Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Gouweleeuw Metaal Tankbouw B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Naar aanleiding van het telefoongesprek met [gedaagde] ”.
€ 11.940,00 ex btw.
“hij[kantonrechter: [gedaagde] ]
heeft het voor elkaar gekregen dat jij tanks ergens anders uitbesteedt”, waarop [ZZ] antwoordt:
“Ja”.
“en toen kwam [gedaagde][kantonrechter: [gedaagde] ]
in beeld met Staal 12, en die zijn nu € 8.900,00 goedkoper, ja toch”, waarop [ZZ] antwoordt:
“Ja, ja, klopt”.
“door toedoen van meneer [gedaagde] loop ik een opdracht mis, daar komt het op neer”, waarop [ZZ] antwoordt:
“Nou ja, vul hem in zoals je hem in wil vullen zeg maar ehh, ja, dat zou een conclusie kunnen zijn”.
“In september 2019 kregen we een aanvraag van een klant voor opslag in 4 landtanks. Wij hebben weer contact opgenomen met de heer [gedaagde] (...). Tijdens een eerste oriënterend gesprek met de heer [gedaagde] heeft hij ons geïnformeerd over zijn vertrek bij [XX] . (...) Omdat wij geen speciale binding hadden met [XX] en verder geen enkel contact meer hadden met deze firma, hebben wij voor de nieuwe aanvraag geen aanleiding gezien om in contact te treden met [XX] . (...) Ergens eind oktober 2019 werd ik door iemand van [XX] gebeld die mij op een heel onbeschofte manier vertelde dat hij een order was misgelopen. Ik heb hem (...) uitgelegd dat ik dacht dat [XX] gestopt was met het bouwen van opslagtanks. (...) Nadat ik kenbaar had gemaakt dat wij het vreemd vinden dat ons verweten wordt dat wij geen offerte hebben aangevraagd terwijl wij op geen enkele manier door (...) [XX] zijn geïnformeerd over (...) het vertrek van de heer [gedaagde] (...) is het gesprek beëindigd”.
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Theodoor Gilissen)). [gedaagde] heeft tijdens zijn dienstverband en met gebruikmaking van zijn kennis, ervaring en contacten opgedaan bij GMT, en met gebruikmaking van bedrijfsinformatie van GMT, ervoor gezorgd of eraan bijgedragen dat Bac Machinebouw naar een concurrent van GMT is gegaan om daar een gunstiger offerte te kunnen verkrijgen. Daarmee heeft [gedaagde] zijn verplichting om zich als goed werknemer te gedragen in de zin van artikel 7:611 BW geschonden en is hij op die grond aansprakelijk voor de schade die GMT daardoor heeft geleden.
“bak puin”en een
“berg emotie”terecht waren gekomen, waarmee hij mede verwijst naar de discussie met [XX] over de rol van [gedaagde] .
“Kijk ik heb een marge van 10%, meer niet”.Dat betekent dat sprake is van een door GMT geleden schade van in totaal € 3.710,00 (10% x (€ 23.600 + € 13.500,00)). [gedaagde] zal dus worden veroordeeld tot betaling van dat bedrag.
Boogaard/Vesta) en van 5 december 1997, gepubliceerd in JAR 1998/17 (
Triple P)). Als duurzaam bedrijfsdebiet kan onder meer worden aangemerkt het marktaandeel, de kennis, de relaties, de goede naam en de goodwill van de voormalige werkgever. Omstandigheden als het stelselmatig benaderen van klanten van de voormalige werkgever met de bedoeling om deze klanten te laten overstappen naar een concurrent, het doen van ongunstige uitlatingen over de voormalige werkgever, en (bewuste) misleiding van klanten van de voormalige werkgever, kunnen bijdragen aan het oordeel dat sprake is van onrechtmatig handelen van de ex-werknemer (zie de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 12 mei 2020, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1526).
€ 3.710,00. De gevorderde wettelijke rente daarover is toewijsbaar vanaf de datum van de dagvaarding, zoals gevorderd.