Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Power Internet B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
“(…) Aangezien de bedrijfsarts adviseert om mediation in te zetten met betrekking tot het arbeidsconflict, is cliënte benieuwd wat het vervolg zal zijn. Dat de situatie tussen partijen behoorlijk is verslechterd, behoeft nauwelijks toelichting. Dit neemt niet weg dat cliënte open staat voor overleg.Werkhervatting zonder enig overleg / mediation ligt niet in de rede. Zodoende verneem ik graag van u hoe uw cliënte invulling wenst te geven aan het advies van de bedrijfsarts. (…)”
“(…) Het eerdere mediationtraject heeft niets opgeleverd, terwijl uw cliënte toen volhield dat zij gewoon zou kunnen werken, omdat de privé verhoudingen (die toen ook al slecht waren, wat dat betreft is er niet veel veranderd), aan de zakelijke arbeidsverhouding niets zou afdoen.Mijn cliënte heeft, in lijn met de uitspraak van de kantonrechter, uitvoering gegeven aan het aldaar gegeven oordeel en zal dus ook thans niet onbevooroordeeld meewerken aan een mediation die thans de insteek heeft dat uw cliënte, wegens de verstoorde privé verhouding, niet in staat is om te werken. Hoe ziet uw cliënte dat?”
“(…) Dat [verzoekster] niet heeft gewerkt ligt in de risicosfeer van Power Internet. Door geen mediationtraject op te starten zoals door de bedrijfsarts geadviseerd, door [verzoekster] voor te houden dat er eigenlijk geen werk meer voor haar is, en [verzoekster] klusjes op te dragen die geen dan wel nauwelijks verband houden met haar eigen werk concludeert de kantonrechter dat Power Internet onvoldoende inspanning heeft verricht om [verzoekster] haar eigen werk te laten verrichten. Dat had wel op de weg van Power Internet gelegen en dient dus in redelijkheid voor Power Internet te komen. (…)”
“(…) Ik heb vernomen dat uw cliënte volgende week wegens vakantie afwezig is. Ik verzoek u om haar vandaag nog te attenderen op het gegeven dat mijn cliënte inmiddels in overleg is met een mediator, zodat uw en mijn cliënte, bij terugkomst van uw cliënte, direct het traject kunnen starten. (…)”
“Op vrijdag 2 augustus informeerde u mij inzake het feit dat uw cliënte voornemens is mediation in gang te zetten. Wat cliënte betreft is dit echter mosterd na de maaltijd. Het heeft echt te lang geduurd vooraleer uw cliënte hier nu eindelijk iets mee wil doen. Bovendien heeft u herhaaldelijk, ook recentelijk, namens uw cliënte laten weten dat zij ernaar streeft de arbeidsovereenkomst te beëindigen. (…)“Cliënte is op haar beurt tot de conclusie gekomen dat de arbeidsovereenkomst tot een einde moet komen en zal daartoe zelf een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst indienen. (…)”
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier voor. [verzoekster] heeft zich binnen één jaar tot drie keer toe genoodzaakt gezien om via een gerechtelijke procedure een onterechte loonstaking ongedaan te maken en doorbetaling van loon af te dwingen. Tot drie keer toe is Power Internet hiertoe veroordeeld. Dit bij herhaling zonder redelijke grond staken van loonbetaling is naar het oordeel van de kantonrechter op zichzelf al een zodanige schending van goed werkgeverschap dat dit de conclusie rechtvaardigt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van Power Internet tegenover [verzoekster] . Dit geldt zeker voor de meest recente loonstaking, waarbij Power Internet niet tot salarisbetaling is overgegaan ondanks het feit dat de door haar zelf aan loonstaking gestelde voorwaarde evident niet is vervuld. Power Internet heeft [verzoekster] desondanks zonder inkomen gelaten, en bovendien nagelaten het als voorwaarde gestelde mediationtraject daadwerkelijk in gang te zetten. Omdat de herhaalde onterechte loonstakingen op zichzelf al kwalificeren als ernstig verwijtbaar handelen van Power Internet, wat een belangrijke reden is van de verstoring van de arbeidsverhouding en de ontbinding, hoeft over de andere door [verzoekster] aangevoerde feiten en omstandigheden geen oordeel gegeven te worden.
Zinzia)). De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van de ontbinding kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
6.De beslissing
25 november 2019;
griffierecht € 486,00
salaris gemachtigde € 720,00;
griffierecht € 231,00