ECLI:NL:RBNHO:2019:4336
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor het bouwen van een extra bouwlaag op een bestaand gebouw in Zaanstad
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad. Eiseres, een mede-eigenaresse van het perceel, had een vergunning aangevraagd voor het bouwen van een extra bouwlaag op een bestaand gebouw. Het primaire besluit van 24 oktober 2017 om de vergunning te weigeren werd in het bestreden besluit van 16 mei 2018 gehandhaafd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het project in strijd is met de maximale bouwhoogte van 6,00 meter, zoals vastgelegd in het bestemmingsplan "Poelenburg", aangezien de voorgestelde bouwlaag een hoogte van 10,63 meter heeft.
De rechtbank heeft overwogen dat de weigering van de vergunning door verweerder gerechtvaardigd was op basis van stedenbouwkundige overwegingen. De extra bouwlaag zou niet aansluiten bij de bestaande bebouwing en zou de heldere structuur van het gebied verstoren. Eiseres betoogde dat de weigering onterecht was, omdat volgens de Ruimtelijke visie van 7 oktober 2015 drie bouwlagen toegestaan zouden zijn. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder beleidsruimte had en dat de afweging van de betrokken belangen in redelijkheid was gemaakt.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de aanvraag niet gesplitst kon worden, omdat er geen functionele en constructieve samenhang was tussen de verschillende bouwlagen. Eiseres had eerder de gelegenheid gekregen om het project te splitsen, maar had daarvan geen gebruik gemaakt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.