ECLI:NL:RBNHO:2020:10877
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing teruggaaf omzetbelasting niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek om teruggaaf van omzetbelasting over het jaar 2013, welke afwijzing op 29 augustus 2019 was gedaan. Het bezwaar werd op 30 april 2020 door de inspecteur ongegrond verklaard, waarna eiser op 17 juni 2020 beroep instelde.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overwoog dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, te rekenen vanaf de dag na de bekendmaking van het besluit. Aangezien het bestreden besluit op 30 april 2020 was bekendgemaakt, eindigde de termijn voor het indienen van het beroepschrift op 11 juni 2020. Eiser had echter zijn beroepschrift te laat ingediend, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.
Eiser voerde aan dat hij in de bezwaarprocedure had verzocht om de behandeling van meerdere zaken te voegen, en dat hij ervan uit mocht gaan dat hij slechts één termijn hoefde te bewaken. De rechtbank oordeelde echter dat het de verantwoordelijkheid van eiser was om binnen de gestelde termijn beroep in te stellen. De rechtbank kon geen verschoonbare termijnoverschrijding aannemen, ondanks de omstandigheden die eiser had aangevoerd. De rechtbank verklaarde het beroep kennelijk niet-ontvankelijk en wees de verzoeken om proceskostenveroordeling af.