Overwegingen
1. Eiseres voert een auto- en motorrijschool te [plaats] . De activiteiten bestaan uit de exploitatie van een (vracht)auto-, motor- en bromfietsrijschool waar tevens theorielessen gegeven worden.
2. De onderneming wordt gedreven in de vorm van een vennootschap onder firma
(v.o.f.) en is momenteel gevestigd te [adres 1] in [plaats] . Tijdens de gecontroleerde periode is eiseres gevestigd te [adres 2] te [plaats] .
3. De firmanten van eiseres zijn de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] . Beiden zijn onbeperkt bevoegd de onderneming te vertegenwoordigen. Beide firmanten zijn niet opgenomen in de loonadministratie van eiseres.
4. Beide firmanten verzorgen zelf de dagelijkse administratie in Excel. De financiële administratie wordt bijgehouden door de boekhouder. De administratie wordt ongeveer eens per jaar naar de boekhouder gebracht voor verwerking.
5. Mevrouw [naam 2] neemt de telefoon aan en is receptioniste van de
rijschool. De heer [naam 1] geeft auto-, motor- en bromfietsrijlessen. Daarnaast geeft de heer [naam 1] theorielessen in het pand op de [adres 2] te [plaats] . De theorielessen zijn vaak inbegrepen in het praktijklespakket.
6. In 2011 had eiseres vier werknemers opgenomen in haar salarisadministratie en in de jaren 2012 tot en met 2015 acht werknemers.
7. Reeds op 28 juni 2000 is een bedrijfsbezoek aan eiseres afgelegd door de Belastingdienst. Hiervan is een rapport opgemaakt met dagtekening 11 september 2000.
8. De betalingen van de rijlessen werden in het jaar 2010 vooral contant gedaan.
Vanaf het jaar 2011 lopen de betalingen van de rijlessen ook steeds meer via de bank. Belastingplichtige heeft de kasontvangsten op papier bijgehouden via een ontvangsten- en uitgavenstaat. Dit geldt tevens voor de ontvangsten die via de bank zijn binnen gekomen. Daarnaast worden alle betalingen die via de bank lopen ook in deze staten verwerkt.
9. Naast de heer [naam 1] geven andere instructeurs ook rijlessen. In de gecontroleerde periode zijn instructeurs in loondienst werkzaam en wordt gebruik gemaakt van de diensten van derden.
Aanleiding boekenonderzoek
10. De heer [naam 8] heeft op 2 mei 2015 een correctieverzoek ingediend bij het UWV om het arbeidsverleden en loongegevens te wijzigen in het kader van een aangevraagde WW-uitkering. Hierbij heeft de heer [naam 8] een ondertekende arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met eiseres en jaaropgaven 2011 tot en met 2014 overgelegd. Uit de systemen van het UWV kwam namelijk naar voren dat de heer [naam 8] de jaren 2011 tot en met 2014 niet in dienst was bij eiseres. De heer [naam 8] heeft de bedragen conform zijn jaaropgaves wel in de aangiften inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen opgenomen. Via het UWV is dit signaal bij de Belastingdienst binnengekomen, wat heeft geleid tot het instellen van een boekenonderzoek bij eiseres voor de loonheffingen januari 2011 tot en met juni 2015.
11. Gedurende het boekenonderzoek zijn voor de jaren 2011 en 2012 enerzijds met
loonjournaal boekingen voor de heer [naam 8] aangetroffen in de financiële administratie (en niet in de loonadministratie) en anderzijds facturen op naam van de heer [naam 8] die voor 2011 niet in de financiële administratie voorkwamen. Tevens werden facturen uit het eerste kwartaal 2011 aangetroffen die het vanaf oktober 2012 gehanteerde BTW percentage (21%) vermelden (tot oktober 2012 was het BTW percentage 19%). Dit was
aanleiding om het boekenonderzoek uit te breiden naar de omzetbelasting (hierna: “OB”) en inkomstenbelasting (hierna: “IB”). Tevens is het onderzoek uitgebreid met het jaar 2010.
12. Eiseres heeft een ontvangst- en uitgavenboek, dat echter ook een kas- en bankboek blijkt te zijn. Daarnaast zijn ordners met ringbandbladen aanwezig waarop per blad slechts een datum en per uur zeer summier enkele namen van leerlingen zijn vermeld. Genoemde ordners dienden volgens eiseres als administratie en tevens als rittenregistratie. Op de
band van de ordners staat: “kilometerlijsten”. Deze ringbandbladen bevatten geen naam van de instructeur, geen kenteken van de betreffende auto, geen exacte naam van de (wel genoteerde) leerlingen en tevens is de lestijd niet te herleiden. Bovendien zijn geen primaire bescheiden aangetroffen in de administratie van de contant ontvangen lesgelden.
13. Het boekenonderzoek heeft geleid tot bevindingen waarbij de vastlegging van
de omzetverantwoording zeer summier, onduidelijk en onvolledig is. Op basis van de aanwezige stukken bij eiseres was het niet mogelijk een betrouwbare en volledige omzet vast te stellen die aansluit met de administratie van eiseres. De omzet wordt (voornamelijk) behaald door het geven van rijlessen door instructeurs. Bij een niet betrouwbare vastlegging van de omzet in de administratie van eiseres, kan dientengevolge ook geen juiste en volledige koppeling gemaakt worden met de verloonde uren van de instructeurs. De administratie vertoont dusdanige gebreken dat deze niet kan dienen als deugdelijke basis voor de vaststelling van de verschuldigde loonheffingen en dientengevolge de aangiften.
14. Om tot een juiste vaststelling van de omzet te komen - en dientengevolge
correctie verloning van het aantal gewerkte uren - heeft verweerder een theoretische omzet- en urenberekening gemaakt over de gecontroleerde jaren.
Theoretische omzetberekening
15. Aan het Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR) is een opgave gevraagd van de door eiseres afgenomen rijexamens. Het CBR heeft de Belastingdienst op leerlingenniveau een opgave verstrekt van de door eiseres afgenomen examens in de jaren 2010 tot en met 2014. Voor elk jaar is per verkeersopleiding een totaaltelling gemaakt van de afgenomen rijexamens door eiseres.
16. Vervolgens is vastgesteld wat het gemiddeld aantal rijlessen is alvorens rijexamen wordt afgelegd. Dit gemiddelde is bepaald door de norm aantal rijlessen - zoals door het CBR aangegeven (voor personenauto’s 36) - te middelen met het aantal lessen dat volgens eiseres door de leerlingen wordt gevolgd alvorens af te rijden.
17. Voor alle verkeersopleidingen is een vergelijkbare berekening gemaakt:
type verkeersopleiding gemiddeld aantal rijlessen
Personenauto 29
Bromfiets 3
Motor 7
Vrachtauto 20
Vrachtauto combinatie 11
Personenauto aanhangwagen 6
Taxi 6
Bus 20
18. Dit gemiddeld aantal lessen is gekoppeld met het onder punt 15 benoemde aantal afgenomen rijexamens. Hieruit volgt een totaal aantal lessen per rijvaardigheid per jaar,
waarbij één les gelijk staat aan één lesuur. De totaaltelling van het aantal lesuren per jaar bedraagt dan:
2011 2012 2013 2014
Totaal aantal lesuren 12.867 16.067 14.378 14.050
19. De laatste stap in de theoretische omzetberekening is om de berekende aantal
lesuren per jaar per verkeersopleiding te vermenigvuldigen met de gehanteerde prijzen van eiseres en vervolgens per jaar al deze uitkomsten op te tellen. Dit leidt tot een jaarlijkse omzet van:
2011 2012 2013 2014
Theoretische omzet € 682.579 € 875.538 € 846.332 € 846.570
20. Deze theoretische omzetberekening (hierna ook: “TOB”) is vergeleken met de
verantwoorde omzet in de aangiften omzetbelasting van eiseres. De verschillen betreffen te weinig geheven omzetbelasting, welke over de eerder genoemde jaren is nageheven.
21. Deze door verweerder berekende omzet is met de adviseur en eiseres besproken op 21 december 2015. Hierop heeft de adviseur per brief van 5 juli 2016 aangegeven dat de uitgangspunten van de Belastingdienst niet (allemaal) overeenkomen met de werkelijkheid, zoals tijd en prijs per uur.
22. In haar brief van eveneens 5 juli 2016, stelt de adviseur van eiseres dat een gedeelte van de door verweerder berekende omzet valt toe te rekenen aan zogenoemde franchisenemers. Hiertoe heeft de adviseur voor de jaren 2010 tot en met 2012 een overzicht met namen van leerlingen en franchisenemers toegevoegd.
23. Verweerder heeft naar aanleiding van de brieven van 5 juli 2016 van eiseres onderzocht of de genoemde leerlingen daadwerkelijk bij eiseres rijlessen hebben gevolgd. Uit de ter beschikking gestelde leerlingbak met kaarten per leerling is middels een deelwaarneming (14 namen) in slechts 1 geval vastgesteld dat deze leerling bij eiseres rijlessen heeft afgenomen.
Van de overige leerlingen gaf eiseres aan dat deze gegevens wellicht zouden zijn weggegooid. In eerdere gesprekken is echter verklaard door eiseres dat alle leerlingenkaarten aanwezig zijn.
24. Gelijktijdig met voornoemde deelwaarneming is door verweerder een derdenonderzoek ingesteld bij enkele franchisenemers zoals genoemd in de brief van 5 juli 2016. Onafhankelijk van elkaar zijn deze personen geconfronteerd met facturen die zijn aangetroffen bij eiseres, alsmede met een lijst van leerlingen aan wie zij rijles zouden hebben gegeven namens eiseres. Elk van hen heeft schriftelijk bevestigd dat slechts enkele
namen zoals beschreven in de lijst met leerlingen bekend voorkwam. Vele namen van leerlingen die zij les zouden hebben gegeven volgens eiseres komen hen niet bekend voor. Eén van de franchisenemers heeft verklaard dat de getoonde facturen hem niet bekend
voorkomen en zelfs dat hij nooit één factuur heeft opgemaakt. Een andere franchisenemer gaf aan dat enkele getoonde facturen niet door hem zijn opgemaakt. Hiermee geconfronteerd ten tijde van een hoorgesprek op 25 januari 2018 gaf eiseres aan dat de franchisenemers in kwestie niet betrouwbaar zijn.
25. Op 14 maart 2018 heeft verweerder een bezoek gebracht aan eiseres. Als
uitvloeisel hiervan is besloten tot een poging tot reconstructie van (een deel
van de) administratie van eiseres teneinde het realiteitsgehalte van de theoretische omzetberekening te beoordelen.
26. Op 29 maart 2018 heeft verweerder een bezoek gebracht aan de nieuwe adviseur om aansluiting te vinden tussen de rittenadministratie van de lesauto’s en de aangegeven omzet. Gezien de gebrekkige vastleggingen zijn zij hierin niet geslaagd, waarbij tevens geconstateerd is dat de meeste leerlingenkaarten niet aanwezig waren. Van dit bezoek is op 10 april 2018 een verslag met bevindingen aan de nieuwe adviseur gezonden.
27. De omzet van eiseres wordt bijna geheel behaald door het geven van rijlessen. De theoretische omzet betreft eveneens omzet, behaald derhalve door het geven van rijlessen. Het vervolgens berekende aantal lesuren die gekoppeld zijn aan de rijlessen sluit niet aan met de verloonde uren in de salarisadministratie. Dit betekent dat buiten de loonadministratie aan instructeurs is betaald.
28. De hierboven berekende totaal aantal lessen per jaar per verkeersopleiding van eiseres (A, aantal lessen op basis van TOB) zijn vergeleken met (B) de uren die de heer [naam 1] zelf als rijinstructeur heeft gewerkt (uitgaande van zijn eigen verklaring dat hij 80 uur per week werkzaam is voor de vennootschap), met (C) de uren die verloond zijn, met (D) de uren die gefactureerd zijn door ZZP’ers en de examenuren. Dit leidde tot de volgende niet verloonde uren (F):
A B C D E F (niet-verloonde uren)
2011 12.867 3.120 5.422 2.770 150 4.459
2012 16.067 3.120 8.642 3.602 2.051 2.051
2013 14.378 3.120 10.560 3.830 181 7.467
2014 14.050 3.120 9.068 3.698 5.560
29. Uitgaande van de niet verloonde uren zoals opgenomen en vermenigvuldigd met het gemiddelde netto uurloon van de verloonde werknemers van € 10,59, zijn voor de jaren 2011 tot en met 2014 de navolgende nettolonen niet in de boonheffingen betrokken, wat leidt tot de volgende te belasten brutolonen:
Jaar Nettoloon Te belasten brutoloon
2011 € 47.220 € 117.316
2012 € 21.722 € 53.109
2013 € 79.075 € 196.459
2014 € 58.880 € 145.382
30. Voorgaande berekening heeft tot de onderstaande loonbelastingcorrecties geleid:
Bruto loon Loonheffingen Rente Boete Totaal
2011 € 117.316 € 83.245 € 14.070 € 41.623 € 138.938
2012 € 53.109 € 37.668 € 6.092 € 18.834 € 62.594
2013 € 196.459 € 134.944 € 17.790 € 67.472 € 220.206
2014 € 145.382 € 101.401 € 9.565 € 50.700 € 161.666
Deze correcties zijn opgenomen in de naheffingsaanslagen over de tijdvakken 2011 tot en met 2014.
Arbeidsverhouding enkele personen
31. In de gecontroleerde periode is door eiseres gebruik gemaakt van ZZP’ers. Gedurende de controle is gekeken naar de arbeidsverhouding van de heer [naam 8] , de heer [naam 9] , de heer [naam 10] en de heer [naam 11] .
Gebleken is dat ten aanzien van de heer [naam 8] zowel een arbeidsovereenkomst met eiseres aanwezig is, als facturen. Het betreffen maandfacturen van augustus 2011 tot en met december 2014. In de periode van augustus 2011 tot en met december 2013 bevat elke factuur hetzelfde te betalen bedrag en BTW waarop het te betalen bedrag betrekking heeft. In de 2011 en 2012 (tot en met september) facturen is rekening gehouden met 21% BTW. Het BTW tarief is eerst per 1 oktober 2012 verhoogd van l9% naar 21%, wat op 28 juni 2012 in de Staatscourant bekend is gemaakt. Daarnaast bevatten de facturen geen logo van de onderneming en BTW nummer van de heer [naam 8] , is niet aangegeven wat de omvang en aard van de verrichte diensten zijn, en op welke periode de diensten betrekking heeft. Genoemde facturen zijn niet verwerkt in de administratie van eiseres. De betalingen aan de heer [naam 8] zijn door eiseres als nettoloon geboekt.
32. Van de heer [naam 9] zijn soortgelijke facturen aanwezig (met 21% BTW op de facturen uit 2011). Van de heer [naam 9] is geen BSN-nummer bekend, deze is niet opgenomen in de administratie en ook niet op de facturen richting eiseres vermeld. Een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) is ook niet aangetroffen in de administratie van eiseres. De facturen van de heer [naam 9] zijn - in ieder geval over de periode augustus 2012
tot en met mei 2013 - elke maand gelijk. Elke maand laat de factuur 45 uur en 15 minuten aan lesgeven zien, waardoor tevens elke maand hetzelfde bedrag wordt gefactureerd.
Per 1 januari 2013 is door de heer [naam 9] geen verhoging van het uurtarief doorgevoerd. Ook deze facturen van de heer [naam 9] laten geen logo van de onderneming zien, geen BTW nummer van de onderneming, geen gedetailleerde omschrijving van de lesuren (waar/wanneer/wie), geen bankgegevens en is niet aangegeven op welke periode de diensten betrekking hebben. De facturen bevatten enkel het adres van eiseres, het eigen adres van [naam 9] , de datum opmaak, aantal uren les en het bedrag dat voldaan moet worden door eiseres.
33. Van de heer [naam 10] (met BSN: [BSN nummer] ) bevat de administratie van
eiseres een VAR-resultaat uit overige werkzaamheden voor het geven van rijlessen op een vrachtwagen. Ten aanzien van de heer [naam 10] zijn facturen namens [bedrijf] verstuurd voor de jaren 2011 - 2012. Deze facturen bevatten het BTW nummer van de onderneming van de heer [naam 10] , de NAW-gegevens van zowel eiseres als de onderneming, de omvang en aard van de verrichte werkzaamheden, en op welke periode de diensten betrekking hebben.
34. Van de heer [naam 11] zijn slechts kwitanties aangetroffen in 2012, waarop een
BTW tarief van 18% is gehanteerd. Er is geen fiscaal nummer vermeld op de kwitantie en
een VAR-verklaring is niet aanwezig en opgenomen in de administratie van eiseres.
35. De grootboekrekening uitbesteed werk van eiseres laat verschillende betalingen zien aan de heer [naam 10] , twee betalingen aan de heer [naam 9] , een betaling aan [naam 11] (weergegeven als ‘ [naam 11] ’ in het overzicht). Daarnaast heeft eiseres ook separate grootboekrekeningen van verschillende werknemers (bijv. de heer [naam 12] ), alsmede van de heren [naam 11] , [naam 8] en [naam 9] in 2012. Deze grootboekrekeningen bevatten alle betalingen van salaris, en de grootboekrekeningen zijn ook gekwalificeerd als netto loon. Een bankafschrift van eiseres laat bovendien een boeking (uitbetaald) ‘salaris’ zien aan de heer [naam 8] .
36. Ter zitting van de rechtbank is de heer [getuige] als getuige gehoord, onder meer over de arbeidsverhouding van de zogenaamde franchisers. De rechtbank verwijst voor de inhoud van de verklaring naar het meegezonden proces-verbaal van de zitting.
37. Uit het boekenonderzoek is gebleken dat de betrokkenen allen de arbeid persoonlijk dienden te verrichten en per maand werden de betrokkenen door eiseres betaald. Daarnaast werden zij allen ingeroosterd om te komen werken waarbij zij niet tussentijds konden stoppen of afmelden, werd in voertuigen van eiseres gereden en dienden aanwijzingen en werkwijzen van eiseres te worden (op)gevolgd. Op basis hiervan heeft verweerder voor elk van de betrokkenen gesteld dat sprake is van een dienstbetrekking en zijn naheffingsaanslagen en correctieverplichtingen opgelegd. Bij deze naheffingen en correctieverplichtingen is voor de heer [naam 11] en de heer [naam 9] rekening gehouden met het anoniementarief, nu geen identificatie voorhanden is. Voor de heer [naam 10] is bij de correctie ervan uitgegaan dat de verschuldigde loonbelasting / premie volksverzekering reeds in de aangifte inkomstenbelasting is voldaan. Derhalve heeft de correctieverplichting van de heer [naam 10] slechts betrekking op de werknemersverzekeringen.
38. In de gecontroleerde periode zijn tevens personenauto’s ter beschikking
gesteld. Voor geen enkele auto heeft een bijtelling plaatsgevonden in de gecontroleerde
periode. Het betreft de volgende personenauto’s:
Kenteken Auto Catalogusprijs Bijtelling Tijdvak
[kenteken 4] Opel Astra € 18.707 25% 2-2-2011 t/m 12-3-2015
[kenteken 2] Volkswagen Golf € 28.212 25% 28-2-2011 t/m 21-10-2014
[kenteken 6] Volkswagen Golf € 25.237 25% 30-9-2011 t/m 20-11-2014
[kenteken 1] Volkswagen Golf € 32.910 20% 12-10-2013 t/m 20-11-2015
[kenteken 3] Volkswagen Polo € 19.967 25% 13-11-2014 t/m 31-12-2015
[kenteken 5] Volkswagen Golf € 30.350 20% 14-11-2014 t/m 31-12-2015
[kenteken 7] Volkswagen Golf € 31.428 14% 26-11-2015 t/m 31-12-2015
[kenteken 8] Volkswagen Golf € 29.070 14% 26-11-2015 t/m 31-12-2015
39. Eiseres heeft ordners in haar administratie opgenomen waarin ringblaadjes zijn opgenomen, waarop een tijdschema per uur staat met af en toe de naam van een leerling. De begin- en eindstand, kenteken van de lesauto en de naam van de instructeur ontbreekt op elk gecontroleerd ringblaadje. Eiseres gaf tijdens het boekenonderzoek aan dat deze ringblaadjes als rittenregistraties dienden.
40. Eiseres gaf tijdens het boekenonderzoek aan dat de auto’s na werktijd achterbleven op het bedrijfsadres.
41. Uit de destijds beschikbare systemen is gebleken dat de onder punt 38
genoemde auto’s op externe camerabeelden zijn vastgelegd op ongebruikelijke tijden en plaatsen. Zo zijn de auto’s onder meer vastgelegd op feestdagen, in de weekenden en ‘s avonds laat.
42. Na het overhandigen van het concept controlerapport van 26 november 2015
heeft eiseres aangegeven dat er alsnog andersoortige rittenregistraties van de auto’s met kentekens [kenteken 1] , [kenteken 2] , [kenteken 3] , [kenteken 4] en [kenteken 5] kunnen worden overgelegd. Deze zijn aan verweerder ter inzage verstrekt. Hierdoor was het mogelijk
een vergelijking te maken met de Nationale Auto Pas (NAP) gegevens. De kilometerstanden zoals vastgelegd door NAP komen niet overeen met de aanwezige rittenregistratie en dit is gedetailleerd opgenomen in het definitieve rapport van 4 april 2017.
43. Verweerder heeft gesteld dat eiseres niet heeft aangetoond dat niet meer dan 500 kilometer privé wordt gereden per jaar met genoemde personenauto’s waardoor te weinig
loonheffingen (op aangifte) is ingehouden en afgedragen.
Dit heeft geresulteerd in de volgende bedragen aan correctie privégebruik auto:
Jaar Totale correctie Loonheffingen Rente Boete
2011 € 13.373 € 8.523 € 1.441 € 3.409
2012 € 33.001 € 21.132 € 3.417 € 8.452
2013 € 27.072 € 17.673 € 2.330 € 7.069
2014 € 20.676 € 13.837 € 1.305 € 5.534
2015 € 19.176 € 13.186 € 716 € 5.274
Bij deze berekening aan loonheffingen is gebruik gemaakt van de eindheffingstabel (gebruteerd tarief) en is uitgegaan van het gemiddelde tarief van de berijders van de auto’s. Dit leidt tot een eindheffingspercentage in de jaren 2011 en 2012 van 72,2% en voor de overige jaren 72,4%.
44. Uit het boekenonderzoek is gebleken dat verkeersboetes niet zijn verhaald op de werknemers. Dit niet-verhalen van de verkeersboetes heeft tot de volgende correcties geleid:
Jaar Totale correctie Loonheffingen Rente Boete
2012 € 805 € 570 € 92 € 143
2013 €1.000 € 724 € 95 € 181
Naheffing wegens onjuiste afdracht
45. Voor het loonaangiftetijdvak van 9 oktober 2017 tot 6 november 2017 is een
aangifte loonheffingen ingediend op 9 november 2017. Op basis van de ingediende aangifte is een bedrag verschuldigd aan loonheffingen van € 2.167. Dit bedrag diende uiterlijk
5 december 2017 afgedragen te zijn aan de Belastingdienst. Eiseres heeft geen loonheffingen afgedragen over genoemd tijdvak. Daarom heeft verweerder met dagtekening 2 januari 2018 een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd conform de ingediende loonaangifte inclusief een betaalverzuimboete van € 65.
46. Voor het loonaangiftetijdvak van 6 november 2017 tot 4 december 2017 is een
aangifte loonheffingen ingediend op 22 december 2017. Op basis van de ingediende aangifte is een bedrag verschuldigd aan loonheffingen van € 2.167. Dit bedrag diende op
3 januari 2018 afgedragen te zijn aan de Belastingdienst. Eiseres heeft geen loonheffingen afgedragen over genoemd tijdvak. Verweerder heeft daarom met dagtekening 25 januari 2018 een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd conform de ingediende loonaangifte inclusief een betaalverzuim boete van € 65.