ECLI:NL:RBNHO:2019:3974

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 april 2019
Publicatiedatum
10 mei 2019
Zaaknummer
7511004 \ AO VERZ 19-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot betaling restantbedrag transitievergoeding en toepassing van de Overgangsregeling 50+

In deze zaak heeft [werkneemster] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, om Qlean-Tec B.V. te veroordelen tot betaling van een restantbedrag van de transitievergoeding. De arbeidsovereenkomst van [werkneemster] is opgezegd door Qlean-Tec, en zij heeft recht op een transitievergoeding op basis van artikel 7:673 BW. Qlean-Tec heeft echter slechts een deel van de verschuldigde vergoeding betaald en stelt dat zij als kleine werkgever niet verplicht is het volledige bedrag te betalen. De kantonrechter heeft op 30 april 2019 uitspraak gedaan in deze zaak.

De feiten zijn als volgt: [werkneemster] is sinds 1 maart 2004 in dienst bij Qlean-Tec en is sinds 24 oktober 2016 arbeidsongeschikt. Na een ontslagaanvraag door Qlean-Tec op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid, is de arbeidsovereenkomst per 7 november 2018 beëindigd. Qlean-Tec heeft in totaal € 13.277,00 aan transitievergoeding betaald, terwijl [werkneemster] aanspraak maakt op een totaalbedrag van € 30.532,74. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Qlean-Tec onderdeel uitmaakt van de Christeyns Groep, die meer dan 25 werknemers in dienst heeft, en dat de Overgangsregeling 50+ van toepassing is.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Qlean-Tec moet worden veroordeeld tot betaling van het restantbedrag van € 17.255,74 aan [werkneemster], vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is Qlean-Tec verplicht om een correcte bruto/netto specificatie van het bedrag te verstrekken. De proceskosten zijn voor rekening van Qlean-Tec, omdat zij grotendeels ongelijk heeft gekregen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7511004 \ AO VERZ 19-15
Uitspraakdatum: 30 april 2019
Beschikking in de zaak van:
[werkneemster],
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [werkneemster]
gemachtigde: mr. L.J.M. Weijenberg (Achmea Rechtsbijstand)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Qlean-Tec B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] , kantoorhoudende te [plaats]
verwerende partij
verder te noemen: Qlean-Tec
gemachtigde: mr. I.J.A.J. Hanssen

1.Het procesverloop

1.1.
[werkneemster] heeft een verzoek gedaan om Qlean-Tec te veroordelen tot betaling van een restantbedrag van de transitievergoeding. Qlean-Tec heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 2 april 2019 heeft een zitting plaatsgevonden. [werkneemster] heeft haar standpunt toegelicht aan de hand van pleitnotities. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten verder naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [werkneemster] bij brief van 26 maart 2019 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[werkneemster] , geboren [geboortedatum] 1956, is op 1 maart 2004 in dienst getreden bij Qlean-Tec . De laatste functie die [werkneemster] vervulde, is die van Medewerker Customer Service, met een salaris van € 2.202,29 bruto per maand exclusief emolumenten.
2.2.
Sinds 24 oktober 2016 is [werkneemster] arbeidsongeschikt. Op 31 juli 2017 heeft [werkneemster] een vervroegde WIA-uitkering aangevraagd. Per 9 oktober 2017 heeft het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) aan haar een IVA-uitkering toegekend.
2.3.
Op 25 september 2018 heeft Qlean-Tec een ontslagaanvraag bij het UWV ingediend op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid. [werkneemster] heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd. Op 12 oktober 2018 heeft het UWV aan Qlean-Tec de ontslagvergunning verleend. Qlean-Tec heeft gebruik gemaakt van deze toestemming en de arbeidsovereenkomst van [werkneemster] opgezegd. De arbeidsovereenkomst is per 7 november 2018 beëindigd.
2.4.
Qlean-Tec heeft na het einde van de arbeidsovereenkomst in het totaal een bedrag van € 13.277,00 bruto aan transitievergoeding aan [werkneemster] betaald.
2.5.
Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel van Qlean-Tec volgt onder meer dat het bezoekadres van Qlean-Tec gelegen is aan de Lireweg 12 te (2153 PH) Nieuw-Vennep , dat Christeyns N.V. sinds 2 november 2017 de enig aandeelhouder van Qlean-Tec is en dat [bestuurder] (hierna: [bestuurder] ) sinds 2 november 2017 de bestuurder van Qlean-Tec is.
2.6.
Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel van Christeyns B.V. volgt onder meer dat het bezoekadres van Christeyns B.V. gelegen is aan de Lireweg 12 te (2153 PH) Nieuw-Vennep , dat Christeyns N.V. de enig aandeelhouder is van Christeyns B.V. en dat er vier gezamenlijk bevoegde bestuurders zijn, waaronder [bestuurder] en Christeyns N.V.
2.7.
Bij e-mail van 2 november 2017 schrijft [Finance Manager] , Finance Manager Qlean-Tec , aan ‘
[e-mailadres]’: ‘
(…) Vandaag 2 november zijn de aandelen Qlean-Tec BV door [voornaam 1] en [voornaam 2] verkocht aan het Belgische Familie Bedrijf Christeyns NV. Een heel belangrijke stap om de toekomst te waarborgen en de onvoorstelbare kansen en mogelijkheden tot expansie en samenwerking tussen alle gelieerde bedrijven versnelt te kunnen doen laten groeien met deze strategische, financieel sterke, partner in vele landen van Europa en erbuiten. Qlean-Tec B.V. zal de huidige activiteiten in de bestaande vorm, autonoom handhaven en versneld, verder uitbouwen in de strategische markten, onder het huidige management. (…)
2.8.
Een persbericht, gedateerd op 2 november 2017, luidt als volgt:

Christeyns neemt Qlean-Tec over
(…) De Belgische chemiegroep Christeyns , (…), breidt haar activiteiten in Nederland verder uit met de aankoop van Qlean-Tec . (…) Met deze overname breidt Christeyns haar activiteiten richting de voedingsmiddelenindustrie verder uit (…). [naam] , eigenaar van Christeyns : ‘Met haar producties van topkwaliteit, innovatieve concepten en goed opgeleide mensen vormt Qlean-Tec een perfecte aanvulling voor onder andere onze eigen Christeyns Food Hygiene afdeling. Ik ben blij dat wij de mensen van Qlean-Tec bij de Christeyns familie mogen verwelkomen en daarmee de strategie van zowel de Christeyns , alsmede de Qlean-Tec organisatie hebben kunnen versterken en verder vorm te geven.’
Qlean-Tec B.V. zal de huidige activiteiten in de bestaande vorm, autonoom handhaven en versneld, verder uitbouwen in de strategische markten, onder het huidige management. (…)
2.9.
Bij e-mail van 12 december 2017 schrijft een medewerker van Qlean-Tec aan [werkneemster] : ‘
(…) op kantoor allemaal weer in beweging is doordat we zijn overgenomen door Christeyns . (…) Best gek om weer bij iets groots te horen, terwijl we daar nou net vanaf waren. (…) Begin januari hebben we een gezamenlijk etentje met onze nieuwe collega’s van Christeyns in Nieuw-Vennep. We hebben al wat mensen gezien, waaronder iemand van de buitendienst die bij ons Food team wordt geschoven en de Algemeen Directeur[kantonrechter: [bestuurder] ]
die ook verantwoordelijk wordt voor ons. (…) In elk geval zal in het eerste kwartaal op de uitingen naar buiten ons logo gaan veranderen. Qlean-Tec blijft er nog wel in staan, het wordt gecombineerd met het logo van Christeyns . [voornaam 2] heeft duidelijk een grote stap teruggegaan. Hij is veel minder op kantoor en bemoeit zich lang niet meer met alles. [voornaam 1] heeft het met name heel erg druk. Er komt veel op hem af vanuit de Christeyns groep. (…)
2.10.
Bij e-mail van 7 mei 2018 schrijft [naam] , directeur Sales & Marketing en gevolmachtigde Qlean-Tec , aan [werkneemster] : ‘
(…) We zijn hier momenteel erg druk met het voorbereiden van de verhuizing en ook erg druk met al het nieuws wat er bij komt kijken nu we onderdeel zijn van Christeyns . (…) Binnenkort plannen we nog iets met de oude groep, een uitje, voordat we naar Nieuw-Vennep gaan met het kantoor. (…)
2.11.
Op de website van Qlean-Tec (
www.qleantec.com) staat, op 4 februari 2019, beschreven:

(…) Qlean-Tec maakt deel uit van de Christeyns Groep, een belangrijke speler op de internationale chemiemarkt.
Sinds eind 2017 is Qlean-Tec onderdeel van de chemiegroep Christeyns . Van een kleinschalig familiebedrijf, opgericht in 1946, is Christeyns inmiddels uitgegroeid tot een belangrijke internationale speler op de chemiemarkt.
Christeyns is actief in 32 landen. Het hoofdkantoor is gevestigd in Gent. De groep telt meer dan 900 medewerkers en heeft een omzet van 320 miljoen euro. (…)

3.Het verzoek

3.1.
[werkneemster] verzoekt de kantonrechter om Qlean-Tec bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot:
I. betaling van het restant van de transitievergoeding van € 17.255,74 bruto;
II. verstrekking van een correcte en volledige bruto/netto specificatie van het bedrag onder I, op straffe van een dwangsom;
III. betaling van de wettelijke rente over het bedrag onder I, vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag der algehele voldoening;
IV. betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 947,55;
V. betaling van de proceskosten.
3.2.
Aan dit verzoek legt [werkneemster] – kort gezegd – het volgende ten grondslag. Op grond van artikel 7:673 lid 2 jo 7:673a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft [werkneemster] recht op een transitievergoeding van in totaal € 30.532,74 bruto. Qlean-Tec heeft daarvan slechts € 13.277,00 bruto betaald. Qlean-Tec komt geen beroep toe op de uitzondering van artikel 7:673a lid 2 BW, omdat Qlean-Tec geen kleine werkgever is in de zin van artikel 7:673a lid 2 BW. Qlean-Tec toont niet aan dat zij op 1 juli en 31 december 2017 minder dan 25 werknemer in dienst had. Voor zover Qlean-Tec in die periode al minder dan 25 werknemers in dienst had, is Qlean-Tec onderdeel van een groep, te weten de Christeyns Groep, zodat artikel 24 van de Ontslagregeling van toepassing is.

4.Het verweer

4.1.
Qlean-Tec verweert zich en verzoekt de kantonrechter [werkneemster] in haar verzoek niet-ontvankelijk te verklaren dan wel haar verzoek af te wijzen, met veroordeling van [werkneemster] in de proceskosten.
4.2.
Qlean-Tec voert daartoe – samengevat – het volgende aan. Qlean-Tec is een kleine werkgever in de zin van artikel 7:673a lid 2 BW. Daarnaast voldoet Qlean-Tec niet aan de criteria van artikel 24 van de Ontslagregeling. Zij is geen onderdeel van de Christeyns Groep. Voor zover Qlean-Tec al tot die groep zou behoren, wordt ook niet voldaan aan het getalscriterium. Qlean-Tec is per 2 november 2017 tot de groep gaan behoren, zodat de vraag of de tot de groep behorende werkgevers gemiddeld meer dan 25 werknemers in dienst hadden in de tweede helft van 2017, niet beantwoord kan worden. Qlean-Tec maakte op 1 juli 2017 immers geen deel uit van de groep. [werkneemster] heeft aldus slechts recht op uitbetaling van de transitievergoeding op grond van artikel 7:673 lid 2 BW ter hoogte van € 13.277,00 bruto, hetgeen door Qlean-Tec reeds aan [werkneemster] is uitbetaald.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of Qlean-Tec moet worden veroordeeld tot betaling aan [werkneemster] van het restantbedrag van de transitievergoeding van € 17.255,74 bruto.
5.2.
Uit artikel 7:673 lid 1 BW volgt dat de werkgever aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd is indien – kort gezegd – de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd en de arbeidsovereenkomst door de werkgever is opgezegd. Verder volgt uit artikel 7:673a lid 1 BW dat als de arbeidsovereenkomst ten minste 120 maanden heeft geduurd en de werknemer 50 jaar of ouder is bij het eindigen van de arbeids- overeenkomst, de Overgangsregeling 50+ van toepassing is op grond waarvan de werkgever aan de werknemer een ‘verzwaarde’ transitievergoeding verschuldigd is (hierna: de Overgangsregeling 50+).
5.3.
Uit artikel 7:673a lid 2 BW volgt onder meer dat de Overgangsregeling 50+ niet van toepassing is op de werkgever die minder dan 25 werknemers in dienst had in de tweede helft van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin een verzoek om toestemming als bedoeld in artikel 7:671a BW is ingediend (de zogenaamde ‘kleine werkgeversregeling’). Niet in geschil is dat in het onderhavige geval de tweede helft van 2017 als referteperiode geldt.
5.4.
Vast staat dat [werkneemster] langer dan 24 maanden in dienst is geweest bij Qlean-Tec en ouder was dan 50 jaar bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst, die door Qlean-Tec is opgezegd. In beginsel heeft [werkneemster] aldus recht op uitbetaling van de volledige transitievergoeding op basis van de Overgangsregeling 50+, ter hoogte van € 30.532,74 bruto.
5.5.
Qlean-Tec voert aan dat zij in de tweede helft van 2017 gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst had. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft Qlean-Tec twee producties overgelegd. De kantonrechter is met [werkneemster] van oordeel dat uit die producties niet precies kan worden opgemaakt hoeveel werknemers er op 1 juli respectievelijk 31 december 2017 in dienst waren bij Qlean-Tec . Uit die producties en het verhandelde daaromtrent ter zitting, acht de kantonrechter wel voldoende aannemelijk geworden dat Qlean-Tec in de tweede helft van 2017 gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst had.
5.6.
Het voorgaande betekent dat [werkneemster] , gelet op artikel 7:673a lid 2 BW, in beginsel geen recht heeft op de transitievergoeding berekend aan de hand van de Overgangsregeling 50+. [werkneemster] stelt echter dat Qlean-Tec onderdeel is van een groep als bedoeld in artikel 24 van de Ontslagregeling, te weten de Christeyns Groep. Qlean-Tec betwist dat zij deel uitmaakt van die groep.
5.7.
Uit artikel 24 lid 1 van de Ontslagregeling volgt onder meer dat artikel 7:673a lid 2 BW niet van toepassing is op een werkgever die deel uitmaakt van een groep, indien de werkgevers die deel uitmaken van deze groep samen gemiddeld 25 of meer werknemers in dienst hadden in de tweede helft van het kalenderjaar, voorafgaand aan het kalenderjaar waarin een verzoek om toestemming is ingediend.
5.8.
Onder een groep wordt verstaan een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden (artikel 2:24b BW). Die organisatorische verbondenheid moet leiden tot economische eenheid, hetgeen betekent dat binnen de organisatorisch verbonden rechtspersonen en vennootschappen vanuit de top ook centrale leiding wordt uitgeoefend. Of sprake is van centrale leiding, hangt af van de juridisch-organisatorische verbondenheid, maar ook en vooral van de (bedrijfs)economische werkelijkheid binnen dit organisatorisch verband. De Hoge Raad heeft overwogen dat een redelijke verdeling van de bewijslast meebrengt dat de partij die zich erop beroept dat ondanks de aanwezigheid van een meerderheidsbelang, een groepsrelatie ontbreekt, de daarvoor relevante feiten en omstandigheden stelt en zo nodig aannemelijk maakt. (Hoge Raad 18 november 2011, LJB BQ2860).
5.9.
Het voorgaande brengt mee dat in het onderhavige geval, waarin vast staat dat Christeyns N.V. sinds 2 november 2017 enig aandeelhouder van Qlean-Tec is (zie onder 2.5.), aangenomen mag worden dat Qlean-Tec en Christeyns N.V. organisatorisch met elkaar verbonden zijn, tenzij Qlean-Tec aannemelijk maakt dat, ondanks dat meerderheidsbelang, organisatorische verbondenheid ontbreekt. De kantonrechter is van oordeel dat Qlean-Tec daarin niet is geslaagd. De enkele stelling dat Qlean-Tec zelfstandig de lijnen uitzet, zowel financieel als operationeel, en dat Christeyns N.V. daarover geen zeggenschap heeft, zoals ter zitting is aangevoerd, acht de kantonrechter – mede gelet op de overgelegde stukken – onvoldoende. Uit die stukken volgt naar het oordeel van de kantonrechter namelijk dat sprake is van organisatorische verbondenheid tussen Qlean-Tec en Christeyns N.V. (zie onder 2.5. en 2.6.) en dat Qlean-Tec zich zowel extern (zie onder 2.8. en 2.11.) als intern (zie onder 2.7., 2.9. en 2.10.) als onderdeel van de Christeyns Groep presenteert. Hiermee is naar het oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk geworden dat Qlean-Tec onderdeel uitmaakt van de Christeyns Groep.
5.10.
Qlean-Tec heeft de stelling van [werkneemster] dat de Christeyns Groep meer dan 900 medewerkers telt, onweersproken gelaten, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid daarvan. Dit betekent, in beginsel, dat artikel 24 lid 1 van de Ontslagregeling van toepassing is, zodat [werkneemster] recht heeft op de ‘verzwaarde’ transitievergoeding berekend op grond van de Overgangsregeling 50+.
5.11.
Voor zover Qlean-Tec verder nog heeft aangevoerd dat artikel 24 van de Ontslagregeling niet van toepassing is, omdat zij niet de volledige tweede helft van 2017 deel uitmaakte van de Christeyns Groep, is de kantonrechter met [werkneemster] van oordeel dat uit de Ontslagregeling noch de toelichting daarop kan worden opgemaakt dat vereist is dat de werkgever zowel op 1 juli als 31 december van het betreffende kalenderjaar onderdeel was van de Groep. Het gaat erom dat de werkgevers van deze Groep samen gemiddeld 25 of meer werknemers in dienst hadden in de tweede helft van het betreffende kalenderjaar en niet dat de werkgevers zowel op 1 juli als 31 december deel uitmaakte van de Groep. Het gemiddeld aantal werknemers dient te worden bepaald door het aantal werknemers op 1 juli en op 31 december 2017 bij elkaar op te tellen en door tweeën te delen, hetgeen er – gelet op hetgeen hiervoor is overwogen – in het onderhavige geval op neer komt dat de Groep gemiddeld meer dan 25 werknemers in dienst had in de tweede helft van 2017. Ook dit verweer van Qlean-Tec wordt aldus verworpen.
5.12.
De conclusie is dat voldoende aannemelijk is geworden dat Qlean-Tec deel uitmaakt van de Christeyns Groep en dat de tot die Groep behorende werkgevers samen gemiddeld meer dan 25 werknemers in dienst hadden in de tweede helft van 2017, zodat op [werkneemster] de Overbruggingsregeling 50+ van toepassing is. Qlean-Tec zal daarom worden veroordeeld tot betaling aan [werkneemster] van het restantbedrag aan transitievergoeding, waar [werkneemster] op grond van die Overbruggingsregeling 50+ recht op heeft. Volgens [werkneemster] betreft dat een bedrag van € 17.255,74 bruto. Qlean-Tec heeft dat bedrag cijfermatig niet weersproken, zodat dat bedrag toewijsbaar is. Met toepassing van artikel 7:686a lid 1 BW zal de gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding worden toegewezen, te rekenen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, aldus vanaf 8 december 2018.
5.13.
Het vorenstaande brengt met zich dat ook het verzoek van [werkneemster] om Qlean-Tec te veroordelen tot verstrekking aan [werkneemster] van een correcte en volledige bruto/netto specificatie van het restantbedrag aan transitievergoeding, zal worden toegewezen. [werkneemster] heeft een dwangsom gevorderd. Nu zij die vordering niet heeft onderbouwd en voorts niet is gebleken dat Qlean-Tec niet aan die vordering zal voldoen, wordt dit onderdeel als ongegrond afgewezen.
5.14.
[werkneemster] heeft een verzoek gedaan om Qlean-Tec te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten. De buitengerechtelijke werkzaamheden hebben volgens [werkneemster] bestaan uit het door [werkneemster] zelf en door haar gemachtigde trachten om in der minne tot een oplossing te komen. De kantonrechter is van oordeel dat [werkneemster] hiermee onvoldoende heeft onderbouwd dat buitengerechtelijke incasso- werkzaamheden zijn verricht die voor een vergoeding in aanmerking komen. Dit verzoek zal worden afgewezen.
5.15.
De proceskosten komen voor rekening van Qlean-Tec , omdat zij grotendeels ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Qlean-Tec tot betaling aan [werkneemster] van het restantbedrag aan transitievergoeding van € 17.255,74 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 8 december 2018 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Qlean-Tec tot overlegging aan [werkneemster] van een correcte en volledige bruto/netto specificatie van het restantbedrag aan transitievergoeding;
6.3.
veroordeelt Qlean-Tec tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [werkneemster] tot en met vandaag vaststelt op € 1.206,00, te weten:
griffierecht € 486,00
salaris gemachtigde € 720,00 ;
6.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het verzoek voor het overige af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en op 30 april 2019 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter