Uitspraak
hierna te noemen de kantonrechter.
1.PROCESVERLOOP
2.BEOORDELING VAN HET VERZOEK
De officier van justitie heeft zich tegen aanhouding verzet, daartoe stellende dat de stukken zijn verstrekt behoudens informatie uit de Mulder-zaak, omdat die informatie niet meer beschikbaar is en overigens het belang onvoldoende is onderbouwd.
De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat ter zitting van 11 juni 2019 reeds door de toen behandelend kantonrechter is beslist dat onvoldoende is onderbouwd waarom de gevraagde informatie van belang is voor de beoordeling van de snelheidsovertreding waarvan verzoeker wordt verdacht. Ook nu is het verzoek onvoldoende onderbouwd.
Desgevraagd heeft hij bevestigd dat de wrakingsgrond inhoudt dat de kantonrechter teveel op de hand van het OM is nu conform het standpunt van het OM is beslist.
De wrakingskamer verwijst hiertoe naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1413. Hierin is beslist dat een rechterlijke tussenbeslissing als zodanig nimmer grond kan vormen voor wraking. Wraking is geen verkapt rechtsmiddel.