Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Stoere, imposante, knappe, lieve, gezonde 12-jarige ruin van 1.74-1.75m te koop van de Gelderse hengst Sirius. Loopt ZZL met winstpunten.Paard wordt met pijn in het hart verkocht omdat hij nét iets te mans is voor ons (moeder en dochter van 14 jaar). (…)”
de gemachtigde van [gedaagde] bericht op 7 mei 2019 aan de gemachtigde van [eiseres] :“Cliënte handhaaft haar aanbod van 1 mei 2019.Als uw cliënte dat aanbod niet aanvaardt dan wordt er geen finale kwijting verleend. Dit wil zeggen dat mijn cliënte akkoord gaat met de intrekking onder betaling van de proceskosten (liquidatietarief) maar mijn cliënte zich het recht voorbehoudt de daadwerkelijk gemaakte kosten via een separate procedure op uw cliënte te verhalen. De kosten zullen dan hoger zijn dan de thans genoemde EUR 4.000. Dit punt is zeer principieel voor mijn cliënte.(…)”de gemachtigde van [eiseres] bericht op 7 mei 2019 aan de gemachtigde van [gedaagde] :“(…)Cliënte heeft mij laten weten dat zij niet bereid is om de (vermeende) daadwerkelijk gemaakte kosten te vergoeden. Wel zal cliënte de proceskosten conform het liquidatietarief vergoeden. (…) Graag verneem ik op welk rekeningnummer dit bedrag kan worden overgemaakt.Na ontvangst van het bankrekeningnummer zal cliënte het bedrag per omgaand overmaken en zal ik de kantonrechter berichten dat de procedure kan worden doorgehaald.(…)”de gemachtigde van [gedaagde] bericht op 9 mei 2019 aan de gemachtigde van [eiseres] :“Dank voor uw e-mail. (…) Ik verzoek u bij overmaking dossiernummer 89707 te vermelden. Zodra er akkoord is van de Rechtsbijstandsverzekering zal op het nog openstaande punt worden teruggekomen. Na betaling zal ik de Kantonrechter eveneens verzoeken de zaak door te halen.”de gemachtigde van [gedaagde] bericht op 9 mei 2019 aan de gemachtigde van [eiseres] :“Na intern overleg gaan we het anders doen. Ik zal de Kantonrechter in de zaak in overweging geven de volledige proceskosten toe te kennen (zie artikel 21 Rv). We achten het materiele conflict zoals gezegd beëindigd maar laten deze Kantonrechter nog oordelen over de kosten. De stukken daartoe zullen tijdig in het geding worden gebracht. Zo wordt het een en ander het meest efficiënt opgelost.”
3.Het geschil
€ 7.069,75 inclusief BTW en de door [gedaagde] gemaakte kosten van € 362,34 is verschuldigd aan [gedaagde] . Eerstgenoemd bedrag bestaat uit de advocaatkosten van [gedaagde] van € 12.069,75, op welk bedrag de vergoeding van € 5.000,00 door de rechtsbijstandsverzekering in mindering is gebracht. [gedaagde] beroept zich daarbij op schending van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).