Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verweerder 1]en
[verweerster 1],
Johan Eugenius Meijsen
[verweerster 2],
[verweerster 3],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
(…)”
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een vordering tot vernietiging van een besluit tot wijziging van de akte van splitsing van een appartementencomplex, ingediend door de Vereniging van Eigenaars (VvE) tegen de Katholieke Caritas Instelling der stad Utrecht (KCU c.s.). De vordering is gebaseerd op artikel 5:140b van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om een besluit tot wijziging van de splitsingsakte te vernietigen indien een appartementseigenaar tegen het besluit heeft gestemd. De rechtbank Utrecht had eerder de vordering van KCU c.s. toegewezen, maar de VvE ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De procedure in hoger beroep begon met een dagvaarding op 16 mei 2012, gevolgd door de memorie van grieven en de memorie van antwoord. Tijdens de pleitzitting op 10 juni 2013 werd een nieuwe productie ingediend door KCU c.s., waarop de VvE zich voldoende had kunnen voorbereiden. Het hof oordeelde dat de waarde van een appartementsrecht sterk afhankelijk is van de inhoud van de akte van splitsing, en dat wijziging van deze akte aan strikte voorwaarden is gebonden. De wetgever heeft de bescherming van individuele appartementseigenaren hoog in het vaandel staan, wat betekent dat een meerderheid van stemmen niet altijd voldoende is voor wijziging van de akte.
Het hof concludeerde dat de grieven van de VvE faalden, en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de wijziging van de splitsingsakte niet in overeenstemming was met de eisen van redelijkheid en billijkheid. De VvE had onvoldoende aangetoond dat de vordering tot vernietiging onaanvaardbaar was. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank uitsluitend wat betreft de proceskosten en veroordeelde de VvE in de kosten van het geding in eerste aanleg, alsook in de kosten van het principaal en incidenteel beroep. De kosten werden gedetailleerd begroot en het hof verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.