ECLI:NL:RBNHO:2020:11778
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vermindering van boete wegens financiële omstandigheden in belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 december 2020 uitspraak gedaan in een belastingkwestie tussen eiser, een houder van een Volkswagen Touran, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (mrb) en een boete opgelegd gekregen omdat hij gebruik had gemaakt van de weg met een geschorst kenteken. Eiser betwistte de naheffingsaanslag en de boete, en voerde aan dat hij door persoonlijke omstandigheden, waaronder de ziekte van zijn (stief)moeder, niet in staat was om de schorsing van het kenteken tijdig op te heffen. De rechtbank oordeelde dat eiser verantwoordelijk was voor het naleven van de voorwaarden van de schorsingsregeling en dat zijn veronderstelling dat de verzekering de schorsing zou beëindigen niet juist was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, handhaafde de naheffingsaanslag, maar matigde de boete tot 10% van het oorspronkelijke bedrag, rekening houdend met eisers financiële situatie. De rechtbank veroordeelde de Belastingdienst in de proceskosten van eiser en droeg hen op het griffierecht te vergoeden. De uitspraak werd niet in het openbaar gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.