ECLI:NL:RBNHO:2018:84
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake handhaving Wet natuurbescherming
Op 4 januari 2018 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzetzaak van de Stichting Flora- en fauna Bescherming tegen een eerdere uitspraak van 8 november 2017, waarin het beroep van de Stichting tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar handhavingsverzoek niet-ontvankelijk werd verklaard. De Stichting had op 5 november 2017 handhaving verzocht tegen werkzaamheden die mogelijk in strijd waren met de Wet natuurbescherming. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn voor het handhavingsverzoek nog niet was verstreken, waardoor het beroep prematuur was.
In het verzet werd aangevoerd dat de beslistermijn niet 3,5 uur was, maar 35 uur, en dat de korte termijn gerechtvaardigd was vanwege de aanvang van bouwwerkzaamheden die ernstige schade aan fauna konden veroorzaken. De verzetrechter beoordeelde of de rechtbank terecht had geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was. De rechter concludeerde dat de tijd die Gedeputeerde Staten was gegund om onderzoek te doen naar de gestelde overtredingen, namelijk tien kantooruren, te kort was om een deugdelijk onderzoek te verrichten. Dit betekende dat de beslistermijn op het moment van het instellen van het beroep nog niet was overschreden.
De rechtbank handhaafde haar eerdere oordeel en verklaarde het verzet ongegrond, waardoor de uitspraak van 8 november 2017 in stand bleef. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.