22.3Eiseres heeft een overzicht overgelegd van de kosten voor de ingeschakelde deskundigen, inclusief facturen en toelichting. Op basis daarvan komt de rechtbank tot een vergoeding van deskundigenkosten van in totaal € 100.035,65 (exclusief btw). Het bedrag aan deskundigenkosten acht de rechtbank, gelet op de gehanteerde uurtarieven en de hoeveelheid verrichte handelingen, in combinatie met de aard van de zaak redelijk. Deze kosten zijn door verweerder niet bestreden.
23. Omdat het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen, bestaat er geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek daartoe wordt dan ook afgewezen.
24. De voorzieningenrechter ziet gelet op de uitkomst van het beroep aanleiding voor vergoeding van de proceskosten en stelt deze vast op € 525,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift).
Beroep en voorlopige voorziening
25. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepalen de rechtbank en de voorzieningenrechter dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van in totaal € 101.348,15.
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van in totaal € 525,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, voorzitter van de meervoudige kamer, tevens voorzieningenrechter, mr. R.H.M. Bruin en mr. J.M. Janse van Mantgem, leden van de meervoudige kamer, in aanwezigheid van R.I. ten Cate, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2020.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.