Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 september 2019 in de zaak tussen
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, verweerder.
[derde partij] , handelend onder de naam Loonbedrijf [derde partij], te [plaats]
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank stelt de hoogte van de proceskostenvergoeding op grond van het Bpb vast op
€ 85,34 (1 punt voor het indienen van het beroep met een waarde per punt van € 512,- en een wegingsfactor 1,5 (gemiddelde zwaarte en 4 of meer samenhangende zaken), gedeeld door 9 (aantal zaken).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder aan eiseressen het door hen betaalde griffierecht van
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseressen tot een bedrag van
mr. P.C. van der Vlugt, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 3 september 2019.