Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 november 2019 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats 1] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, verweerder,
Procesverloop
€ 2.000,- aan verbeurde dwangsom ingevorderd.
Overwegingen
De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft bij uitspraak van 30 oktober 2017 het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen (HAA 17/4233 en HAA 17/4234).
sprake. Ook is van belang dat verweerder tijdens het onderzoek ter plaatse heeft aangegeven dat niet te verwachten is dat de rookgassen die vrijkomen en zich verspreiden in de steeg gevaar opleveren.“
€ 50.000,- kunnen worden geraamd. Deze ambtenaar, de heer [naam 3] , heeft bij e-mail van 15 augustus 2018 meegedeeld dat dit bedrag onvoldoende is gespecificeerd en dat sprake is van “natte vingerwerk”. Voorts hebben de derde-partijen zelf ook een deskundige geraadpleegd. In het rapport van deze deskundige worden de kosten van een inpandige oplossing begroot op € 29.484,87 inclusief btw. Eiseres heeft deze berekening niet betwist. Uitgaande van dit rapport, zijn de kosten voor een inpandige oplossing aanzienlijk, namelijk € 30.000,-. Naar de mening van verweerder zijn de kosten echter niet ovenevenredig hoog in relatie tot de waarde van het pand. Gelet hierop kan van eiseres verwacht worden dat zij uitvoering geeft aan de last. Omdat in het aangevoerde geen aanleiding wordt gezien de last onder dwangsom te herzien en deze last onherroepelijk is, is er geen aanleiding om bezwaren die betrekking hebben op dit besluit opnieuw te beoordelen, aldus verweerder.