Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 september 2019 in de zaken tussen
[G BEDRIJF] B.V., gevestigd te [Z] , eiseres,
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
2011.2012
,[H BEDRIJF] BV en
Afwaardering van de leningen in 2011 en 2012
2012een koper werd gevonden die een lagere prijs wilde betalen dan was voorzien. De lagere verkoopopbrengst was volgens eiseres de reden om de vordering in 2011 af te waarderen. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de afwaardering in 2011 voorzienbaar was en is van oordeel dat de afwaardering reeds daarom niet ten laste van het resultaat kan worden gebracht in 2011.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslag vpb 2011 tot een berekend naar een belastbaar bedrag van € 2.133.685;
- vermindert de aanslag vpb 2012 tot een berekend naar een belastbaar bedrag van € 873.121;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van in totaal € 1.024;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 338 vergoedt.