ECLI:NL:RBNHO:2018:9617

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 november 2018
Publicatiedatum
5 november 2018
Zaaknummer
6979232 \ CV FORM 18-4689
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie en additionele kosten bij annulering van vlucht door Ryanair

In deze zaak hebben twee passagiers, die gezamenlijk worden aangeduid als de verzoekende partij, een vordering ingesteld tegen Ryanair Limited, de verwerende partij, naar aanleiding van de annulering van hun vlucht van Dublin naar Amsterdam op 18 september 2017. De passagiers hebben compensatie ontvangen van Ryanair, maar vorderen daarnaast additionele kosten van € 1.366,65, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De passagiers baseren hun vordering op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen.

Tijdens de procedure hebben de passagiers echter niet gespecificeerd waarvoor de additionele kosten zijn gemaakt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers enkel een verwijzing naar een productie hebben gedaan zonder verdere toelichting. De rechter heeft hen gewezen op een arrest van de Hoge Raad, waarin wordt benadrukt dat het aan de verzoekers is om hun vordering te onderbouwen met voldoende bewijs. De kantonrechter concludeert dat de passagiers onvoldoende hebben aangetoond dat de gevorderde kosten gerechtvaardigd zijn.

Daarom heeft de kantonrechter de vordering tot betaling van de additionele kosten afgewezen. Aangezien de hoofdsom is afgewezen, zijn ook de nevenvorderingen, waaronder de proceskosten, afgewezen. De passagiers zijn veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Ryanair, die zijn begroot op € 150,00 voor het salaris van de gemachtigde. Deze beschikking is uitgesproken door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier, en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6979232 \ CV FORM 18-4689
Uitspraakdatum: 14 november 2018
Beschikking in de zaak van:

1.[passagier 1]

2. [passagier 2]
beiden wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R.A. Bos
tegen
de rechtspersoon naar Iers recht
Ryanair Limited
Gevestigd te Dublin (Ierland)
verwerende partij
verder te noemen: Ryanair
gemachtigde: mr. A.C.J. Houwers

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 13 juni 2018;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 21 september 2018.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Ryanair een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Ryanair de passagiers diende te vervoeren van Dublin Airport (Ierland) naar Amsterdam Schiphol op 18 september 2017 met vluchtnummer FR 3104, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd. De passagiers hebben compensatie van Ryanair gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.3.
Ryanair heeft de compensatie aan de passagiers voldaan. Zij weigert de door de passagiers gevorderde additionele kosten te voldoen.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagiers verzoeken Ryanair te veroordelen tot betaling van:
- € 1.366,65, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 september 2018, tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening).
3.3.
De passagiers stellen dat Ryanair vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 lid 1 sub c van de Verordening tot een bedrag van € 1.366,64. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door Ryanair van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
Ryanair betwist de verschuldigdheid en de hoogte van de vordering. Op haar verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De passagiers vorderen een bedrag van € 1.366,65 aan additionele kosten. Zij hebben in de toelichting op punt 8.1. van het Formulier A niet gespecificeerd waarvoor zij deze kosten hebben gemaakt. Er is slechts een verwijzing naar “productie 5”. De kantonrechter wijst de passagiers op het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2017:404). Het is aan degene die een beroep doet op producties om daar een toelichting bij te geven.
Productie 5 bij het verzoekschrift betreft een overzicht van 7 passagiers en een totaal bedrag aan reserveringskosten bij eDreams van € 1.643,82 voor een vlucht van Air Lingus op 18 september 2017 met vluchtnummer El 608. De passagiers vorderen in deze procedure
€ 1.366,65. Dit bedrag is niet terug te vinden in productie 5.
In de e-mail van 27 februari 2018 van de passagiers aan Flightclaim (overgelegd door de passagiers als productie 1) is vermeld dat “de restitutie van de geannuleerde vlucht FR3104 18-09-2017 van Ryanair” is ontvangen. Daarop ziet de vordering kennelijk evenmin.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de passagiers onvoldoende hebben gesteld om te kunnen oordelen dat en waarvoor zij additionele kosten ad € 1.366,65 hebben gemaakt. Het verweer van Ryanair slaagt.
4.4.
De conclusie is dat de vordering tot betaling van additionele kosten moet worden afgewezen. Omdat de vordering tot betaling van de hoofdsom zal worden afgewezen, zullen ook de nevenvorderingen worden afgewezen.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Ryanair tot en met vandaag worden begroot op € 150,00 salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open