Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘Op 13 juli jl. ben ik geïnformeerd over het feit dat ik behoor tot één van de niet herleidbare indirecte die is aangewezen om over te gaan naar de nieuwe vervoerder. In het gesprek werd door [betrokkene] aangegeven dat de financiële ‘kolom’ een andere vorm gaat krijgen en ik hier niet meer in zou passen. Mijn functie zou dan komen te vervallen.In uw brief van 13 juni 2019 wordt echter als reden aangevoerd dat door het wegvallen van mijn werkzaamheden, door het verlies van de concessie, ik één van de medewerkers ben die over gaat naar de nieuwe vervoerder.Daarnaast bevreemdt het mij dat ik in de nog resterende maanden mijn werkzaamheden moet overdragen aan andere medewerkers. Mijn werkzaamheden voor de concessie Haaglanden zijn en waren heel gering en mijn huidige werkzaamheden blijven dus blijkbaar gewoon bestaan. In ieder geval komen die niet te vervallen door het verlies van de concessie Haagladen.Omdat bovenstaande lijkt op een reorganisatie en dit niet een reden kan en mag zijn om personen aan een andere vervoerder over te dragen verzoek ik u om meer toelichting te geven omtrent deze besluitvorming.’
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
uiterlijk een week voor de comparitieaan de kantonrechter en de wederpartij een kopie te sturen van
allestukken die voor beoordeling van de zaak noodzakelijk zijn en die nog niet in de procedure zijn overgelegd. De originele stukken dienen zij mee te brengen naar de zitting. Getuigen kunnen op deze zitting niet worden gehoord.