Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
: “ik weet niet precies wat er gebeurde, misschien bleef het gas hangen, maar de trap raakte het toestel. Toen de trap vervolgens weer naar achter werd gereden, zag ik een zwarte plek op het toestel welke daar eerst niet zat. (…) [werknemer] zei dat de schade niet door hem veroorzaakt was, maar ik zag dat de schade wel door de trap was gekomen, het was namelijk best een harde klap. Hij bleef er echter bij dat de schade niet door de trap was veroorzaakt. (…) Ik zei tegen [werknemer] , wat heb je nou gedaan, dit moeten we melden. Hij zei toen; dit komt niet door mij. (…) We hebben toen de trap aangesloten en zijn terug naar de C pier gegaan. (…) Omdat ik met de grote pushback reed, moest ik via de baan terug en moest daarom een tijd wachten op begeleiding. Toen ik daarop stond te wachten, heb ik [werknemer] gebeld en hem nogmaals de kans gegeven de schade zelf te melden. Hij bleef volhouden dat de schade niet door hem veroorzaakt was en dat het er al zat. Aangekomen in de kantine op de C-pier heb ik hem apart genomen en gezegd; we moeten dit melden. Hij zei toen; je mag het melden maar het komt niet door mij en daar blijf ik bij. Het was een lastige situatie, ik kan het goed met [werknemer] vinden. (…) [werknemer] heeft de schade niet gemeld, ik ben naar Airside Operations gegaan en heb het gemeld. Tussen de schade en het melden heeft ongeveer 20 minuten gezeten. (…) De technische dienst bevestigde dat er schade was. [medewerker airside operations] heeft mij en [werknemer] toen apart genomen om te vragen wat er precies gebeurd is. [werknemer] zei toen dat het alleen viezigheid was. Ik denk dat [werknemer] in paniek is geweest. Ik vind het heel vervelend dat hij het niet toegeeft, het was overduidelijk.”
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).