Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- een of meer vuurwapen(s) aan die [medeverdachte] te leveren en/of
- (nabij de toegangsdeur van de Eerste Hulp post) een omstander (welke omstander de op dat moment gewonde [slachtoffer] tracht af te schermen van verdachte(n) en/of hulp te verlenen en/of behulpzaam te zijn) meermalen, althans eenmaal, weg te duwen en/of te beletten bij die [slachtoffer] en/of genoemde [medeverdachte] te komen (als gevolg waarvan hij, verdachte, een situatie heeft gecreëerd waarin het voor die [medeverdachte] makkelijk(er) werd om in de richting van en/of in het lichaam van die [slachtoffer] een of meerdere kogel(s) af te vuren);
hij op of omstreeks 13 oktober 2018 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s) van categorie II of III van de Wet Wapens en munitie, en/of (voor dat/die vuurwapen(s) geschikte) munitie van categorie II of III van de Wet Wapens en munitie, te weten een of meerdere kogelpatronen, voorhanden heeft gehad.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- het slachtoffer heeft gevreesd voor zijn leven;
- het slachtoffer heeft vanwege meerdere schotwonden, deels veroorzaakt door de broer van verdachte, een spoedoperatie moeten ondergaan en heeft daarna nog veel pijn en hinder ondervonden;
- het slachtoffer zal blijvende, ontsierende littekens houden.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
niet bewezenwat aan verdachte onder
1 primair, 1 subsidiair en 2is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
bewezendat verdachte het onder
1 meer subsidiairten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
2 (twee) jaren.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 10.000,00 (tienduizend euro)als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 10.000,00 (tienduizend euro),bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.