Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
5933933 \ CV EXPL 17-4031, 5961366 \ CV EXPL 17-4295, 5961459 \ CV EXPL 17-4296, 5961556 \ CV EXPL 17-4297, 5961652 \ CV EXPL 17-4298, 5961724 \ CV EXPL 17-4299, 6015738 \ CV EXPL 17-4847, 6015787 \ CV EXPL 17-4848, 6015865 \ CV EXPL 17-4849, 6023153 \ CV EXPL 17-4905, 6027921 \ CV EXPL 17-4943, 6056610 \ CV EXPL 17-5240, 6056662 \ CV EXPL 17-5241, 6093007 \ CV EXPL 17-5724, 6235754 \ CV EXPL 17-7189, 6354510 \ CV EXPL 17-8783
1.[eiser 1] (zaaknummer 5933933)
gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen
1.de besloten vennootschap Flexcargo Services B.V. en
beide gevestigd te Beverwijk
1.Het verdere procesverloop
2.De gewijzigde vorderingen van [eiser 1] c.s. op Flexcargo en DMW
3.3. De verdere beoordeling van de vorderingen op Flexcargo en DMW
[eiser 1]en die van Flexcargo bedraagt
€ 1.964,93. Dit verschil bestaat uit 143,75 OR-uren, 32 uren uit 2011 (452 i.p.v. 420 gewerkte uren) en € 1.480,93 aan reiskostenvergoeding, volgens de door [eiser 1] in het geding gebrachte gespecificeerde berekening. Bij dagvaarding heeft [eiser 1] reeds zijn OR-uren en recht op reiskostenvergoeding aan zijn vordering ten grondslag gelegd. Flexcargo heeft geen verweer gevoerd tegen deze specifieke posten en nu deze posten de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, zullen deze worden toegewezen. Omdat het bedrag aan achterstallig salaris voor het overige is erkend door Flexcargo, dient als achterstallig salaris een bedrag van € 16.463,89 bruto ( € 17.944,82 - € 1.480,93) en als reiskostenvergoeding een bedrag van € 1.480,93 netto te worden toegewezen.
3.4.
[eiser 2]heeft na eiswijzing een bedrag van € 16.246,98 gevorderd aan achterstallig salaris, hetgeen € 886,51 minder is dan Flexcargo heeft berekend en erkend. Het gevorderde zal daarom worden toegewezen.
[eiser 4]en Flexcargo bedraagt € 719,89. Dit verschil bestaat onder andere uit 142,75 te weinig berekende uren over het tweede halfjaar 2014 en eerste halfjaar 2015. Deze uren blijken volgens [eiser 4] uit de door Flexcargo als producties overgelegde urenstaten. Tevens hanteert [eiser 4] in zijn berekening een ander basisuurloon bij Menzies (€ 9,12) dan Flexcargo. [eiser 4] heeft dit in zijn berekening en onder punt 17 van zijn akte van 27 juni 2018 toegelicht. Flexcargo heeft bij antwoord-akte eiswijziging hierop niet meer gereageerd en slechts een totaaltelling ad € 7.172,17 genoemd. Flexcargo heeft daarmee de onderbouwde en gespecificeerde stelling van [eiser 4] onvoldoende gemotiveerd betwist. Dit betekent dat de vordering van [eiser 4] conform de vermeerdering van eis wordt toegewezen.
[eiser 7]en Flexcargo bedraagt € 11.851,02. Dit verschil bestaat uit 1.813,25 te weinig berekende uren over de jaren 2014 en 2015. Deze uren blijken volgens [eiser 7] uit de door Flexcargo als producties overgelegde urenstaten. [eiser 7] heeft dit in zijn berekening en onder punt 16 van zijn akte van 27 juni 2018 toegelicht. Flexcargo heeft bij antwoord-akte eiswijziging hierop niet meer gereageerd en slechts een totaaltelling ad € 24.862,85 genoemd. Flexcargo heeft daarmee de onderbouwde en gespecificeerde stelling van [eiser 7] onvoldoende gemotiveerd betwist. Dit betekent dat de vordering van [eiser 7] conform de vermeerdering van eis wordt toegewezen.
[eiser 5] , [eiser 8] , [eiser 9] , [eiser 10] , [eiser 11] , [eiser 12] , [eiser 14]en
[eiser 16]zijn afgezien van enkele verwaarloosbare afrondingsverschillen nagenoeg gelijk aan de bedragen die volgen uit de berekeningen van Flexcargo en DMW. De gevorderde bedragen zullen daarom worden toegewezen.
Ten aanzien van [eiser 1] , [eiser 3] , [eiser 4] , [eiser 5] , [eiser 6] ,
rente3.16. Tegen de gevorderde wettelijke rente is geen afzonderlijk inhoudelijk verweer gevoerd. De kantonrechter zal deze toewijzen als gevorderd.
4. De beslissing
a. een bedrag van € 16.463,89 bruto aan achterstallig salaris te betalen;
c. salarisspecificaties en betaalbewijzen te verstrekken van de onder a en b genoemde bedragen, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag dat Flexcargo hieraan niet voldoet, tot een maximum van € 5.000,00;
€ 1.000,00);
a. een bedrag van € 16.246,98 bruto aan achterstallig salaris te betalen;
a. een bedrag van € 3.516,25 bruto aan achterstallig salaris te betalen;
€ 470,00 en salaris gemachtigde € 1.000,00);
e. de proceskosten te betalen, die de kantonrechter aan de kant van [eiser 4] tot en met vandaag vaststelt op € 951,10 (dagvaarding € 103,10, griffierecht € 223,00 en salaris gemachtigde € 625,00);
[eiser 8] (zaaknummer 6015787)
[eiser 8] :
€ 750,00);
€ 625,00);