95.03en op een in Duitsland afgegeven bindende tariefinlichting (hierna: BTI) met nummer DEBTI 17877/18- 1.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot indeling van de ‘magnetic dress up’ onder Taric-code 9503 0099 90, met veroordeling van verweerder tot vergoeding van het griffierecht.
6. Verweerder stelt dat sprake is van verschillende soorten artikelen (houten klerenkastje, houten pop en voor die pop bestemde houten kledingstukken), die zijn aangeboden in één verpakking voor de kleinhandel. Indien de artikelen niet in één verpakking, maar afzonderlijk zouden worden ingevoerd, zouden alle artikelen worden ingedeeld als ‘ander speelgoed van hout’ (andere dan met de hand vervaardigd) en onder goederencode 9503 0099 90 worden ingedeeld.
In beginsel is dus niet voldaan aan de in de Toelichting IDR op de indelingsregel genoemde 3, onderdeel b, dat sprake moet zijn van “verschillende artikelen die op het eerste gezicht onder verschillende posten kunnen worden ingedeeld”. Omdat echter de term ‘stel of assortiment’ in de formulering van GN-code 9503 0070 wordt gebruikt, behoeft aan deze voorwaarde niet te worden voldaan, zo blijkt uit de Richtsnoeren. Uit de Toelichting EG op GS-post 95.03 volgt dat slechts andere artikelen (van dezelfde onderverdeling) dan diegene die vallen onder onderverdelingen 9503 0095 of 9503 0099 niet als verschillende soorten artikelen worden aangemerkt.
Met andere woorden: artikelen die vallen onder onderverdelingen 9503 0095 of 9503 0099 kunnen als verschillende soorten artikelen worden aangemerkt. De ingevoerde stellen bestaan uit verschillende artikelen: een houten klerenkastje, een houten pop en houten kledingstukken. Er is daarom volgens verweerder sprake van ‘ander speelgoed, aangeboden in assortimenten of in stellen’ als bedoeld bij GN-code 9503 0070.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
7. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
8. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1101/2014 van de Commissie van 16 oktober 2014 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief.
HOOFDSTUK 95
SPEELGOED, SPELLEN, ARTIKELEN VOOR ONTSPANNING EN SPORTARTIKELEN; DELEN EN TOEBEHOREN DAARVAN
Aantekeningen
1. Dit hoofdstuk omvat niet:
a) kaarsen (post 3406) (...)
4. Met inachtneming van het bepaalde in aantekening 1. hiervoor, omvat post 9503 onder meer artikelen van deze post gecombineerd met een of meer artikelen en die niet kunnen worden aangemerkt als een stel of assortiment in de zin van algemene regel 3, onder b). voor de interpretatie van de nomenclatuur, maar die, indien zij afzonderlijk zouden worden aangeboden, zouden moeten worden ingedeeld onder andere posten, voor zover de artikelen
samen zijn opgemaakt voor de verkoop in het klein en de combinatie het wezenlijke karakter van speelgoed heeft.
(....)
GN-code Omschrijving
9503 Driewielers, autopeds, pedaalauto’s en dergelijk speelgoed op wielen; poppenwagens; poppen; ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten
9503 0010 - driewielers, autopeds, pedaalauto’s en dergelijk speelgoed op wielen; poppenwagens
9503 00 - poppen, zijnde nabootsingen van de mens en delen en toebehoren: 9503 0021 - - poppen, zijnde nabootsingen van de mens:
9503 0021 10 - - - decoratieve poppen, gekleed op voor het land van oorsprong kenmerkende
9503 0021 90
folkloristische wijze, met de hand vervaardigd
- - - andere
9503 0029 00
- - delen en toebehoren
9503 0030 00
- elektrische treinen, (...)
9503 0055
- speelgoedmuziekinstrumenten en -apparaten
9503 0070
- ander speelgoed, aangeboden in assortimenten of in stellen
- ander
9503 0081
- - speelgoedwapens
9503 0085
- - miniatuurmodellen, vervaardigd door vormgieten, van metaal
9503 0095
- - ander
- - - van kunststof
9503 0099
- - - ander
9503 0099 10
- - - - van hout, met de hand vervaardigd
9503 0099 90
- - - - andere
De van toepassing zijnde ‘Algemene regels voor de interpretatie van de Gecombineerde Nomenclatuur’ (hierna: de indelingsregels) luiden:
Voor de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur gelden de volgende bepalingen.
1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en - voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen - de navolgende regels.
2. (...)
3. Indien goederen met toepassing van het bepaalde onder 2 b) of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:
4. de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels of goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurige omschrijving geeft;
5. mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3 a, worden ingedeeld naar de stof of naar het goed, waaraan de mengsels, de werken, de stellen of assortimenten hun wezenlijke karakter ontlenen, indien dan kan worden bepaald;
6. in de gevallen waarin indeling aan de hand van het bepaalde onder 3 a en 3 b niet mogelijk is wordt van de verschillende in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.
(...)
6. Voor de indeling van goederen in de onderverdelingen van een post, zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede ‘mutatis mutandis’ de vorenstaande bepalingen, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.
De Toelichting IDR op indelingsregel 3 luidt, voor zover van belang: