.

3.Het verzoek

In de voorziening ex artikel 223 Rv
3.1.
[werkneemster] verzoekt de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening voor de duur van de procedure, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Actomat te veroordelen tot:
I. betaling van het verschuldigde salaris ad € 2.123,27 bruto per maand vanaf 12 juli 2019 tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig geëindigd zal zijn;
II. verstrekking van de salarisspecificaties van 12 juli 2019, waarin de betalingen van het gevorderde onder I is verwerkt, op straffe van een dwangsom;
III. betaling van de wettelijke verhoging van 50% over het aan [werkneemster] toekomende loon ex artikel 7:625 BW;
IV. betaling van de wettelijke rente over de onder I en II genoemde kosten vanaf het moment van het opeisbaar worden tot de dag der algehele voldoening;
V. wedertewerkstelling van [werkneemster] op straffe van een dwangsom.
In de hoofdzaak
3.2.
Primair verzoekt [werkneemster] de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om binnen twee dagen na het wijzen van de beschikking Actomat te veroordelen:
I. het gegeven ontslag op staande voet te vernietigen;
II. [werkneemster] toe te laten tot de werkvloer teneinde de gebruikelijke werkzaamheden te
III. verrichten op straffe van een dwangsom;
IV. betaling van de wettelijke rente over het onder II gevorderde vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening.
3.3.
Subsidiair verzoekt [werkneemster] de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Actomat te veroordelen tot:
V. betaling van een billijke vergoeding conform artikel 7:681 BW;
VI. betaling van een bedrag gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren, dan wel van rechtswege zou zijn geëindigd;
VII. betaling van de transitievergoeding ad € 8.971, 23 bruto;
VIII. verstrekking van de salarisspecificaties van 12 juli 2019, waarin de betalingen van het gevorderde onder I in het incident is verwerkt op straffe van een dwangsom;
IX. betaling van de wettelijke rente over de hierboven genoemde punten onder I, II en IV genoemde bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening;
X. betaling van de wettelijke rente over het onder III genoemde bedrag vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd tot de dag der algehele vergoeding;
In het incident en de hoofdzaak
I. betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking.
3.4.
Aan dit verzoek legt [werkneemster] ten grondslag – kort weergegeven – dat geen sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet, zodat Actomat de arbeidsovereenkomst in strijd met artikel 7:671 van het Burgerlijk Wetboek heeft opgezegd. Het ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig, omdat (i) geen sprake is van een dringende reden en (ii) het ontslag op staande voet een te zwaar sanctiemiddel is mede gelet op de persoonlijke omstandigheden van [werkneemster] . [werkneemster] stelt dat zij 11 jaar in dienst is geweest bij Actomat en dat zij gedurende die gehele periode naar tevredenheid van Actomat heeft gefunctioneerd. Daarnaast gebruikte zij ten tijde van de incidenten zware medicatie tegen gordelroos, die als bijwerkingen verwardheid en geheugenverlies met zich mee brachten. Actomat heeft onvoldoende rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [werkneemster] . Er is geen sprake geweest van opzet of bewust handelen. Het was een misverstand.

4.Het verweer en het tegenverzoek

4.1.
Actomat verweert zich tegen het verzoek. Zij voert – samengevat – aan dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Het ontslag op staande voet is gebaseerd op het feit dat [werkneemster] in strijd met de binnen Actomat geldende reglementen en voorschriften heeft gehandeld. Uit de toepasselijke arbeidsvoorwaarden volgt dat Actomat een zero tolerance beleid hanteert ten aanzien van diefstal en fraude en dat bij diefstal en fraude altijd ontslag op staande voet volgt. Actomat heeft tijdens de diensten van [werkneemster] driemaal financiële onregelmatigheden geconstateerd. Actomat moet onvoorwaardelijk kunnen vertrouwen op haar personeel, aangezien de werkomgeving door het werken met contant geld misbruikgevoelig is.
4.2.
Actomat heeft bij voorwaardelijk tegenverzoek verzocht de arbeidsovereenkomst met [werkneemster] te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW, in verbinding met artikel 7:699 lid 3, onderdeel e of g BW. Het verzoek is voorwaardelijk, namelijk voor het geval het ontslag op staande voet vernietigd wordt. [werkneemster] heeft daartegen verweer gevoerd en aangevoerd dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen.
4.3.
Op de stellingen van partijen zal, voor zover relevant, hierna verder worden ingegaan.

5.De beoordeling

het verzoek
5.1.
[werkneemster] heeft het verzoek tijdig ingediend, omdat het is ontvangen binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Voor zover het verzoek betrekking heeft op de transitievergoeding, is het tijdig ingediend, omdat het is ontvangen binnen drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.
5.2.
Ter beantwoording ligt de vraag voor of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Volgens artikel 7:677 lid 1 BW moet een ontslag op staande voet onverwijld worden gegeven, met gelijktijdige mededeling van de dringende reden voor dat ontslag.
5.3.
Als dringende reden in de zin van artikel 7:677 lid 1 BW worden op grond van het bepaalde in artikel 7:678 lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats te worden betrokken de aard en ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder onder meer de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer deze heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals de leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet zou hebben.
5.4.
Voor de beoordeling van de vraag of het door Actomat aan [werkneemster] gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is, zijn de aan [werkneemster] opgegeven redenen zoals vermeld in de brief van 15 juli 2019 (zie rechtsoverweging 2.19) maatgevend en wordt het geschil afgebakend door de daarin genoemde verwijten. Het gaat in dit geschil slechts om de vraag of sprake is van een dringende reden, aangezien [werkneemster] niet betwist dat het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven.
5.5.
Volgens Actomat is een dringende reden voor ontslag aanwezig, omdat [werkneemster] in strijd met de bij Actomat geldende regels (i) zichzelf een paysafecard van € 50,- heeft toegeëigend en tot drie keer toe het eigen gebruik hiervan heeft ontkend (ii) [werkneemster] op 5 juli 2019 een flesje Spa Blauw aan een klant heeft verkocht zonder dat flesje te scannen, maar wel geld voor dat flesje in ontvangst heeft genomen en (iii) [werkneemster] op 8 juli 2019 een transactie van een 4-pack Red Bull ten onrechte heeft laten vervallen.
5.6.
Ten aanzien van het incident met de paysafecard oordeelt de kantonrechter als volgt. Vast staat dat [werkneemster] op 8 juli 2019 zich niet heeft gehouden aan de artikelen 3.5 en 19.11 van de Personeelsgids. Artikel 19.11 van de Personeelsgids bepaalt immers dat wanneer werknemers eigen aankopen doen in de shop, deze direct als gast moeten worden afgerekend en dat de verkoopbon van de eigen aankoop moet worden bewaard. Het niet naleven van artikel 19.11, waaronder het nuttigen/meenemen van producten uit de shop zonder hiervoor te betalen valt, wordt in artikel 3.5 gesanctioneerd met ontslag op staande voet. Vast staat dat deze regels voor [werkneemster] kenbaar waren.
5.7.
[werkneemster] heeft aan de hand van twee verklaringen van oud-collega’s gesteld dat dit beleid bij Actomat niet werd gehandhaafd en het regelmatig voorkwam dat werknemers de tijdens hun dienst aangeschafte artikelen pas na hun dienst afrekenden. Actomat heeft dat betwist. Wat hier ook van zij, vaststaat dat [werkneemster] de paysafecard ook niet na haar dienst heeft afgerekend en ook niet tijdens of na haar dienst de volgende dag.
5.8.
De kantonrechter vindt de verklaring van [werkneemster] over de gang van zaken met betrekking tot de paysafecard ongeloofwaardig. [werkneemster] heeft zowel op 8 juli 2019 als op 9 juli 2019 naar collega’s en/of haar leidinggevende niet transparant gecommuniceerd over de paysafecard en niet transparant gehandeld. Zij heeft tot drie keer toe geen link gelegd tussen een verkochte paysafecard zonder saldo en de door haar gebruikte paysafecard.
5.9.
Ter zitting heeft [werkneemster] voor het eerst verklaard dat zij op 9 juli 2019 haar collega [collega] erop heeft gewezen dat er onder de ICP terminal een paysafecard lag die van haar was, die zij nog moest te betalen. Opmerkelijk is dat dit niet terug komt in het WhatsApp-bericht van die avond. Onbegrijpelijk is dat, als [werkneemster] haar collega [collega] werkelijk op 9 juli 2019 heeft gezegd dat die paysafecard van haar was en nog betaald moest worden, zij de betaling op dat moment niet heeft verricht, of in ieder geval die (gebruikte) paysafecard heeft verplaatst, om zo te voorkomen dat [collega] en/of andere collega’s in de war zouden raken en de gebruikte paysafecard zouden verkopen. Deze verklaring strookt ook niet met de camerabeelden van 9 juli 2019, waarop te zien is dat [collega] na aanwijzingen van [werkneemster] een bon onder de ICP terminal vandaan haalt en deze aan een klant geeft. De verklaring van [werkneemster] dat het niet tot haar doordrong dat haar gebruikte paysafecard door [collega] werd verkocht, volgt de kantonrechter dan ook niet.
5.10.
[werkneemster] is drie maal bevraagd over de paysafecard en in ieder geval twee keer heeft [werkneemster] niet aangegeven dat zij deze nog moest afrekenen. Zij heeft daarentegen verklaard dat het wel vaker voorkwam dat paysafecards niet werkten en de klant verwezen naar de organisatie van Paysafe. Ook toen haar leidinggevende haar informeerde dat de organisatie van Paysafe had gereconstrueerd dat de paysafecard op 8 juli om 9.26 uur was verzilverd, heeft [werkneemster] nog verklaard dat dat onmogelijk was. Dat er toen bij [werkneemster] geen lichtje is gaan branden en [werkneemster] niet tot betaling is overgegaan, kan de kantonrechter niet volgen.
5.11.
[werkneemster] heeft gesteld dat zij in de hectiek van het werk en vanwege het medicijngebruik tegen gordelroos is vergeten de paysafecard af te rekenen. Bij het verzoekschrift heeft [werkneemster] verwezen naar de bijsluiter van het medicijn Oxycodon, waarin als bijwerking onder andere verwardheid en geheugenverlies staat vermeld. De kantonrechter heeft bij het bekijken van de beelden geen hectiek geconstateerd. Alle medewerkers verrichtten rustig de voorkomende werkzaamheden. Ten aanzien van het medicijngebruik stelt de kantonrechter vast dat [werkneemster] hiervan in het gesprek van 12 juli 2019 geen melding heeft gemaakt en dat [werkneemster] zich een aantal feitelijkheden juist wel weet te herinneren, zoals het gegeven dat de paysafecard onder het apparaat lag.
5.12.
Ten aanzien van het incident met de paysafecard volgt de kantonrechter dan ook de lezing van Actomat dat [werkneemster] in strijd met de regels bij Acotmat op 8 juli 2019 een paysafecard ter waarde van 50 euro voor zichzelf heeft gebruikt zonder daarvoor te betalen en zonder dat zij daarvoor een verklaring heeft gegeven die haar handelswijze rechtvaardigt.
5.13.
Verder legt Actomat aan het ontslag op staande voet ook de twee andere onregelmatigheden van 5 en 8 juli 2019 ten grondslag. Uit de beelden van 5 juli 2019 kan geconcludeerd worden dat [werkneemster] een flesje Spa Blauw heeft verkocht dat niet is aangeslagen. Vast staat dat [werkneemster] hiervoor geld in ontvangst heeft genomen en ook de klant van wisselgeld heeft voorzien. Uit de camerabeelden van 8 juli 2019 vloeit voort dat [werkneemster] een transactie van een 4-pack Redbull [werkneemster] laat vervallen. Onweersproken is dat het laten vervallen van artikelen binnen Actomat een van de meest gebruikte manieren is om te frauderen. Door het laten vervallen van producten ontstaat er een voorraadverschil, maar geen kassaverschil en de voorraden worden veel minder vaak gecontroleerd dan de kassa.
5.14.
Met Actomat is de kantonrechter het eens dat het voor een tankstation, een misbruikgevoelige omgeving vanwege de aanwezigheid van contant geld en het veelvuldig verrichten van kassawerkzaamheden, van groot belang is dat de regels door werknemers worden nageleefd. Hiermee hangt samen dat bij overtreding van de regels, opzettelijk of onbewust, ontslag op staande voet volgt, te meer nu in de regels de consequentie van ontslag op staande voet uitdrukkelijk wordt genoemd.
5.15.
De kantonrechter is van oordeel dat de gedragingen van [werkneemster] een dringende reden opleveren en dat van Actomat redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De persoonlijke omstandigheden van [werkneemster] , waaronder haar medicijngebruik en goed functioneren, leiden niet tot een ander oordeel.
5.16.
Uit artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW volgt dat de kantonrechter op verzoek van de werknemer de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever kan vernietigen, indien de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Nu is geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is, zal het verzoek van [werkneemster] om vernietiging van dat ontslag worden afgewezen. Er is immers geen sprake van een opzegging in strijd met artikel 7:671 BW, zodat er ook geen grond is om toepassing te geven aan artikel 7:681 lid 1 BW. [werkneemster] heeft om een billijke vergoeding ex artikel 7:681 lid 1 BW verzocht. Artikel
7:681 BW geeft de werknemer echter de mogelijkheid vernietiging
oftoekenning van een billijke vergoeding te verzoeken. Aangezien [werkneemster] ter zitting heeft verklaard haar primaire verzoek te handhaven en aldus niet te switchen, wordt het subsidiaire verzoek niet beoordeeld.
5.17.
[werkneemster] heeft subsidiair verzocht om Actomat te veroordelen een transitievergoeding te betalen van € 8.971,23. Op grond van artikel 7:673 lid 7, onderdeel c, BW is de transitievergoeding niet verschuldigd, indien het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Actomat heeft met een beroep op dit artikel betaling van de transitievergoeding geweigerd. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer gaat om bijvoorbeeld de situatie waarin de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt, of de situatie waarin de werknemer controlevoorschriften bij ziekte herhaaldelijk, ook na toepassing van loonopschorting, niet naleeft en hiervoor geen gegronde reden bestaat (zie:
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 39).
5.18.
De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, omdat daarvoor een dringende reden aanwezig was. Hoewel een dringende reden niet zonder meer samenvalt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, leveren de feiten en omstandigheden die de dringende reden vormen in dit geval ook een dergelijke ernstige verwijtbaarheid op. Immers, die feiten en omstandigheden zijn van dien aard dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van [werkneemster] dat, mede gelet op de voorbeelden in de wetsgeschiedenis, als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Dat betekent dat de transitievergoeding niet verschuldigd is en dat verzoek van [werkneemster] zal worden afgewezen.
5.19.
Nu in deze beschikking al een beslissing wordt gegeven over het verzoek van [werkneemster] , is er geen reden meer om met toepassing van artikel 223 Rv een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening op grond van dat artikel kan immers alleen worden getroffen voor de duur van het geding.
het tegenverzoek
5.20.
Hiervoor is geoordeeld dat het verzoek van de werknemer tot vernietiging van het ontslag op staande voet wordt afgewezen en dat dit ontslag dus niet wordt vernietigd. Dat betekent dat aan de voorwaarde waaronder werkgever het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft gedaan, niet is vervuld.
5.21.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

6.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
6.1.
wijst het verzoek af;
6.2.
compenseert de proceskosten in de zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
het tegenverzoek
6.4.
verklaart Actomat niet ontvankelijk in haar verzoek;
6.5.
compenseert de proceskosten in de zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
6.6.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en op 29 januari 2020 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter