In deze zaak heeft de vader een verzoek ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland met betrekking tot de uitvoering van een ondertoezichtstelling en het vastleggen van een omgangsregeling met zijn kinderen. De vader heeft een contactverbod met de moeder en de kinderen voor vijf jaar, tenzij er een omgangsregeling is waarbij de gezinsvoogd betrokken is. De vader betwist de strikte uitleg van de gezinsvoogd over de term 'betrokken' en stelt dat de omgang ook door zijn netwerk begeleid kan worden. De kinderrechter heeft de zaak op 12 juni 2018 behandeld, waarbij de vader, de moeder en de gezinsvoogd aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen overeenstemming mogelijk is over de omgangsregeling, omdat de vader niet kan instemmen met enige vorm van begeleide omgang. De kinderrechter heeft de verzoeken van de vader afgewezen, met de overweging dat het belang van de kinderen voorop staat en dat de kinderen behoefte hebben aan rust en duidelijkheid. De kinderrechter heeft ook het verzoek tot benoeming van een bijzonder curator afgewezen, omdat de mening van de kinderen in dit geval niet van belang is voor de beslissing. De beschikking is gegeven op 26 juni 2018.