Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
TURISTIK HAVA TAŞIMACILIK A.Ş.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het (gewijzigde) verzoek
4.Het verweer
Subsidiair wordt betwist dat [werknemer] door Turistik Hava met onbetaald verlof is gestuurd. Hij was op eigen verzoek met onbetaald verlof en was in die periode niet beschikbaar of bereid de bedongen arbeid te verrichten vanwege zijn werkzaamheden als zelfstandig ondernemer. Onder die omstandigheden bestaat geen recht op doorbetaling van loon ex artikel 7:628 BW.
5.De beoordeling
het bedrag waarmee de som van dit loon […] het drievoud van het minimumloon overschrijdt buiten beschouwing blijft’. Deze bepaling geeft een formeel maximum voor de wijze van berekening van de vakantiebijslag. Over het deel van het loon, dat uitkomt boven driemaal het minimumloon, hoeft geen vakantiebijslag te worden betaald (art.15, lid 1, WML). Anders dan door [werknemer] is bepleit, gaat het hier niet om een afwijking van de WML die bij schriftelijke overeenkomst moet worden gedaan. Deze regel maakt onderdeel uit van de hoofdregel en vloeit rechtstreeks uit artikel 15 lid 1 WML voort.