ECLI:NL:RBNHO:2020:1673
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van de schone lei in het kader van de schuldsaneringsregeling en de gevolgen van strafrechtelijke veroordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 maart 2020 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de schuldsaneringsregeling van de schuldenares, die thans gedetineerd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares in de nakoming van haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling tekort is geschoten. Dit tekortschieten is met name te wijten aan haar detentie en de strafrechtelijke veroordeling die zij heeft opgelopen voor doodslag, waarbij zij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 jaar. De rechtbank heeft de schuldenares opgeroepen om te worden gehoord, waarbij haar bewindvoerder ook aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares vanaf januari 2019 haar sollicitatieplicht niet is nagekomen, wat een belangrijke verplichting is binnen de schuldsaneringsregeling. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de schuldenares door haar strafbare feit onrechtmatig heeft gehandeld jegens de moeder van het slachtoffer, wat heeft geleid tot een nieuwe vordering tot schadevergoeding. Deze nieuwe schuld, die is vastgesteld op € 17.000,-, is ontstaan tijdens de looptijd van de schuldsaneringsregeling en heeft bijgedragen aan de beslissing om de schuldenares de schone lei te onthouden.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de tekortkomingen van de schuldenares niet buiten beschouwing kunnen blijven en heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 3.915,20. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.