Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 13 maart 2017, met producties
- de conclusie van antwoord, met producties
- het tussenvonnis van 17 mei 2017
- brief d.d. 31 oktober 2017 aan de zijde van De Ridder, met productie
- het proces-verbaal van comparitie van 15 november 2017.
2.De feiten
volledig in eigen beheer willen hebben. Wij doen alle handling betreffende de site en het leek ons fair als dit qua opbrengsten ook volledig aan ons zou toekomen.
3.De vordering
4.De beoordeling
In geval van faillissement van de vennootschap is iedere bestuurder jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk voor het bedrag van de schulden voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, indien het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. (…)
Met een bestuurder wordt voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld degene die het beleid van de vennootschap heeft bepaald of mede heeft bepaald, als ware hij bestuurder.
medebeleidsbepaler. De lat om als zodanig te worden beschouwd ligt in de wet en jurisprudentie erg hoog. Het moet er in ieder geval om gaan dat [gedaagde] werkelijke bestuurstaken heeft vervuld. Dat gaat verder dan werkzaamheden of handelingen die [gedaagde] in zijn functie van medewerker – wat daar verder ook van zij – van Burger Beheer heeft verricht. De rechtbank is van oordeel dat uit wat De Ridder heeft aangevoerd ook niet blijkt dat [gedaagde] als feitelijk medebeleidsbepaler van Burger Beheer kan worden aangemerkt. Dat op de facturen van Burger Beheer de naam MP Trading wordt gebruikt, dat daarop het e-mailadres van [gedaagde] wordt opgevoerd en dat hij onderhandelingen heeft gevoerd over de handel in Cuddlebugs, is onvoldoende om [gedaagde] als medebeleidsbepaler te beschouwen.
5.De beslissing
woensdag 31 januari 2018, voor het nemen van een akte aan de zijde van [gedaagde] , zoals hiervoor onder 4.4 omschreven;