6.3.Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan doodslag. Zij heeft het slachtoffer op gewelddadige wijze om het leven gebracht, namelijk door hem meermalen met een mes in de borststreek en hals te steken, waarbij vitale organen zijn geraakt.
Na het steken heeft verdachte het slachtoffer “welterusten” gezegd, hem een duw gegeven ten gevolge waarvan hij deels in het water is gevallen en is zij naar het huis van het slachtoffer gegaan, waar zij haar bebloede handen heeft gewassen. In de woning bevond zich op dat moment de nietsvermoedende moeder van het slachtoffer. Vervolgens heeft verdachte haar scooter gepakt en is naar haar huis gegaan. Daar heeft zij zich omgekleed en heeft zij haar bebloede kleding, schoenen, het mes en de telefoon van het slachtoffer in een zak gedaan, waarna zij één van haar kinderen opdracht heeft gegeven om deze spullen elders weg te gooien.
Hierna is verdachte teruggegaan naar het huis van het slachtoffer en heeft zij een alledaags gesprek gehad met zijn nog steeds nietsvermoedende moeder. Bij haar thuis, maar ook later heeft verdachte uitgebeld en berichten gestuurd naar de telefoon van het slachtoffer, terwijl zij wist dat zij de telefoon van het slachtoffer in haar bezit had en had laten wegmaken. Op enig moment heeft zij gedaan alsof zij het slachtoffer ging zoeken, waarna zij hem dood aantrof. Na een buurtbewoner te hebben gewaarschuwd, heeft zij 112 gebeld en de moeder van het slachtoffer op de hoogte gesteld en haar meegenomen naar de waterkant. De moeder van het slachtoffer is vervolgens geconfronteerd met het levenloze en bebloede lichaam van haar zoon. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring van haar andere zoon (erfgenaam van de moeder) blijkt dat de moeder psychisch ernstig is geraakt door de aanblik van haar overleden zoon en door zijn gewelddadige dood. Zij heeft ten gevolge hiervan een posttraumatische-stressstoornis (PTSS) ontwikkeld en is hiervoor onder behandeling geweest.
Door haar handelen heeft verdachte het slachtoffer het meest fundamentele recht waarover de mens beschikt ontnomen: het recht op leven. Verdachte heeft de nabestaanden van het slachtoffer onherstelbaar leed toegebracht. De ernst van het gepleegde feit rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank dan ook een langdurige gevangenisstraf.
De rechtbank neemt het verdachte bovendien ernstig kwalijk dat zij jarenlang bewust geen openheid van zaken heeft gegeven, waardoor de nabestaanden lange tijd in het ongewis zijn gebleven. De moeder van het slachtoffer heeft jaren met het vermoeden moeten leven dat verdachte, die al direct na het overlijden van het slachtoffer als verdachte in beeld kwam, haar zoon had gedood. Een oplossing van de zaak na zeer langdurig, aanhoudend en intensief politieonderzoek heeft zij voor haar overlijden niet meer mogen meemaken.
Eerst nadat verdachte ruim twee jaar na het overlijden van het slachtoffer is geconfronteerd met de belastende verklaringen van haar zoons en haar broer, heeft zij een deels bekennende verklaring afgelegd. Ook het door haar gestelde motief voor haar daad, vermeend misbruik door het slachtoffer van haar minderjarige dochter(s), lijkt achteraf door haar te zijn ingegeven om haar daad te rechtvaardigen. Verdachte heeft nimmer aangifte gedaan tegen het slachtoffer van misbruik van haar dochter(s), zij heeft in haar eerdere verklaringen tegenover de politie hier nooit over gesproken en zij heeft haar dochter(s) tot vlak voor het overlijden van het slachtoffer wekelijks meegenomen naar zijn woning om daar vervolgens met haar dochter(s) het weekend te verblijven. Ook heeft verdachte pas kort voor de inhoudelijke terechtzitting, drie jaar na het vermeende misbruik, hulpverlening voor haar vermeend misbruikte dochter ingeschakeld.
Verder rekent de rechtbank het verdachte ook ernstig aan dat zij met name na haar daad erg planmatig te werk is gegaan in het wissen van sporen en het verschaffen van een zogenaamd alibi. Bij het verwijderen van de sporen heeft zij misbruik gemaakt van haar kinderen. Zij heeft haar kinderen gedurende een lange periode met een enorm geheim opgezadeld. In haar handelen tijdens en na het delict is verdachte kil en berekend geweest. De rechtbank neemt het verdachte bijzonder kwalijk dat zij er actief voor heeft gezorgd dat de moeder van het slachtoffer is geconfronteerd met het levenloze lichaam van haar zoon. Al deze factoren neemt de rechtbank in strafverzwarende zin mee bij het bepalen van de strafmaat.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 10 juli 2019, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder ter zake van een geweldsdelict is veroordeeld. De rechtbank neemt dit noch in strafmatigende, noch in strafverzwarende zin mee bij het bepalen van de strafmaat.
Verder heeft de rechtbank gelet op het triple onderzoek pro justitia, gedateerd 14 augustus 2019 van [deskundige 2] , psychiater, [deskundige 3] , GZ-psycholoog en [deskundige 4] , forensisch milieuonderzoeker.
Het rapport houdt onder meer in:
Uit het onderzoek komt naar voren dat bij betrokkene sprake is van zwakbegaafdheid, dit heeft bijgedragen aan een scheefgroei in de persoonlijkheid. De scheefgroei van de persoonlijkheid kan vooral gezien worden als het resultaat van de intellectuele beperking, in combinatie met de tekortschietende en invaliderende omgeving waarin betrokkene opgroeide. Om deze reden kan het beste worden gesproken van een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. Dit betreft een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor het bestaan van een ziekelijke stoornis (zoals een stemmings-, angst-, dwang- en/of psychotische stoornis) ten tijde van of voorafgaand aan het tenlastegelegde. Of en zo ja, hoe precies en in welke mate de beschreven gebrekkige ontwikkeling heeft doorgewerkt in het tenlastegelegde, kan echter niet gereconstrueerd worden. Betrokkene is immers zeer wisselend in haar verklaringen gebleken, waarbij geregeld nieuwe of strijdige informatie naar voren is gekomen. Onderzoekers onthouden zich van een advies over de toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
De rechtbank kan zich met de inhoud van dit rapport verenigen en acht verdachte volledig toerekeningsvatbaar. De zwakbegaafdheid van verdachte betrekt de rechtbank in strafmatigende zin bij het bepalen van de strafmaat. Anders dan de raadsman ziet de rechtbank geen aanleiding om in strafmatigende zin rekening te houden met het feit dat sprake was van een moeizame relatie tussen verdachte en het slachtoffer.
Gelet op de hiervoor omschreven feiten en omstandigheden acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf conform de eis van de officier van justitie passend en geboden.