ECLI:NL:RBNHO:2020:11251
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van wrakingsverzoeken tegen de rechter in belastingzaken
Op 20 november 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland een beslissing genomen op de verzoeken tot wraking van de rechter, ingediend door verzoekster. De verzoeken zijn afgewezen omdat niet is gebleken dat de rechter een vooringenomenheid koestert ten aanzien van verzoekster, noch dat de vrees van verzoekster voor een dergelijke vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd is. Verzoekster had eerder wraking aangevraagd in verband met een uitspraak van de rechter in vergelijkbare zaken, maar de rechtbank oordeelde dat onvrede over eerdere uitspraken geen grond vormt voor het vermoeden van onpartijdigheid. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat verzoekster misbruik maakt van het wrakingsinstrument, en dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.