In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht van Amsterdam naar Rome op 13 september 2015. De passagiers vorderden een schadevergoeding van € 500,00 per persoon, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Easyjet betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden die de landing op Fiumicino Airport belemmerden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de annulering van de vlucht inderdaad plaatsvond, maar oordeelde dat Easyjet niet kon aantonen dat de annulering uitsluitend het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De kantonrechter concludeerde dat de annulering van de vlucht EZY4998, die de passagiers betreft, niet gerechtvaardigd was door de omstandigheden die Easyjet aanvoerde. De rechtbank oordeelde dat de passagiers recht hadden op compensatie, omdat de annulering niet inherent was aan de normale bedrijfsvoering van de luchtvaartmaatschappij.
De kantonrechter heeft Easyjet veroordeeld tot betaling van € 500,00 aan de passagiers, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de annulering. Daarnaast zijn de proceskosten aan de zijde van de passagiers toegewezen. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat de passagiers onvoldoende bewijs hadden geleverd van de gemaakte kosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.