Op 19 november 2019 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door verzoekers uit Amstelveen tegen mr. S.K.A. Efstratiades, de rechter die betrokken was bij verschillende belastingzaken. Het verzoek tot wraking was ingediend op 29 augustus 2019 en was gericht tegen de rechter in de aanhangige zaken met de zaaknummers HAA 18/3090, HAA 18/4596, HAA 18/4597, HAA 18/5404, HAA 18/5017, HAA 19/588 en HAA 19/589. Verzoekers voerden aan dat de rechter vooringenomen was, onder andere omdat zij verzoeken om uitstel van zittingen had afgewezen. De rechter betwistte deze beschuldigingen en stelde dat de afwijzing van de uitstelverzoeken geen aanwijzing voor vooringenomenheid opleverde.
De wrakingskamer oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief konden rechtvaardigen. De beslissing van de rechter om het uitstelverzoek af te wijzen werd gekwalificeerd als een procesbeslissing, die niet door de wrakingskamer kon worden beoordeeld. De wrakingskamer concludeerde dat verzoekers lichtvaardig gebruik maakten van de wrakingsprocedure, wat leidde tot onaanvaardbare vertraging van de procedures. Daarom werd het wrakingsverzoek als misbruik van procesrecht bestempeld, en werd besloten dat verdere verzoeken tot wraking in de hoofdzaken niet meer in behandeling zouden worden genomen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De rechtbank bepaalde dat het proces in de hoofdzaken voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.