Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 5 juni 2019 te Purmerend, in elk geval in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [aangever 1] opzettelijk van het leven te beroven, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp voornoemde [aangever 1] meermalen in zijn buik en/of zijn arm, althans in zijn (boven)lichaam heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 5 juni 2019 te Purmerend [aangever 2] heeft mishandeld door met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp meermalen, althans eenmaal, in de arm, althans in het lichaam van voornoemde [aangever 2] te steken.
2.Voorvragen
3.Bewijs
hij op 5 juni 2019 te Purmerend ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [aangever 1] opzettelijk van het leven te beroven, met een mes [aangever 1] meermalen in zijn buik heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 5 juni 2019 te Purmerend [aangever 2] heeft mishandeld door met een mes in de arm van [aangever 2] te steken.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
(4.3.2. tot en met 4.3.4.).