Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 maart 2018;
- de akte aanvulling van eis van [eiser] productie 22 tot en met 31;
- de door [eiser] ingezonden productie 32 tot en met 37;
- de akte, tevens antwoordakte op de wijziging van eis van de Gemeente;
- het proces-verbaal van comparitie van 10 december 2018.
2.De feiten
“Wij zien in het plan voldoende aanknopingspunten om met elkaar het gesprek te vervolgen over het definitief vestigen van het [naam museum] in het voormalig postkantoor. Een belangrijk aspect dat helaas nog niet nader door u is toegelicht in het plan betreft het financiële plaatje.”
“Een invulling waarbij het voormalig postkantoor (…) ook als volwaardige expositieruimte dienst doet, houdt onze voorkeur. Met dat vertrekpunt gaan wij scenario’s voor de toekomst van het gebouw verkennen, waarbij de ruimten ervan, ook aan u, marktconform kunnen worden aangeboden.”
“het uitvoeren van een oriënterende marktconsultatie”met betrekking tot het pand.
“Bij verhuurde objecten wordt te allen tijde eerst aan de huurder aangeboden, gevolgd door een openbare aanbieding in de markt. Bij een dergelijke openbare aanbieding wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de positie en omstandigheden van de zittende huurder.”
as is”. De Gemeente heeft dit bod afgewezen.
[eiser] heeft zich, hoewel hij daartoe door de Gemeente bij brief van 21 september 2017 was uitgenodigd, niet ingeschreven.
- een koopsom van € 245.000,00, vrij op naam, zonder voorbehoud van financiering;
- het pand wordt “
- aanbetaling van 10% op de koopsom;
- bankgarantie voor de koopsom.
Het proces-verbaal is ondertekend door de notaris op 1 november 2017 om 16:45 uur.
14 november 2017 heeft een gesprek plaatsgevonden, waarbij aanwezig zijn geweest: twee ambtenaren van de Gemeente, vergezeld van mr. W. de Vis en mr. Van der Poel voornoemd en [eiser] vergezeld van mr. Friedberg. Onderwerp van gesprek is geweest het eerder door [eiser] gedane en onder 2.20 opgenomen voorstel. Na afloop van dit gesprek hebben partijen een vervolgafspraak gemaakt voor 23 november 2017.
3.Het geschil
€ 199,00 in geval van betekening.
Voor zover van definitieve overeenstemming nog geen sprake is, bevonden de onderhandelingen zich in een dermate vergevorderd stadium dat [eiser] er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat er een overeenkomst tot stand zou komen. Onder die omstandigheden is het afbreken van de onderhandelingen door de Gemeente onrechtmatig jegens [eiser] geweest en dient de Gemeente te worden veroordeeld om de onderhandelingen voort te zetten.
De gunning en de levering van het pand aan Tuin, zoals geschied in het kader van de openbare verkoopprocedure, is ontoelaatbaar en onrechtmatig jegens [eiser] . Gelet op de voorwaarden waaronder één en ander is geschied is hierbij sprake van ontoelaatbare staatsteun als bedoeld in artikel 107 e.v. van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Bovendien heeft de Gemeente in strijd gehandeld met de Aanbestedingswet en de in het aanbestedingsrecht geldende algemene beginselen.
4.De beoordeling
aanvulling van eis
as is” in niet gesaneerde staat. Tijdens deze bespreking bereikten partijen overeenstemming. Afgesproken is dat er een conceptovereenkomst zou worden opgesteld met als leidraad de conceptkoopovereenkomst die voor de lopende tenderprocedure was opgesteld. Mr. Van Ee had geen voorbehoud gemaakt in verband met goedkeuring van Het College. Nadien belde hij echter om te zeggen dat hij geen mandaat had om een koopovereenkomst namens de Gemeente te sluiten. Nadat de door de Gemeente gevraagde ontruiming in kort geding bij vonnis van 16 oktober 2017 was afgewezen, is [eiser] benaderd door de opvolger van mr. Van Ee, mr. Van der Poel. Op 14 november 2017 is het eerder genoemde voorstel punt voor punt besproken waarbij is toegezegd dat er een mandaat was. De resultaten waren positief. Deze bespreking betrof feitelijk een herbevestiging van het onderhandelingsresultaat met mr. Van Ee, met dezelfde elementen en dezelfde bedragen, waarbij nog enkele elementen praktisch moesten worden ingevuld. Daarom werd er een vervolggesprek geagendeerd op 23 november 2017, waarbij de puntjes op de “i” zouden worden gezet. Vlak voor dat gesprek kwam de Gemeente echter met een finaal eindbod van € 600.000,00 voor het pand in gesaneerde staat, zonder financieringsvoorbehoud en bij niet nakomen zou ontbinding van de tussen [eiser] en de Gemeente gesloten overeenkomsten en ontruiming van het pand volgen. Ondanks dat sprake was van een wurgcontract heeft
mr. Friedberg namens [eiser] bij confraternele - en niet in het geding gebrachte - brief van 28 november 2017 laten weten dat de prijs van € 600.000,00 bespreekbaar was. Ook op dat moment is er overeenstemming bereikt over de essentialia van de overeenkomst, te weten de prijs en het object in de vorm van het pand, allemaal aldus [eiser] .
mr. Van Ee al bepaalde toezeggingen had gedaan, hij op basis van enige ter zake dienende volmacht handelde. Een overeenkomst tussen [eiser] en de Gemeente kan aldus niet worden aangenomen.
€ 326.000,00 betaald, gelijk aan de waarde in niet-gesaneerde staat. Het restant van
Het standpunt van de Gemeente komt er in de kern op neer dat het haar onder de gegeven omstandigheden vrij stond om de onderhandelingen met [eiser] af te breken.
28 november 2017 heeft afgebroken, waarna op 29 november 2017 aan Tuin is gegund. Tussen partijen is in geschil of het afbreken van deze onderhandelingen als onrechtmatig jegens [eiser] moet worden aangemerkt.