[eiser] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis, indien mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. het besluit van 10 april 2018 tot het openbreken van de breukdelen, waardoor schoonmaak-, administratie- en websitebeheerskosten hoofdelijk worden aangeslagen in plaats van als breukdeel en in dat kader tot het wijzigen van de splitsingsakte van 1988 met bijbehorende modelreglement 1983 ex artikel 5:140b BW zal vernietigen;
II. het besluit van 10 april 2018 tot aanpassing van de breukdelen (in geval van [eiser] van 2/62 naar 93/2309) en in dat kader tot het wijzigen van de splitsingsakte van 1988 met bijbehorend modelreglement 1983 ex artikel 5:140b BW zal vernietigen;
subsidiair
III. zal verklaren voor recht dat het besluit van 16 januari 2018 tot het hoofdelijk aanslaan van de schoonmaak- administratie- en websitebeheerkosten in plaats van als breukdeel zoals bepaald in de splitsingsakte ex artikel 2:14 jo. 5:129 BW nietig is;
primair en subsidiair
IV. zal verklaren voor recht dat [eiser] niet hoeft bij te dragen in de schoonmaak- administratie- en websitekosten, alsmede overige servicekosten anders dan conform het breukdeel uit de splitsingsakte van 1988, te weten voor 2/62 deel;
V. de VvE zal veroordelen aan [eiser] te voldoen de door [eiser] betaalde extra kosten die met het besluit van 10 april 2018 gepaard zijn gegaan tot aan de dag der algehele voldoening, één en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
VI. de VvE zal veroordelen aan [eiser] te voldoen de kosten van deze procedure, alsmede het nasalaris van advocaat te vermeerderen met de nakosten, één en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en voor het geval voldoening niet binnen die termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf bedoelde termijn voor voldoening.