In deze zaak heeft verzoeker op 19 maart 2019 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. B. van Walderveen, de rechter die betrokken is bij zijn belastingzaken. Verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen aanslagen afvalstoffenbelasting en rioolheffing voor het jaar 2017. Hij verzocht om uitstel van de behandeling ter zitting, maar zijn verzoeken werden door de rechter afgewezen. Verzoeker stelde dat de rechter hem systematisch benadeelt door zijn verzoeken om uitstel te negeren, wat leidde tot wantrouwen en de vrees voor partijdigheid. De wrakingskamer heeft op 11 april 2019 het verzoek behandeld, waarbij verzoeker niet aanwezig was. De rechter en de wederpartij maakten geen gebruik van hun spreekrecht. De wrakingskamer oordeelde dat de afwijzing van de uitstelverzoeken een procesbeslissing is en dat deze geen grond voor wraking kan vormen. De wrakingskamer concludeerde dat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen aanleiding geven om te twijfelen aan de onpartijdigheid van de rechter. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en het proces in de hoofdzaken werd voortgezet.