4.3.LF vordert bij wijze van tegenvordering bij vonnis:
1. een bedrag inzake haar provisierecht over 2018, 2019 en 2020 vast te stellen na ontvangst van een door een accountant geverifieerde opgave van de verkochte aantallen in de meubelmarkt in Nederland alsmede voor geheel België en Luxemburg;
2. de provisie over 2018, 2019 en 2020 van overig benaderd cliënteel die Nikki aan LF heeft aangedragen en waarvan Nikki geen opgave van de verkochte aantallen en omzet heeft verstrekt;
3. schadevergoeding jegens het niet kunnen uitventen van het agentuur en gemaakte kosten wegens het achterhouden van informatie betreffende de akte van auteursrecht op de Lampion (artikel 7:441 lid 1 BW). Het in het agentuur geïnvesteerde bedrag bestaande uit werkuren, autokosten, telefoonkosten en kosten promotiemiddelen bedraagt (exclusief BTW):
Werkuren 120 dagen x 8 uur x €50 = € 48.000
Autokosten 120 x 200 km €0,35 = € 8.400
Overige kosten € 1.500
Totaal € 57.900;
4. schadevergoeding als het gevolg van het beschadigen van de naam van LF (PM);
5. schadevergoeding wegens het verlies van een aantal van haar klanten. Vooralsnog begroot op € 15.000;
6. een vergoeding van de kosten van het vergoeden van de geretourneerde Lampionnen. Dit betreft de klanten Van Til en Van Beek. Dit bedrag bedraagt (€ 1.129,47 + € 387,58 = € 1.517,05);
7. een klantenvergoeding voor aangebracht cliënteel indien besloten wordt de agentuurovereenkomst te ontbinden (PM) op basis van artikel 7:442 lid 1 BW);
met veroordeling van Nikki in de proceskosten.