Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Lecc Exploitatie De Horn B.V.
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2]
1.Het procesverloop
2.De feiten
“dat Beheerder het dagelijks beheer over het Park en de Algemene voorzieningen voert, alsmede dat Beheerder in verband daarmee een aantal nader in deze overeenkomst omschreven diensten, mede ten behoeve van de Eigenaar, zal verrichten, waaronder instandhouding/verbetering en zo nodig vervanging van de thans aanwezige algemene voorzieningen met infrastructuur en dergelijke, waarvoor Eigenaar beheerkosten verschuldigd is aan Beheerder (…)”
“Wij (ondergetekenden) worden geacht voor 12 december het resterende parkbijdrage (betreffende het gedeelte dat gereserveerd is of wordt, ter verbetering van de infrastructuur e.d. van ons park) aan u te doen overmaken.Afgelopen week zijn we tot het besluit gekomen om dit bedrag voorlopig niet aan u over te maken. Dit wil niet zeggen dat we dit niet betalen, enkel dat we dit tot nader tijdstip niet zullen doen. Dit met de volgende motivatie. Afgelopen jaren hebben we alle rekeningen altijd op tijd betaald, omdat dit contractueel zo hoort. We waren het eens met uw plannen en hebben ook ingestemd met deze, om zo het park weer op te waarderen en te zorgen voor een ontspannen en aangenaam verblijf. Tot op heden moeten we constateren dat van deze afspraken en bedoelingen zo goed als niets terecht is gekomen. Ook hebben we geen echt gevoel van veiligheid meer gezien het aantal zeer ingrijpende gebeurtenissen afgelopen jaar.We zaten al eerder met deze opvatting en hebben daarom met u contact gehad over de verdere voortgang. In deze gesprekken belooft u steeds dat het goed gaat en ook dat werkzaamheden gestart worden, echter we zien niets van deze. (…) Wij willen u wijzen op de diverse artikelen in de beheerovereenkomst.Het betreft hier: art: 1:1 regel b,d,j,k,l art:1:2 a,b,e,g art:3 regel 2,3,4,5,7 art:5 1,4Allemaal artikelen waaraan het nodige hapert dan wel helemaal niets aan wordt gedaan.(…) Zolang er geen duidelijk zichtbare verbetering komt, betreffende de bovengenoemde zaken, of een door u duidelijke onderbouwing waarom deze zaken zo lang op zich laten wachten en er niets gebeurt, zullen we de betaling van het tweede gedeelte niet doen. (…)”
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
“het handhaven van de rust en orde op het Park”, of:
“het toezicht houden opdat de Recreatiewoning steeds in goede staat verkeert”. Het mag in dit licht geen verbazing wekken dat een enkel tekortschieten in één van de vele, en soms ruim omschreven, verplichtingen niet direct een recht op opschorting rechtvaardigt. De tekortkoming zal zowel in ernst als belang voldoende concreet en zwaarwegend moeten zijn.
“waaraan het nodige hapert dan wel helemaal niets aan wordt gedaan”, is daartoe onvoldoende.