5.2De positie van [D] ten opzichte van [X]
Hiervoor is aangegeven dat [D] slechts juridisch aandeelhouder is van [X] en niet de uiteindelijke belanghebbende. [D] werd slechts benoemd als
“additional director”. De beloning voor zijn werkzaamheden en een vergoeding voor de door hem gemaakte kosten worden door [B] overgemaakt.
Volgens de gemeentelijke basisadministratie heeft [D] zich op 27 juni 2009 laten uitschrijven in verband met zijn verhuizing naar Turkije. De Belastingdienst beschikt echter over (tal van) aanwijzingen dat [D] Nederland nooit metterwoon heeft verlaten en dat [D] nog steeds in Nederland woont:
[D] is, ook in de periode dat hij in Turkije zou wonen, werkzaam bij een [E]
advocatenkantoor;
ook in die periode verzorgt [D] verblijfsvergunningen voor personen die in Nederland verblijven;
ook in die periode ontvangt [D] daarvoor een vergoeding van de IND;
ook in die periode verricht [D] werkzaamheden voor [C] . [C] is in [q]
gevestigd;
de IND, [C] en de personen voor wie [D] verblijfsvergunningen regelt, storten hun betalingen op een Nederlandse bankrekening ten name van [D] ;
aan [B] te relateren vennootschappen maken in de periode 2007 - 2013 ca.
USD 91.500 en € 44.500 over naar deze Nederlandse bankrekening;
daarnaast vinder er betalingen plaats aan de Turkse vennootschap van [D] ; ook de
Turkse vennootschap maakt wel bedragen over naar de Nederlandse bankrekening van
[D] ;
met grote regelmaat worden er contante bedragen op de Nederlandse bankrekening gestort,
via een stortingsapparaat in [G] ;
[D] houdt een postbus aan in [G] ;
[D] pint met regelmaat bedragen van deze rekening in Nederland, met name in [G]
:
voordat [D] zich liet uitschrijven in Nederland, woonde hij in [G] ;
via de Nederlandse bankrekening vinden er betalingen plaats aan een energieleverancier en
aan een internetprovider;
Daarom is de Belastingdienst van mening dat zelfs wanneer [D] (feitelijk) bestuurder is van
[X] , [X] vanuit Nederland wordt bestuurd en daarom belastingplichtig is voor de Nederlandse
vennootschapsbelasting.
De Belastingdienst acht het aannemelijk dat de “verhuizing” van [D] naar Turkije te maken heeft met zijn werkzaamheden voor [B] . De Belastingdienst vermoedt dat de uitschrijving bij de gemeentelijke basisadministratie (voornamelijk) heeft plaats gevonden teneinde te voorkomen dat de onder andere de in dit rapport beschreven activiteiten (van [B] ) in Nederland te plaatsen zijn.
(…)”
4. Verweerder heeft aan eiseres met dagtekening 19 augustus 2014 (navorderings)aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd over de jaren 2009 tot en met 2012.
5. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en bij brief van 23 juli 2015 op basis van feitelijke beweringen gesteld niet belastingplichtig te zijn in Nederland.
6. Verweerder heeft eiseres bij brief van 20 augustus 2015 om gegevens en inlichtingen verzocht om de stellingen zoals neergelegd in de brief van 23 juli 2015 op juistheid te kunnen toetsen.
7. Verweerder heeft eiseres bij brief van 21 oktober 2015 en nogmaals bij brief van 17 november 2015 de volgende vragen gesteld:
“- Wat is het huidige woonadres van de heer [R] en wat was of waren de woonadressen van de heer [R] in de jaren van het geschil (2009-2012). Wat zijn de contactgegevens van de heer [R] (telefoon, e-mailadres, faxnummer);
- Wilt u gegevens verstrekken waaruit blijkt dat de heer [R] bekend was bij de Libische overheid, bijvoorbeeld kopieën van op naam gestelde belastingaanslagen;
- U stelt dat de heer [R] in Libië wordt gezien als een vooraanstaand ondernemer met een groot zakelijk netwerk terwijl u tegelijkertijd stelt dat de heer [R] zijn belangen steeds behoorlijk heeft afgeschermd voor het publiek. Dit lijkt met elkaar tegenstrijdig.
Kunt u uw opmerkingen in deze nader toelichten? Kunt u voorbeelden geven waaruit blijkt van de vooraanstaande positie van de heer [R] als ondernemer (bijvoorbeeld aan de hand van publicaties in fysieke en digitale media). Kunt u voorbeelden geven van personen of bedrijven uit
het zakelijke netwerk van de heer [R] ;
- Wilt u een overzicht/concernschema verstrekken van het conglomeraat van bedrijven van de heer [R] met daarbij een omschrijving van het soort onderneming/activiteit;
- Welke activiteiten zijn in de periode 2009-2012 door/op naam van [X] verricht;
- Welke personen hebben in de periode 2009-2012 feitelijk uitvoering gegeven aan de activiteiten van [X] afgezien van de heer [R] voornoemd. In geval ook andere personen werkzaamheden voor [X] hebben verricht, verzoek ik u mij kopieën te verstrekken van bescheiden die inzicht geven in de daaraan ten grondslag liggende rechtsverhoudingen (bijv. overeenkomsten van dienstverlening etc);
- Kunt u aan de hand van concrete documentatie inzicht geven in de feitelijke activiteiten van de heer [R] in relatie tot de overeenkomst met [L] ? Bijvoorbeeld: kopieën van schriftelijke adviezen, correspondentie, e-mailverkeer, verklaringen van [L] -functionarissen e.d;
- Kunt u aan de hand van concrete documentatie inzicht geven in de feitelijke activiteiten van de heer [R] in relatie tot andere cliënten van [X] ;
- Wilt u gegevens verstrekken waaruit blijkt dat [X] bekend was bij de Libische overheid, bijvoorbeeld kopieën van op naam gestelde belastingaanslagen;
- Is [X] afgezien van Libië en Nederland in enig ander land bekend bij de fiscus? Zo ja, kunt u dit dan onderbouwen aan de hand van bijvoorbeeld op naam gestelde belastingaanslagen, correspondentie e.d?
- Wanneer, waar en op welke wijze is de heer [R] in contact gekomen met de heer [D] ;
- Op welke wijze onderhoudt de heer [R] contact met de heer [D] . Kunt u voorbeelden van die contacten overleggen, zoals bijvoorbeeld schriftelijke instructies, rapportages, prints van
e-mailverkeer. In welke taal communiceert de heer [R] met de heer [D] ;
- Wanneer heeft de heer [R] Nederland bezocht in de periode 2009-2012 en wilt u dit onderbouwen aan de hand van verstrekte visa;
- Is de woning van de heer [B] te [G] de enige plaats waar in de periode 2009 - 2012 de administratie van [X] werd bewaard? Zo nee, op welke plaatsen werd dan nog meer administratie bewaard (adressen);
- Van welke tot het conglomeraat van de heer [R] behorende ondernemingen werd op het adres van de heer [B] nog meer administratie bewaard en in het verlengde van deze vraag: voor welke andere ondernemingen van de heer [R] trad de heer [B] op als administrateur.”
8. Verweerder heeft aan eiseres met dagtekening 15 maart 2016 een informatiebeschikking afgegeven. In deze beschikking is onder meer opgenomen:
“-
Van welke tot het conglomeraat van de heer [R] behorende ondernemingen werd op het adres van de heer [B] nog meer administratie bewaard en in het verlengde van deze vraag: voor welke andere ondernemingen van de heer [R] trad de heer [B] op als administrateur;
(…)
-Heeft de heer [B] een beloning ontvangen voor het administreren c.a. van [U] . Zo ja, hoeveel en op welke wijze is dit betaald. Heeft de heer [B] nog andere beloningen ontvangen van voor de heer [R] geadministreerde ondernemingen. Zo ja, dan verzoek ik u mij hiervan een specificatie te verstrekken (onderneming, bedrag, jaar, wijze van uitbetalen);
(…)
-Wat was in de periode 2009 – 2012 de feitelijke woonplaats van de heer [D] ;
(…)
-Waar heeft de heer [D] zijn werkzaamheden ten behoeve van [X] uitgevoerd (adressen);
(…)
-Welke beloning heeft de heer [D] voor zijn werkzaamheden ontvangen, hoe is dat vastgesteld en op welke wijze is de beloning betaald;
(…)
Met andere woorden: (verifieerbare) gegevens over de plaats van waaruit of de wijze waarop het feitelijk bestuur heeft plaatsgevonden, worden niet verstrekt terwijl dit voor de beoordeling van uw standpunt over uw vestigingsplaats nu juist van wezenlijk belang is.
Op alle overige vragen is evenmin antwoord gegeven.
(…)
Gelet op het voorgaande stel ik vast dat u het bepaalde in de artikel 47 en 49 lid 1 AWR heeft geschonden door desgevraagd meermaals en kennelijk ook principieel te weigeren om schriftelijk antwoord te geven op het gros van de in mijn brief van 21 oktober 2015 gestelde vragen. Verder heeft u geweigerd mij (kopieën) van diverse bescheiden te verstrekken.
(…)”