ECLI:NL:RBNHO:2019:10618
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van rechters in strafzaak
Op 28 februari 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een strafzaak. Het verzoek was gericht tegen de rechters mr. W.J. van Andel (voorzitter), mr. H.D. Overbeek en mr. E.M. Moerman. De verzoeker stelde dat de rechters bevooroordeeld waren, omdat het Openbaar Ministerie had geweigerd om een bepaalde getuige op te roepen en omdat de voorzitter geen aandacht had besteed aan een onafhankelijk rapport van de reclassering. De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld tijdens een openbare zitting op 26 februari 2019, waar de verzoeker, de rechters en de officier van justitie aanwezig waren.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De verzoeker heeft echter niet voldoende feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden wijzen op een vooringenomenheid van de rechters. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de subjectieve vrees van de verzoeker voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd is. De beslissing van de rechtbank om geen getuige te horen, ook al was deze negatief voor de verzoeker, vormt op zichzelf geen grond voor wraking. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking dan ook afgewezen en het proces in de hoofdzaak bevolen voort te zetten.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De griffier is opgedragen om een gewaarmerkt afschrift van de beslissing aan de betrokken partijen toe te zenden.