Uitspraak
Rechtbank noord-holland
1.Feiten
.Eiser heeft deze facturen betaald.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 april 2019 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen eiser, een directeur-grootaandeelhouder van twee vennootschappen, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had twee panden verbouwd en verkocht, maar de Belastingdienst beschouwde de gerealiseerde winst als resultaat uit overige werkzaamheden, wat eiser betwistte. De rechtbank oordeelde dat eiser de woningen had aangekocht met de intentie om deze na verbouwing met winst te verkopen, en dat er sprake was van meer dan normaal vermogensbeheer. Eiser had geen overtuigende bewijsstukken overgelegd om zijn stelling dat de woningen voor verhuur of eigen bewoning waren bestemd te onderbouwen. De rechtbank verklaarde het beroep inzake de navorderingsaanslag voor het jaar 2012 ongegrond, maar verklaarde het beroep voor het jaar 2013 gegrond, waardoor het verzamelinkomen werd vastgesteld op € 247.706. De rechtbank veroordeelde de Belastingdienst in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.024.