Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Texels Museum
1.Het procesverloop
2.De feiten
- Strategisch inzicht, koppeling van organisatieontwikkeling aan strategische doelen, acteren vanuit lange termijn doelen, operationaliseren strategie, werkelijke verandering in museum-beleving
- Sturen op resultaten, sturen op concrete doelen, kwaliteit rapportages, verbetering bereikbaarheid, beschikbaar stellen middelen, orde in de chaos, verhogen productiviteit, concrete resultaten facilitair bedrijf
- Scheiden hoofd- en bijzaken, gestructureerd en niet ad-hoc-handelen, consistentie, vertalen wensen en behoeften RvT, doorpakken/doorontwikkelen van nieuwe zaken.”
“zakelijk-adjunct”of locatiemanager.
“voorbereiden”van een adviesaanvraag aan de OR over het driehoofdig directiemodel.
in charge zijn tot je volledig bent hersteld, nl 1-1-2019. Vanaf 1-1-2019 werken jullie als zijnde een (interim) directieteam waarin ieder van jullie gelijkwaardig is. De formalisering van deze situatie doen we uiteraard na advies OR en definitief besluit RvT. Dat kan m.i. met terugwerkende kracht, maar dat is niet beslist noodzakelijk.”
ondersteunend.”
“mogelijk vormfouten”zijn gemaakt doordat de adviesaanvraag aan de OR van 8 januari 2019 zonder overleg met de RvT is opgesteld en ingediend. Zij maken daarvoor excuses aan de RvT.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
het verzoek
Servicenow Nederland)).
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). In dit geval is geen sprake van dergelijk ernstig verwijtbaar handelen of nalaten.
“niet onderhandelbaar”is. De afspraken over een driehoofdig bestuur zijn nadien vastgelegd in een e-mail van de RvT van 19 september 2019 en een e-mail van [naam 1] van 21 september 2019. In e-mails aan [verweerster] van 6 december 2018 en 7 december 2018 heeft de RvT nog eens herhaald dat zij de bestuursvorm bepaalt en de directieleden benoemd, en dat de RvT een driehoofdig bestuur wenst. In de e-mails van 6 december 2018 en 7 december 2018 is ook aan de orde gesteld dat [verweerster] een adviesaanvraag aan de OR gaat
“voorbereiden”en dat [naam 5] en [naam 6] met ingang van 1 januari 2019 tot mededirecteur worden benoemd.
“voorbereiden”, niet aannemelijk. Verder is niet gebleken dat [naam 1] in een telefonisch contact met [naam 5] of [naam 6] toestemming zou hebben gegeven voor een nader onderzoek naar een ander bestuursmodel, zoals [verweerster] stelt, en dit valt ook niet te rijmen met het consistente standpunt van [naam 1] en de RvT over het door hen gewenste driehoofdige directiemodel. Er is temeer reden om de RvT te volgen in het standpunt dat het vertrouwen in [verweerster] door deze gang van zaken is geschaad, omdat al vanaf 2015 de zeggenschap binnen de onderneming en het vertalen van de wensen van de RvT onderwerp van gesprek was tussen de RvT en [verweerster] . [verweerster] kon en moest zich er dus bewust van zijn dat voortdurende discussie daarover en het negeren van de afspraken en wensen van de RvT de verhoudingen ernstig zou kunnen schaden. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat de RvT doelbewust heeft aangestuurd op een verstoorde arbeidsverhouding, maar is sprake van omstandigheden op grond waarvan de RvT op goede gronden het standpunt heeft kunnen innemen dat [verweerster] het vertrouwen heeft geschaad.