ECLI:NL:RBNHO:2018:8415

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 september 2018
Publicatiedatum
1 oktober 2018
Zaaknummer
15/871265-14
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fraude en valsheid in geschrifte door ICT-hoofd van Stichting OCK het Spalier

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 september 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende meerdere jaren schuldig heeft gemaakt aan grootschalige fraude en valsheid in geschrifte. De verdachte, die hoofd ICT was bij Stichting OCK het Spalier, heeft valse facturen opgemaakt uit naam van Vobis en Computerlab, waardoor hij miljoenen euro's heeft onttrokken aan de stichting, die zich richt op opvoedhulp en psychische hulp voor kinderen en jongeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op listige wijze medewerkers van de stichting heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen door het indienen van deze valse facturen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk door ongeautoriseerd toegang te verkrijgen tot de mailboxen van zijn (voormalige) collega's. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de lange duur van de fraude en de schade die is toegebracht aan de stichting.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/871265-14
Uitspraakdatum: 27 september 2018
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 20 april 2018 en 13 september 2018 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. van Oosten en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. Y. Moszkowicz, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2006 tot en met 26 juli 2013 te
Driehuis, gemeente Velsen en/of Santpoort-Zuid, gemeente Velsen en/of
Bloemendaal en/of Nieuw Vennep, gemeente Haarlemmermeer en/of (elders) in
Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (telkens) (een of meer medewerker(s) van) stichting OCK het Spalier heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (in totaal ongeveer 2.269.718,- euro), in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven
oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
(al dan niet in zijn, verdachtes, hoedanigheid als (waarnemend) Hoofd ICT)
- een groot aantal (valselijk opgemaakte) factu(u)r(en) uit naam van Vobis
Hoofddorp(, gericht aan zijn, verdachtes, mededader ( [medeverdachte 1] ),) voor akkoord
ondertekend en/of
- ( vervolgens) die/een (ondertekende) factu(u)r(en) ter goedkeuring
aangeboden aan de algemeen directeur en/of een of meer andere medewerker(s)
van stichting OCK het Spalier, teneinde die/een factu(u)r(en) (op zijn,
verdachtes, rekening) te laten uitbetalen door de afdeling financiën van
stichting OCK het Spalier en/of
- ( aldus) door het indienen van die/een (valselijk opgemaakte) factu(u)r(en)
de indruk gewekt bij (een of meer medewerkers) van stichting OCK het Spalier
dat er namens deze stichting daadwerkelijk bestellingen werden geplaatst bij
en/of geleverd door Vobis Hoofddorp,
(terwijl hij verdachte en of zijn mededader (bij aanvang van de pleegperiode)
wist(en) dat Vobis Hoofddorp niet meer bestond,)
waardoor (een of meer medewerkers) van stichting OCK het Spalier werd(en)
bewogen tot bovenomschreven afgifte (op zijn, verdachtes, privebankrekening);
en/of
(valsheid in geschrifte van de Vobis facturen)
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 01 maart 2005 tot en met 18 juli 2013 te Driehuis, gemeente Velsen en/of Bloemendaal en/of Nieuw-Vennep en/of Hoofddorp en/of Haarlem, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
vijf en negentig, althans een (groot) aantal factu(u)r(en) uit naam van Vobis
Hoofddorp (ter zake aangeschafte ICT-producten en/of ICT-diensten), - (elk)
(telkens) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen
- valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft verdachte
(telkens) voornoemde facturen (geheel) valselijk opgemaakt als ware deze
afkomstig van Vobis Hoofddorp en als hadden deze facturen betrekking op door
Vobis Hoofddorp aan/voor stichting OCK het Spalier geleverde ICT-producten
en/of ICT-diensten (zulks terwijl Vobis Hoofddorp gedurende de pleegperiode
niet meer bestond en/of geen bedrijfsactiviteiten meer verrichtte), zulks
(telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Feit 2
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2009 tot en met 14 september 2012 te
Driehuis, gemeente Velsen en/of Santpoort-Zuid, gemeente Velsen en/of
Bloemendaal en/of Nieuw Vennep, gemeente Haarlemmermeer en/of Haarlem en/of
(elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen (te weten met [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 2] ), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, (telkens) (een of meer medewerker(s) van) stichting OCK het Spalier heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (in totaal ongeveer 16.393,76 euro) , in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
(al dan niet in zijn, verdachtes, hoedanigheid als (waarnemend) Hoofd ICT
en/of in de hoedanigheid van die [medeverdachte 1] als medewerker van de afdeling ICT van
stichting OCK het Spalier en/of in de hoedanigheid van die [medeverdachte 2] als
directeur van Computerlab)
- een (groot) aantal (vervalste) factu(u)r(en) (waarop het te betalen bedrag,
kosten en werkzaamheden waren opgehoogd) uit naam van Computerlab (gericht
aan zijn, verdachtes medeverdachte [medeverdachte 1] ) ingediend bij de afdeling ICT
van stichting OCK het Spalier en/of
- ( vervolgens) die/een (groot) aantal (vervalste) (Computerlab) factu(u)r(en)
namens de ICT afdeling van stichting OCK het Spalier voor akkoord ondertekend
en/of
- ( vervolgens) die/een (groot) aantal factu(u)r(en) uit naam van Computerlab
ter goedkeuring aangeboden aan de algemeen directeur en/of een of meer andere
medewerker(s) van stichting OCK het Spalier, teneinde die/een (te hoge)
factu(u)r(en) te laten uitbetalen door de afdeling financiën van stichting OCK
het Spalier en/of
- ( aldus) door het indienen van die/een (vervalste) (Computerlab)
factu(u)r(en) de indruk gewekt bij (een of meer medewerkers) van stichting OCK
het Spalier dat er daadwerkelijk voor het/de op die factu(u)r(en) vermelde
bedrag en/of uren werkzaamheden waren verricht en/of kosten waren gemaakt door
Computerlab, waardoor (die medewerker(s) van) de stichting OCK het Spalier
werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
en/of
(valsheid in geschrifte van Computerlab facturen)
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 april 2009 tot en met 11 september 2012 te Driehuis, gemeente Velsen en/of Bloemendaal en/of Nieuw-Vennep en/of Hoofddorp en/of Haarlem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander (te weten met [medeverdachte 2] ),
althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer factu(u)r(en) van
Computerlab (ter zake aangeschafte ICT-producten en/of ICT-diensten), - (elk)
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen –
(telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt of vervalst,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders
(telkens) valselijk
- op een of meer factu(u)r(en) uit naam van Computerlab (gericht aan stichting
OCK het Spalier) de kosten en/of het (totaal) (door de stichting OCK het
Spalier) te betalen bedrag opgehoogd, terwijl die kosten en/of dat (totaal) te
betalen bedrag in werkelijkheid niet zo hoog was/waren en/of
- op een of meer factu(u)r(en) uit naam van Computerlab (gericht aan stichting
OCK het Spalier) een post overige werkzaamheden en/of daarbij gemaakte kosten
opgenomen, terwijl er in werkelijkheid geen overige werkzaamheden was/waren
verricht en/of daarvoor geen kosten waren gemaakt , zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Feit 3
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2005 tot en met 23 juli 2014 te Driehuis, gemeente Velsen en/of Bloemendaal en/of Nieuw-Vennep en/of
Hoofddorp en/of Haarlem en/of Santpoort-Zuid, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen (te weten onder meer met
[medeverdachte 3] ), althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
(telkens) meermalen (van)
een of meer geldbedragen (te weten in totaal een bedrag van 1.882.792,03 euro)
(telkens) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet
en/of gebruik gemaakt
en/of
(telkens) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, althans
heeft/hebben verborgen/verhuld wie de rechthebbende op voornoemde geldbedragen
was en/of wie voornoemde geldbedragen voorhanden had,
immers, heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
(telkens) die/dat geldbedrag(en) (deels) gebruikt ter financiering van onder
meer:
- een (zeer groot aantal) restaurantbezoeken bij het Okura hotel en/of
- een groot aantal hotel overnachtingen en/of
- verbouwingen aan een of meer woning(en) (in Santpoort-Zuid en/of Nieuw
Vennep) en/of
- de (luxe) inrichting van een of meer woning(en) (in Santpoort-Zuid en/of
Nieuw Vennep) en/of
- de aanleg van een nieuwe tuin van een woning (in Santpoort-Zuid) en/of
- het (dagelijkse) (luxe) levensonderhoud en/of
- een of meer (dure) tas(sen) en/of portemonnees en/of schoenen van Louis
Vuitton en/of
- een of meer (dure) sieraden en/of
- een of meer voertuigen en/of
- een paard,
terwijl hij,verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven
geldbedrag(en) en/of voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf (te weten uit oplichting en/of valsheid in
geschrifte);
Feit 4
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 2 juli 2012 tot en met 22
september 2015 te Nieuw-Vennep en/of Hoofddorp, althans in Nederland en/of
(elders in) België en/of Frankrijk, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk
in één of meer geautomatiseerde werken, te weten het (beveiligde) netwerk
en/of de mailserver (of een deel daarvan) van OCK Het Spalier en/of Kenter
Jeugdzorg, althans de mailboxen van één of meerdere medewerkers van OCK Het
Spalier en/of Kenter Jeugdzorg (waaronder [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] ), is binnengedrongen, waarbij hij zich de toegang
tot dat/die geautomatiseerde werk(en) heeft verworven met behulp van een
valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten
door (onbevoegd) gebruik te maken van de (gebruikersnamen en) toegangscode(s)
en/of wachtwoord(en) van die medewerker(s) van voornoemde organisatie(s)
Feit 5
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 juli 2012
tot en met 22 september 2015 te Nieuw-Vennep en/of Hoofddorp, althans in
Nederland en/of (elders in) België en/of Frankrijk, met het oogmerk een
misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid van het Wetboek van
Strafrecht te plegen
(telkens) één of meer computerwachtwoord(en) en/of toegangscode(s) of daarmee
vergelijkbare gegevens waardoor toegang kan worden gekregen tot een
geautomatiseerd werk of een deel daarvan, te weten het (beveiligde) netwerk
en/of de mailserver (of een deel daarvan) van OCK Het Spalier en/of Kenter
Jeugdzorg, althans de mailbox(en) van één of meerdere medewerkers van OCK Het
Spalier en/of Kenter Jeugdzorg (waaronder [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] ),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad

2. Beroep op nietigheid van de dagvaarding

2.1.
De raadsman heeft aangevoerd dat de tenlastelegging op onderdelen nietig is. Onder de feiten 1 en 2 is “een groot aantal” vermeld. Uit jurisprudentie met betrekking tot kinderporno blijkt dat dit onvoldoende geconcretiseerd is. De verdediging kan zich hiertegen niet (genoegzaam) verweren. In het subsidiaire deel is vermeld “vijf en negentig”. Het is onduidelijk of vijf of negentig wordt bedoeld. De vraag is ook of vijfennegentig al dan niet een groot aantal is. Daarnaast staat bij feit 2 subsidiair telkens een of meer facturen, terwijl één factuur geen groot aantal is.
2.2.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van een nietige dagvaarding. In de tenlastelegging is duidelijk gespecificeerd waar de oplichtingshandelingen uit hebben bestaan. In het dossier komt voldoende tot uitdrukking om welke facturen het gaat. Deze facturen zijn ook aan het dossier toegevoegd. Verdachte is hierover uitvoerig gehoord. De verdediging heeft zich hierop kunnen voorbereiden.
Vijf en negentig is niet innerlijk tegenstrijdig omdat er “althans een groot aantal” staat. Als de rechtbank tot het oordeel komt dat geen sprake is van een groot aantal, kan “groot” worden doorgestreept. Dan blijft “aantal” over. De vergelijking met kinderporno gaat niet op.
2.3.
De rechtbank verwerpt voormeld verweer. Uit de tenlastelegging blijkt voldoende duidelijk waartegen de verdediging zich dient te verweren. “Een groot aantal” is niet onvoldoende gespecificeerd. Kinderpornozaken zijn wezenlijk anders dan de onderhavige fraudezaak. Bij kinderpornozaken zijn de afbeeldingen niet toegevoegd aan het dossier, waardoor hogere eisen worden gesteld aan de mate van concrete omschrijving in de tenlastelegging. In deze zaak maken de onderliggende facturen deel uit van het dossier en is dus voor de verdachte voldoende duidelijk om welke facturen het gaat, namelijk vijfennegentig facturen. Dat in de tenlastelegging staat geschreven “vijf en negentig” brengt hierin geen verandering.

3.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van de onder feit 1 genoemde oplichting (hierna te noemen: de Vobisconstructie) heeft zij naar voren gebracht dat er in de tenlastegelegde periode door OCK het Spalier € 2.239.777,- is overgemaakt naar de rekening van verdachte. Zij heeft de rechtbank verzocht het totaalbedrag in de tenlastelegging van feit 1 buiten beschouwing te laten en bewezen te achten dat verdachte OCK het Spalier heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen.
Met betrekking tot de ook onder feit 1 genoemde valsheid in geschrifte van de Vobis facturen heeft de officier van justitie het standpunt ingenomen dat de tenlastegelegde periode dient te worden beperkt tot de periode van 13 februari 2006 tot en met 18 juli 2013. De reden hiervoor is dat er geen facturen beschikbaar zijn van voor 13 februari 2006.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat de feiten 1 en 2, welke feiten verdachte heeft bekend, bewezen kunnen worden verklaard.
Ten aanzien van de feiten 3, 4 en 5 heeft de raadsman betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken.
Met betrekking tot feit 3 is aangevoerd dat verdachte ten aanzien van het geld dat afkomstig is uit eigen misdrijf geen verhullingshandelingen heeft verricht. Het geld is bijgeschreven op zijn bankrekening en de geldstroom was traceerbaar. De aanvankelijke verhulling van het contante bedrag van € 80.000,-, dat eerst bij [persoon 1] was ondergebracht, heeft verdachte op eigen initiatief opgeheven. Daarnaast is geen rekening gehouden met het feit dat verdachte bij OCK het Spalier ook een inkomen genoot en spaargeld had.
Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman het volgende naar voren gebracht. De deskundigheid, de onafhankelijkheid en de objectiviteit van [persoon 2] , de opsteller van het rapport met de titel “Onderzoek ongeautoriseerd toegang tot E-Mail server” gedateerd 12 oktober 2015 wordt betwist. Verdachte heeft verstand van ICT. Hij had volstrekt anoniem via VPN of Tor-netwerk mailboxen kunnen raadplegen. Ook anderen, bijvoorbeeld [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ), kunnen zich schuldig hebben gemaakt aan de onder feit 4 opgenomen verdenkingen. Verdachte zelf heeft ter terechtzitting verklaard nooit gebruik te hebben gemaakt van het e-mailadres ‘ [e-mail adres] ’.
Met betrekking tot feit 5 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte de wachtwoorden van medewerkers van OCK het Spalier niet wederrechtelijk heeft verworven of voorhanden gehad. Verdachte had uit hoofde van zijn functie als hoofd ICT kennis van bepaalde wachtwoorden. Dat het niet verdachte is geweest die heeft ingelogd, blijkt mede uit het feit dat er ook vanuit Oostenrijk is ingelogd, terwijl verdachte nooit in Oostenrijk is geweest.
3.3.
Redengevende feiten en omstandighedenDe rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de aan dit vonnis als bijlage gehechte en daarvan deel uitmakende bewijsmiddelen.
3.4.
Bewijsoverweging feit 1Uit de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende af.
Verdachte heeft in 2001 ten tijde van zijn sollicitatie bij Stichting OCK het Spalier (verder te noemen: OCK het Spalier) al dan niet door tussenkomst van [medeverdachte 1] tegen [persoon 3] (hierna: [persoon 3] ), destijds algemeen directeur van OCK het Spalier, gezegd dat hij 25% korting kon krijgen op bestellingen bij Vobis te Hoofddorp. [persoon 3] heeft hiermee ingestemd. Voormeld filiaal van Vobis is in 2003 failliet gegaan.
Vanaf 2005 heeft verdachte al dan niet met [medeverdachte 1] briefpapier van Vobis - dat verdachte had meegenomen toen hij nog bij Vobis werkte -, gebruikt om facturen op te stellen, door dit briefpapier met Vobis logo zo in te vullen, dat dit door kon gaan als factuur. De eerste valselijk opgemaakte factuur die zich in het dossier bevindt dateert van 13 februari 2006.
Op deze ten name van [medeverdachte 1] gestelde facturen werden producten, diensten en licenties in rekening gebracht, waarvan verdachte wist dat deze niet geleverd zouden worden. Verdachte heeft zelf deze facturen getekend voor akkoord en/of heeft deze facturen aangeboden aan een directeur als zijnde echte facturen van diensten of producten die geleverd zouden worden. Verder heeft verdachte, door tussenkomst van [medeverdachte 1] , bedongen dat de bedragen van deze facturen overgemaakt zouden worden naar zijn privérekening én de indruk gewekt dat hij de facturen aan Vobis zou voldoen.
Vanaf het moment dat verdachte hoofd werd van de ICT afdeling, in 2007, nam het aantal vervalste facturen toe en gingen de factuurbedragen omhoog.
In verband met deze zogenaamde Vobis facturen, waarvan de laatste dateert van 18 juli 2013, heeft OCK het Spalier in de periode vanaf februari 2006 tot en met juli 2013 een totaalbedrag van € 2.239.777,- overgemaakt op de bankrekening van verdachte.
De producten die op deze facturen stonden, werden niet door Vobis geleverd.
Verdachte heeft in de periode vanaf februari 2006 voor een bedrag van in totaal € 272.711,- aan ICT producten aangekocht ten behoeve van OCK het Spalier (€ 250.892,- bij Computerlab en € 21.898,95 – € 79,95 (in 2005) bij Kixtart). Deze goederen zijn aan OCK het Spalier geleverd. Het verschil tussen het van OCK het Spalier ontvangen totaalbedrag en het ten behoeve van haar uitgegeven bedrag, te weten een bedrag van € 1.967.066,-, hield verdachte voor zichzelf. Hierdoor heeft OCK het Spalier schade geleden. Verdachte heeft [medeverdachte 1] jaarlijks € 15.000,- tot € 20.000,- betaald in verband met deze oplichting.
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen, in onderling verband en onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan het opmaken van valse geschriften (Vobis facturen) en dat OCK het Spalier door gebruikmaking van listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels is bewogen tot afgifte van geldbedragen, waarbij het oogmerk van de daders het wederrechtelijk bevoordelen van zichzelf betrof.
3.5. Bewijsoverweging feit 2
Uit de zich in het strafdossier bevindende stukken en het verhandelde ter terechtzitting leidt de rechtbank het volgende af.
Verdachte heeft als hoofd ICT vanaf april 2009 tot en met september 2012 namens OCK het Spalier goederen en diensten ingekocht/besteld bij het bedrijf Computerlab. Daarbij heeft verdachte tegen [medeverdachte 2] , eigenaar van Computerlab (hierna: [medeverdachte 2] ), die een riante marge zou rekenen, gezegd dat hij er zelf ook wijzer van wilde worden. [medeverdachte 2] heeft de facturen van Computerlab, die op naam van [medeverdachte 1] stonden, opgehoogd door kosten in rekening te brengen voor niet-verrichte werkzaamheden en door een hogere marge op de goederen te hanteren. Verdachte heeft deze facturen zelf getekend en/of voor akkoord laten tekenen door [persoon 3] en ter betaling ingediend bij de financiële afdeling van OCK het Spalier. Deze facturen zijn door OCK het Spalier betaald. Aldus heeft OCK het Spalier betalingen gedaan voor niet verkregen diensten en teveel betaald voor aan haar geleverde goederen. Hierdoor is OCK het Spalier benadeeld. De bedragen waarmee de facturen zijn opgehoogd, in totaal 16.393,76 euro, zijn gelijkelijk verdeeld over [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en verdachte. Dit gebeurde in de vorm van een tegoed. De tegoeden van verdachte en [medeverdachte 1] zijn door [medeverdachte 2] bijgehouden in een excelsheet. Van dit tegoed konden verdachte en [medeverdachte 1] goederen bestellen voor eigen gebruik. Verdachte heeft dat ook gedaan.
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen, in onderling verband en onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met een ander of anderen schuldig heeft gemaakt aan het opmaken van valse geschriften (Computerlab facturen) en dat OCK het Spalier door gebruikmaking van listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels is bewogen tot afgifte van geldbedragen, waarbij het oogmerk van de daders het wederrechtelijk bevoordelen van zichzelf betrof.
3.6.
Bewijsoverweging feit 3
De rechtbank heeft reeds bewezen verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan twee verschillende oplichtingsconstructies (feiten 1 en 2), waardoor OCK het Spalier voor een groot geldbedrag is benadeeld.
Uit de wetsgeschiedenis van artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr) volgt dat in het geval het ten laste gelegde witwassen de opbrengsten van een eigen misdrijf betreft, van verdachte in beginsel een handeling wordt gevergd die erop is gericht “om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen”. Op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad moet aangenomen worden dat, als vaststaat dat het enkele
verwervenof
voorhanden hebbendoor een verdachte van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als (schuld)witwassen kan worden gekwalificeerd (vgl. ECLI:NL:HR:2014:702 en ECLI:NL:HR:2014:1164).
De rechtbank heeft de tenlastelegging echter aldus begrepen dat het Openbaar Ministerie enkel het bedrag (met uitzondering van 80.000 euro contant geld) dat verdachte heeft ontvangen en vervolgens heeft
omgezeten heeft
overgedragenten laste heeft gelegd. De hierboven vermelde jurisprudentie van de Hoge Raad, waarnaar de raadsman in zijn verweer verwijst, is in dat geval niet van toepassing.
In haar beoordeling zal de rechtbank de door de officier van justitie in haar requisitoir gehanteerde berekening als uitgangspunt hanteren.
Ten aanzien van de VobisconstructieUit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte in de periode van 1 februari 2006 tot juli 2013 op zijn bankrekening in totaal een bedrag van € 2.239.777,- heeft ontvangen dat afkomstig is van de oplichting door middel van de Vobis-facturen.
Op dit bedrag dient een bedrag van in totaal € 272.711,- (€ 250.892,- aan Computerlab en
€ 21.898,95 – € 79,95 (in 2005) aan Kixtart), waarvoor verdachte ten behoeve van OCK het Spalier voor ICT producten heeft aangeschaft, in mindering te worden gebracht. De door verdachte gedane uitgaven bij de Mediamarkt heeft de rechtbank buiten beschouwing gelaten omdat verdachte bij de politie heeft verklaard dat hij bij de Mediamarkt alleen spullen voor zichzelf heeft aangekocht. Verdachte heeft op zitting anders verklaard, maar de rechtbank gaat uit van zijn eerste verklaring bij de politie. Aldus resteert een bedrag van € 1.967.066,-
Verdachte heeft verklaard dat hij alles heeft uitgegeven, met uitzondering van hetgeen op zijn bankrekeningen als saldo resteerde, te weten het door de officier van justitie in haar requisitoir genoemde totaalbedrag van € 50.591,73, alsmede het (totaal)bedrag van
€ 80.000,- dat hij vlak voor zijn aanhouding aan OCK het Spalier heeft terugbetaald. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat deze geldbedragen van bovengenoemd bedrag moeten worden afgetrokken.
De verdediging heeft aangevoerd dat het contante bedrag van € 80.000,- dat bij [persoon 1] terecht is gekomen hierop ook in mindering moet worden gebracht. Hieraan wordt voorbijgegaan. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte immers, door het bedrag van € 80.000,- cash onder te brengen bij [persoon 1] , ten aanzien van dit bedrag gedragingen verricht om de criminele herkomst hiervan te verbergen of te verhullen.
Dit betekent dat verdachte een bedrag van ruim € 1.836.474,-, wat afkomstig was uit een misdrijf, heeft omgezet en verhuld.
De rechtbank is van oordeel dat het niet anders kan dan dat [medeverdachte 3] , de (voormalige) partner van verdachte, moet hebben geweten dat het reguliere inkomen van verdachte bij OCK het Spalier, waar zijzelf ook werkzaam was, absoluut niet toereikend was voor alle uitgaven die hij mede en zelfs ten behoeve van haar deed. Daarbij is in aanmerking genomen dat [medeverdachte 3] één of twee keer per week met verdachte ging eten bij het Okura hotel, terwijl het een feit van algemene bekendheid is dat dit restaurant één van de duurste restaurants van Nederland is. Daarnaast heeft [medeverdachte 3] een Audi Q5 en andere eveneens kostbare cadeaus van verdachte gekregen. Verdachte heeft ook de tuin van [medeverdachte 3] op zijn kosten voor een aanzienlijk bedrag laten verbouwen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat het omzetten van € 1.836.474,- door verdachte tezamen en in vereniging met een ander heeft plaatsgevonden.
Ten aanzien van de Computerlabconstructie
Uit de bewijsmiddelen volgt dat het oplichtingsbedrag met betrekking tot de Computerlabconstructie € 16.393,76 bedroeg. Van dit tegoed, dat werd bijgehouden door [medeverdachte 2] , hebben [medeverdachte 1] en verdachte goederen, voornamelijk elektronica, ingekocht. Door verdachte is van dit bedrag voor een bedrag van € 5.265,18 aan goederen aangeschaft. Daarmee staat vast dat verdachte een bedrag van € 5.265,18 heeft omgezet en derhalve witgewassen.
3.7. Bewijsoverweging feit 4Uit de zich in het strafdossier bevindende stukken en het verhandelde ter terechtzitting leidt de rechtbank het volgende af.
Op 21 september 2015 is de directeur van Stichting Kenter Jeugdhulp (voorheen OCK het Spalier), de heer [persoon 4] , gebeld door de heer [persoon 5] . [persoon 5] heeft aan [persoon 4] verteld dat verdachte toegang had tot de systemen van Kenter Jeugdhulp en daar ook gegevens vandaan heeft gedownload en aan zijn advocaat heeft gegeven. [persoon 4] heeft vervolgens op 8 oktober 2015 aangifte gedaan bij de politie en een intern onderzoek gelast.
Terwijl verdachte een aantal maanden bij [persoon 5] heeft verbleven, aldus [persoon 5] , heeft verdachte aan die [persoon 5] verteld dat hij informatie had over de communicatie tussen een aantal partijen die belast waren met het onderzoek over hem bij Kenter Jeugdhulp, dat hij die communicatie kon inzien en toegang had tot de systemen waarmee hij deze informatie kon ondervangen. Verdachte heeft daarbij ook documenten aan die [persoon 5] laten zien, die kennelijk afkomstig waren uit de systemen van Kenter Jeugdhulp.
In opdracht van [persoon 4] heeft het interim hoofd ICT van Kenter Jeugdhulp, de heer [persoon 2] , een onderzoek ingesteld naar ongeautoriseerde toegang tot de e-mailserver van Kenter Jeugdhulp. Dit heeft geresulteerd in een rapport van 12 oktober 2015 genaamd “Onderzoek ongeautoriseerd toegang tot E-Mail server” van de hand van de heer [persoon 2] . De basis van dit rapport zijn de opgeslagen logfiles van de e-mailserver van Kenter Jeugdhulp waarin zeer gedetailleerd de activiteiten zijn opgeslagen. Deze e-mailserver betreft de applicatie waarmee medewerkers toegang krijgen tot hun mailbox via een website. De gebruikte onderzoeksmethode is door de opsteller gedetailleerd beschreven en de ruwe data van de selectie is toegevoegd als bijlage.
Uit dit rapport blijkt dat appara(a)t(en) gebruikmakend van bepaalde specifieke IP-adressen, verspreid over een lange periode (te weten vanaf juli 2012 tot en met september 2015), meerdere malen hebben ingelogd op de e-mailserver van Kenter Jeugdhulp en daarbij kort achter elkaar, gedurende een korte tijdsduur, meerdere e-mailaccounts hebben benaderd. De e-mailaccounts die worden benaderd betreffen vaak dezelfde medewerkers, waarbij in de tijd een aantal mailaccounts niet meer worden benaderd en er ook een aantal nieuwe zijn bijgekomen. In het rapport zijn de inlogpogingen vanaf de vestigingen van Kenter Jeugdhulp niet meegenomen én de geraadpleegde mailboxen hebben geen functionele verbanden met elkaar, zodat het niet mogelijk is dat medewerkers collectief, nagenoeg gelijktijdig, vanaf één locatie de mail hebben gelezen.
Er is derhalve sprake van ongeautoriseerde toegang tot mailboxen van medewerkers werkzaam bij Kenter Jeugdhulp via de e-mailserver raadpleegbaar via een website.
De verdediging heeft de deskundigheid, onafhankelijkheid en objectiviteit van de heer [persoon 2] betwist.
De rechtbank overweeg daarover als volgt. De heer [persoon 2] heeft een uitgebreid en gedetailleerd rapport opgesteld, waarbij de ruwe onderzoeksresultaten als bijlage zijn gevoegd. Daarnaast heeft hij zijn onderzoeksmethode in het bijzijn van de recherche getoond én is hij gehoord door de rechter-commissaris, waarbij hij gedetailleerd en uitgebreid een toelichting heeft gegeven.
Gezien voorgaande acht de rechtbank het rapport en de verklaringen van de heer [persoon 2] voldoende betrouwbaar om te gebruiken voor het bewijs.
IP-adressen:
In de periode van juli 2012 tot en met december 2014 valt een aantal IP-adressen op waarmee veelvuldig op bovenomschreven wijze wordt ingelogd op mailboxen van medewerkers van Kenter Jeugdhulp via de webserver.
Vanaf juli 2012 wordt gebruik gemaakt van IP adres [IP adres] Het is niet mogelijk gebleken om te bepalen vanaf welk specifiek adres dit IP adres gebruikt werd, omdat deze gegevens slechts 6 maanden worden bewaard. Wel is duidelijk geworden dat dit IP-adres in [woonplaats] , de woonplaats van verdachte, werd gebruikt. Daarnaast blijkt uit bovengenoemd rapport dat met dit IP-adres meerdere e-mails zijn verstuurd met zowel zakelijke als privé-mailadressen van verdachte en zijn partner. Verder heeft verdachte tijdens het onderzoek ter terechtzitting aangegeven dat dit IP-adres aan hem kan worden toegeschreven.
Vanaf 13 augustus 2013 tot en met 26 augustus 2013 wordt ingelogd via Franse en aansluitend Belgische IP-adressen. In die periode worden betalingen met bankpas(sen) en creditcard(s) van verdachte gedaan in Luxemburg, Frankrijk en België.
Vanaf eind augustus 2013 wordt gebruik gemaakt van IP-adres [IP adres] , toebehorende aan een Ziggo-klant te [plaats] . Ook van dit IP-adres was de precieze locatie niet meer te bepalen. Echter, verdachte was Ziggo-klant en woonde in [woonplaats] . Tevens werden vanaf dit IP-adres meerdere e-mails verstuurd via zowel zakelijke als privé-mailadressen van verdachte en zijn partner.
Vanaf 27 december 2013 tot en met 27 juni 2014 wordt gebruik gemaakt met een IP-adres van een proxyserver. Het is een feit van algemene bekendheid dat proxyservers gebruikt worden om het eigenlijke IP-adres te verhullen. Vooraf of aansluitend op diverse sessies met de proxyserver wordt in die periode de zakelijke mailbox van verdachte geraadpleegd middels het publieke IP-adres [IP adres] . In een aantal gevallen is dit zeer kort voor of na de sessies met een proxyserver.
Vanaf 1 oktober 2014 tot en met 22 september 2015 wordt gebruik gemaakt van het IP-adres [IP adres] . Dit IP-adres staat op naam en adres van verdachte.
Vanaf 26 oktober 2014 tot 9 april 2015 is een tweede IP-adres actief: [IP adres] . Het patroon van inloggen is vergelijkbaar met het patroon dat wordt uitgevoerd via het IP-adres van verdachte.
Daderschap verdachte
Verdachte heeft ontkend dat hij degene is geweest die met deze IP-adressen heeft ingelogd op de e-mailserver van Kenter Jeugdhulp en vervolgens meerdere mailboxen van verschillende medewerkers heeft benaderd.
Tijdens de behandeling ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij als hoofd ICT de beschikking over de wachtwoorden van de e-mailaccounts van medewerkers van Kenter Jeugdhulp heeft gehad. Daarnaast heeft verdachte, als voormalig hoofd ICT, de kennis en autorisaties over de gebruikte softwaresystemen van Kenter Jeugdhulp gehad.
Daarbij is een aantal IP-adressen rechtstreeks aan verdachte toe te schrijven óf wijst een aantal IP-adressen uitdrukkelijk in de richting van verdachte. Verder vormt de duur van inloggen, de frequentie, het aantal bezochte mailboxen en het soort bezochte mailboxen de indruk van een patroon. Dit patroon zet zich gedurende de gehele tenlastegelegde periode door, terwijl er gebruik wordt gemaakt van verschillende IP-adressen. Zelfs als verdachte in het buitenland is, zet dit patroon zich door, met gebruikmaking van IP-adressen uit landen waar verdachte op dat moment, gezien zijn betalingsverkeer, heeft verbleven. De rechtbank ziet in dit patroon, de achtergrond en omstandigheden met betrekking tot bovengenoemde IP-adressen en de bekendheid van verdachte met de wachtwoorden van de e-mailaccounts van medewerkers van OCK het Spalier c.q. Kenter Jeugdhulp, daderschap van verdachte met betrekking tot de gehele tenlastegelegde periode.
Het verweer van de verdediging dat ook een ander, via de IP-adressen van verdachte, gedurende de tenlastegelegde periode, toegang had kunnen krijgen tot de e-mailserver van Kenter Jeugdhulp is niet aannemelijk geworden. De frequentie van inloggen is zeer hoog geweest, de periode heeft meer dan drie jaar beslaan en de groep personen die toegang had tot de wachtwoorden was zeer klein, zodat het onaannemelijk is dat een ander vanuit (de buurt van) het huis van verdachte het feit heeft gepleegd.
Verder wijst getuige [getuige] naar verdachte. [getuige] heeft gemotiveerd aangegeven hoe hij kennis heeft verkregen van het ongeautoriseerd raadplegen van mailboxen van medewerkers van Kenter Jeugdhulp door verdachte.
Wederrechtelijkheid
Alhoewel verdachte uit hoofde van zijn functie de toegang tot de wachtwoorden van de mailboxen van de medewerkers van Kenter Jeugdhulp heeft gehad, was hij niet geautoriseerd om deze te gebruiken om toegang te krijgen tot de mailboxen zonder verzoek van de medewerker zelf of met uitdrukkelijke toestemming van de directie. Van een dergelijk verzoek of toestemming is niet gebleken.
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen, in onderling verband en onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich opzettelijk en wederrechtelijk de toegang heeft verschaft tot de mailserver van Kenter Jeugdhulp en OCK het Spalier.
3.8.
Bewijsoverweging feit 5
Uit de zich in het strafdossier bevindende stukken en het verhandelde ter terechtzitting leidt de rechtbank het volgende af.
Verdachte heeft uit hoofde van zijn voormalige functie de toegang tot de wachtwoorden van de mailboxen van medewerkers van OCK het Spalier en later Kenter Jeugdhulp gehad. De mogelijkheid om deze wachtwoorden te verwerven heeft bestaan, zodat op verzoek van een medewerker of met uitdrukkelijke toestemming van de directie de mailbox van een medewerker benaderd kon worden. Van een verzoek of toestemming is niet gebleken.
Nu de rechtbank tot een bewezenverklaring van feit 4 komt, heeft verdachte de mogelijkheid om de wachtwoorden te verwerven en voorhanden te hebben aangewend met het oogmerk om via de mailserver van OCK het Spalier en later Kenter Jeugdhulp wederrechtelijk in te loggen op de mailboxen van verschillende medewerkers.
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de wachtwoorden waardoor toegang kan worden verkregen tot de mailserver van OCK het Spalier of Kenter Jeugdzorg heeft verworven en voorhanden heeft gehad met het oogmerk een misdrijf in artikel 138ab eerste lid van het Wetboek van Strafrecht te plegen.
3.9.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1
hij in de periode van 1 februari 2006 tot en met 26 juli 2013 te Velsen en/of (elders) in
Nederland
tezamen en in vereniging met een ander,
meermalen met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, medewerkers van stichting OCK het Spalier heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen (in totaal ongeveer
€ 2.239.777,- euro), hebbende verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid (al dan niet in zijn, verdachtes, hoedanigheid als (waarnemend) Hoofd ICT)
- een groot aantal valselijk opgemaakte facturen uit naam van Vobis
Hoofddorp, gericht aan [medeverdachte 1] , voor akkoord ondertekend en
- ( vervolgens) die (ondertekende) facturen ter goedkeuring
aangeboden aan de algemeen directeur en andere medewerkers
van stichting OCK het Spalier, teneinde die facturen op zijn,
verdachtes, rekening te laten uitbetalen door de afdeling financiën van
stichting OCK het Spalier en
- ( aldus) door het indienen van die valselijk opgemaakte facturen
de indruk gewekt bij (medewerkers van) stichting OCK het Spalier
dat er namens deze stichting daadwerkelijk bestellingen werden geplaatst bij
en geleverd door Vobis Hoofddorp,
terwijl hij verdachte bij aanvang van de pleegperiode wist dat Vobis Hoofddorp niet meer bestond,
waardoor medewerkers van stichting OCK het Spalier werden
bewogen tot bovenomschreven afgifte op zijn, verdachtes, privébankrekening;
en
hij in de periode van 13 februari 2006 tot en met 18 juli 2013 te Velsen, in elk geval in Nederland, vierennegentig facturen uit naam van Vobis Hoofddorp (ter zake aangeschafte ICT-producten en ICT-diensten), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte voornoemde facturen (geheel) valselijk opgemaakt als ware deze afkomstig van Vobis Hoofddorp en als hadden deze facturen betrekking op door Vobis Hoofddorp aan stichting OCK het Spalier geleverde ICT-producten en ICT-diensten (zulks terwijl Vobis Hoofddorp gedurende de pleegperiode niet meer bestond), zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Feit 2:
hij in de periode van 1 april 2009 tot en met 14 september 2012 te Velsen
en Haarlem, tezamen en in vereniging met anderen (te weten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ), meermalen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, telkens medewerkers van stichting OCK het Spalier heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen (in totaal ongeveer 16.393,76 euro), hebbende verdachte en zijn mededaders telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid (al dan niet in zijn, verdachtes, hoedanigheid als (waarnemend) Hoofd ICT en in de hoedanigheid van die [medeverdachte 1] als medewerker van de afdeling ICT van stichting OCK het Spalier en in de hoedanigheid van die Verver als directeur van Computerlab)
- vervalste facturen (waarop het te betalen bedrag, kosten en werkzaamheden waren opgehoogd) uit naam van Computerlab (gericht aan [medeverdachte 1] ) ingediend bij de afdeling ICT van stichting OCK het Spalier en/of
- vervolgens die vervalste (Computerlab) facturen namens de ICT afdeling van stichting OCK het Spalier voor akkoord ondertekend
en
- vervolgens die facturen uit naam van Computerlab ter goedkeuring aangeboden aan de algemeen directeur en andere medewerkers van stichting OCK het Spalier, teneinde die te hoge facturen te laten uitbetalen door de afdeling financiën van stichting OCK
het Spalier en
- aldus door het indienen van die vervalste (Computerlab) facturen de indruk gewekt bij medewerkers van stichting OCK het Spalier dat er daadwerkelijk voor de op die facturen vermelde bedragen en uren werkzaamheden waren verricht en/of kosten waren gemaakt door
Computerlab, waardoor die medewerkers van de stichting OCK het Spalier
werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
en hij in de periode van 1 april 2009 tot en met 11 september 2012 te Velsen en/of Haarlem, tezamen en in vereniging met een ander (te weten met [medeverdachte 2] ), facturen van Computerlab ter zake aangeschafte ICT-producten en ICT-diensten, - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte en/of zijn mededader valselijk - op facturen uit naam van Computerlab gericht aan stichting OCK het Spalier de kosten en/of het totaal door de stichting OCK het Spalier te betalen bedrag opgehoogd, terwijl die kosten en/of dat totaal te betalen bedrag in werkelijkheid niet zo hoog was/waren en
- op facturen uit naam van Computerlab gericht aan stichting OCK het Spalier een post overige werkzaamheden en/of daarbij gemaakte kosten opgenomen, terwijl er in werkelijkheid geen overige werkzaamheden waren verricht en/of daarvoor geen kosten waren gemaakt, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Feit 3:
hij in de periode van 1 februari 2006 tot en met 23 juli 2014 te Velsen en Nieuw-Vennep
en Santpoort-Zuid, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij geldbedragen (te weten in totaal een bedrag van € 1.841.739) overgedragen en omgezet en gebruikt en de vindplaats verhuld, immers, heeft verdachte die geldbedragen (deels) gebruikt ter financiering van onder meer:
- een zeer groot aantal restaurantbezoeken bij het Okura hotel en
- een groot aantal hotelovernachtingen en
- verbouwingen aan een woning (in Nieuw-Vennep) en
- de (luxe) inrichting van een woning (in Nieuw-Vennep) en
- de aanleg van een nieuwe tuin van een woning in Santpoort-Zuid en
- het (dagelijkse) (luxe) levensonderhoud en
- ( dure) tassen en schoenen van Louis Vuitton en
- ( dure) sieraden en
- voertuigen en
- een paard, terwijl hij, verdachte en zijn mededader wisten dat bovenomschreven
geldbedragen - onmiddellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf (te weten uit oplichting en/of valsheid in geschrifte);
Feit 4:
hij op meer tijdstippen in de periode van 2 juli 2012 tot en met 22 september 2015 te Nieuw-Vennep en/of Hoofddorp, althans in Nederland en/of (elders in) België en/of Frankrijk, telkens opzettelijk en wederrechtelijk in één of meer geautomatiseerde werken, te weten het (beveiligde) netwerk en/of de mailserver (of een deel daarvan) van OCK Het Spalier en/of Kenter Jeugdhulp, althans de mailboxen van één of meerdere medewerkers van OCK Het
Spalier en/of Kenter Jeugdhulp (waaronder [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] ), is binnengedrongen, waarbij hij zich de toegang
tot dat/die geautomatiseerde werk(en) heeft verworven met behulp van een
valse sleutel, te weten door onbevoegd gebruik te maken van de gebruikersnamen en toegangscode(s) en wachtwoord(en) van die medewerker(s) van voornoemde organisatie(s);
Feit 5:
hij in of omstreeks de periode van 2 juli 2012 tot en met 22 september 2015 te Nieuw-Vennep en/of Hoofddorp, althans in Nederland en/of (elders in) België en/of Frankrijk, met het oogmerk een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid van het Wetboek van
Strafrecht te plegen (telkens) één of meer computerwachtwoord(en) en/of toegangscode(s) of daarmee vergelijkbare gegevens waardoor toegang kan worden gekregen tot een
geautomatiseerd werk of een deel daarvan, te weten het (beveiligde) netwerk
en/of de mailserver (of een deel daarvan) van OCK Het Spalier en/of Kenter
Jeugdhulp, althans de mailbox(en) van één of meerdere medewerkers van OCK Het
Spalier en/of Kenter Jeugdhulp (waaronder [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] , [e-mail adres] ,
[e-mail adres] ), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging. Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feiten 1 en 2 telkens
medeplegen van oplichting en medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Feit 3
medeplegen van van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Feit 4
computervredebreuk.
Feit 5met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een computerwachtwoord, toegangscode of een daarmee vergelijkbaar gegeven waardoor toegang kan worden verkregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan, verwerven/voorhanden hebben.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft als strafverminderende omstandigheid in aanmerking genomen dat verdachte ten aanzien van de feiten 1 tot en met 3 enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht, dat verdachte zichzelf heeft gemeld bij de politie en een bedrag van € 80.000,- aan OCK het Spalier heeft (terug)betaald, dat artikel 63 Sr van toepassing is en dat de redelijke termijn van berechting overschreden is. In strafverzwarende zin heeft de officier van justitie de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, de langdurigheid, de hoogte van het aan een maatschappelijke instelling onttrokken bedrag en het geschonden vertrouwen meegenomen. Al met al heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht een forse (voorwaardelijke) taakstraf op te leggen, bij voorkeur uit te voeren op de plek waar verdachte al werkzaam is als vrijwilliger. In dit kader heeft de raadsman gewezen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, die zich op eigen initiatief heeft gemeld bij de politie en vervolgens alles kwijt is geraakt. Daarnaast is verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te achten, heeft de berechting met betrekking tot de feiten 1 tot en met 3 te lang op zich laten wachten en is artikel 63 Sr van toepassing. Subsidiair heeft de raadsman verzocht een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een reeks van jaren - en vanaf het moment dat hij hoofd ICT werd in toenemende mate - schuldig gemaakt aan grootschalige en langdurige benadeling van zijn werkgever, Stichting OCK het Spalier. Verdachte heeft tezamen met een ander ruim negentig valse Vobis-facturen opgemaakt, waardoor de instelling waar hij werkzaam was steeds listiglijk werd bewogen om (grote) bedragen over te schrijven naar de bankrekening van verdachte.
Daarnaast heeft verdachte een grote rol gespeeld bij het valselijk (doen) opmaken van Computerlab-facturen. Verdachte heeft tezamen met een ander of anderen door middel van twee verschillende, deels naast elkaar bestaande, oplichtingsconstructies miljoenen euro’s aan OCK het Spalier onttrokken, waardoor OCK het Spalier, een maatschappelijke instelling gespecialiseerd in opvoedhulp en psychische hulp voor kinderen en jongvolwassenen met ontwikkelings-, gedrags- en gezinsproblemen, welke instelling volledig werd gefinancierd met overheidsgeld, fors is gedupeerd.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij ten koste van OCK het Spalier jarenlang een zeer luxueus leven heeft geleid, inclusief wekelijks dure diners, luxueuze auto’s, vakanties, kleding en een volledige verbouwing van diens woning. Daarbij heeft verdachte kennelijk slechts zijn eigen (financieel) gewin voor ogen gehad. Dat er wellicht sprake was van onvoldoende interne controle bij OCK het Spalier doet aan de strafwaardigheid van het handelen van verdachte niets af.
Daarnaast heeft verdachte de geldbedragen die uit zijn eigen misdrijven afkomstig waren omgezet en op die manier aan het zicht onttrokken. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Verdachte heeft hier met zijn handelen aan bijgedragen.
Verdachte heeft zich door gedurende een aantal jaren veelvuldig en gestructureerd van buiten de Stichting OCK het Spalier in te loggen in meerdere mailboxen van zijn (voormalige) collega’s ook schuldig gemaakt aan computervredebreuk. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij zijn kennis van de digitale wereld heeft misbruikt om daarmee cybercrime te plegen. Hij heeft met zijn handelen het vertrouwen dat een ieder moet kunnen hebben in het gebruik van internet en de integriteit van het e-mailverkeer geschaad.
Gelet op de ernst en de duur van de feiten komt naar het oordeel van de rechtbank in beginsel slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als straf in aanmerking.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op
het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 28 augustus 2018. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder ter zake van soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Daarnaast heeft de rechtbank gelet op het psychologisch rapport gedateerd 13 augustus 2018, opgesteld door drs. S.M. de Wijn, GZ-psycholoog BIG.
Dit rapport houdt op pagina’s 28-33 onder meer het volgende in:

9.Differentiaal diagnostische overwegingen(…)

De onveilige en onvoorspelbare opvoedsituatie waarin betrokkene opgroeide, is ontegenzeglijk van invloed geweest op de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Zijn persoonlijkheid is vermoedelijk zeer kwetsbaar van structuur en kenmerkt zich door neurotisch aandoende trekken (angstig, depressief, dwangmatig, vermijdend en afhankelijk) die de onderliggende agressieve en emotionele impulsen (trachten te) controleren. Hij is echter erg gevoelig voor ontregeling. Deze persoonlijkheidsschade kan geclassificeerd worden als een 'andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, met cluster C (vooral dwangmatige en vermijdende) kenmerken en mogelijk (enkele) cluster B kenmerken'. Er zijn daarnaast (vooral) voldoende aanwijzingen voor het vaststellen van een autismespectrumstoornis. Recent (december 2017) uitgebreid onderzoek bij GGZ Ingeest wees dit al uit en ook in onderhavig onderzoek werden voldoende kenmerken passend bij ASS gezien. Zo kent betrokkene beperkingen op het gebied van sociaal-emotionele wederkerigheid, non-verbale communicatie, het ontwikkelen en onderhouden en begrijpen van relaties (A) en is er sprake van stereotype motoriek/gebruik van voorwerpen/spraak, van gefixeerde interesses (o.a. computers), van hyper- en hyporeactiviteit op zintuiglijke prikkels (met name horen en zien) en is hij inflexibel gehecht aan routines/patronen (B).
Deze problemen werden pas duidelijk op latere leeftijd, hetgeen vermoedelijk komt door de zeer geïsoleerde omgeving waarin hij tot ruim volwassen leeftijd verkeerde.
(…)
Samengevat stelt dit onderzoek een persoonlijkheidsstoornis en ASS vast. Het differentiëren tussen deze stoornissen is ingewikkeld en gaat de grenzen/het tijdsbestek van onderhavig onderzoek te buiten. Beide vormen van psychopathologie lopen als het ware door elkaar heen en hebben elkaar mogelijk gedurende betrokkenes leven onderling beïnvloed/versterkt. Gezien de neurobiologische oorsprong van ASS kan deze stoornis als hoofddiagnose worden aangemerkt. Daarnaast is sprake van een zeer verstoorde ouder­ kindrelatie, die (nog steeds) van negatieve invloed is op het beloop en de prognose van de vastgestelde stoornis(sen) en daarom apart geclassificeerd dient te worden. Ten slotte zijn er forse financiële problemen die een reden voor zorg vormen.

10.Forensisch psychologische beschouwingVerband diagnose en delict

(…)
Concluderend kan worden gesteld dat beide stoornissen in enige mate lijken te hebben doorgewerkt in de tenlastegelegde feiten 1 tot en met 3. Geadviseerd wordt betrokkene voor deze feiten, indien bewezen, op basis van een vijfpuntsschaal als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
Risicoanalyse en prognoseInmiddels zijn enkele jaren verstreken sinds het bekend worden van de fraude, die van dertien tot vier jaar geleden plaatsvond. In de afgelopen jaren heeft zich geen recidief voorgedaan. Betrokkene geeft stellig aan dat hij eenzelfde of soortgelijk delict om uiteenlopende redenen nooit meer zal plegen; iets dat tot op heden lijkt te lukken.
De vastgestelde psychopathologie, die ten dele van invloed is geweest op het strafbare gedrag (tenlasteleggingen 1 tot en met 3), bestaat weliswaar nog steeds voort, maar betrokkene heeft door middel van behandeling en begeleiding in de GGZ zijn psychisch evenwicht reeds aanzienlijk vergroot vergeleken met de in de tenlastelegging genoemde periode. Er is (inmiddels) sprake van diverse beschermende factoren, zoals het hebben van inzicht in (ontstaan en ontwikkeling van) zijn psychopathologie, een juiste inbedding in de GGZ, een plezierige dagbesteding en omgang met zijn zoontje. Een beperkt risico zou nog kunnen voortkomen uit betrokkenes licht externaliserende/bagatelliserende houding ten aanzien van het tenlastegelegde, uit de beperkte beschikbaarheid van steun van familie en vrienden en uit de forse financiële problemen waarin hij verkeert. Daarnaast kan betrokkene nog verder profiteren van specifiek op ASS gerichte begeleiding, welke recent is opgestart door Stichting De Linde. Al met al wordt het recidiverisico ingeschat als laag tot matig. Mogelijk neemt het risico toe tot matig op het moment dat betrokkene weer een partner zou krijgen. Een risicoanalyse inzake de tenlasteleggingen 4 en 5 (computervredebreuk) kon niet tot stand komen wegens het ontbreken van informatie van betrokkene op dit punt.
Interventieadvies en –condities
Teneinde de kans op herhaling (verder) te verkleinen, is het raadzaam om begeleiding in te zetten op de bovenbeschreven risicofactoren. Bij het FACT van GGZ Ingeest is betrokkene nagenoeg uitbehandeld omdat de doelen zijn bereikt. De onlangs ingeschakelde Stichting De Linde biedt hem vanaf heden ondersteunende en/of therapeutische begeleiding aan huis. Geadviseerd wordt deze hulp te richten op het leren omgaan met de beperkingen voortvloeiend uit ASS, op het herstellen (of afstand nemen) van de verstoorde familierelaties en op het aanpakken van zijn financiële problemen. Op het moment dat betrokkene op die vlakken voldoende stabiel is, verdient het aanbeveling hem een traumabehandeling aan te bieden om zijn belaste verleden te verwerken.
Strafrechtelijke (juridische) kader(s)
Geadviseerd wordt een ambulante behandelverplichting op te leggen als bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf.De rechtbank verenigt zich met bovenstaande conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid en beschouwt verdachte voor het bewezenverklaarde ten aanzien van de feiten 1 tot en met 3 verminderd toerekeningsvatbaar.
Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat verdachte zich op 23 juli 2014 zelf bij de politie heeft gemeld en direct openheid van zaken heeft gegeven over de door hem gepleegde fraude met betrekking tot de Vobis-facturen. Daarbij heeft verdachte uit eigen beweging verklaard dat hij betrokken is (geweest) bij nog een andere fraudeconstructie, te weten die met betrekking tot de Computerlab-facturen. De rechtbank heeft verder meegewogen dat het plegen van de strafbare feiten ertoe heeft geleid dat de relatie van verdachte is stukgelopen en hij zijn baan is kwijtgeraakt. Verdachte ontvangt thans een WIA-uitkering en zal naar alle waarschijnlijkheid de rest van zijn leven bezig zijn met het terugbetalen van het aanzienlijke bedrag dat hij aan de Stichting Kenter Jeugdhulp (voorheen: OCK het Spalier) verschuldigd is.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het voordeel van verdachte tot slot rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn. Het uitgangspunt van de Hoge Raad is dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Regel is dat de overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de straf die zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden
(HR 17 juni 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2578).
De termijn in het dossier “Marathon” (feiten 1 tot en met 3) heeft een aanvang genomen op 23 juli 2014, op die datum is verdachte voor het eerst verhoord. Het eindvonnis wordt heden op 27 september 2018 gewezen. Aangezien de rechtbank niet is gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan anders moet worden geoordeeld, is sprake van een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn.
Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank de vrijheidsstraf die zij anders aan verdachte zou hebben opgelegd, met tien procent verminderen.
Alles afwegende, is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf moet worden opgelegd. Aan het voorwaardelijk strafdeel zal een proeftijd van twee jaren worden verbonden, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd opnieuw schuldig te maken aan een strafbaar feit, alsmede de door drs. De Wijn voornoemd, geadviseerde bijzondere voorwaarde, te weten voortzetting van de begeleiding door Stichting De Linde, teneinde het recidiverisico zoveel mogelijk in te perken. Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met de reclassering noodzakelijk. Een voorwaarde van die strekking zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
47, 57, 63, 138ab, 139d, 225, 326, 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

8.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.9 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
achttien (18) maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
zes (6) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd zal melden bij de reclassering, zolang en zo frequent als deze instelling dat noodzakelijk acht.
- zich onder begeleiding zal blijven stellen van Stichting De Linde op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven.
Geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.A.M. van der Heijden, voorzitter,
mr. P. van Steijnen en mr. C. Staal, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. P.L. Ypma,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 september 2018.