Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 juli 2016 met producties 1-11,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie met producties 1-3,
- het tussenvonnis van 18 oktober 2017,
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 12-32,
- de akte houdende overlegging producties in conventie met producties 33-58 aan de zijde van de gemeente,
- de brief van 4 april 2018 met productie 59 aan de zijde van de gemeente,
- het proces-verbaal van comparitie van 17 april 2018 en de daarin genoemde stukken,
- de akte houdende vermeerdering van eis in reconventie,
- de antwoordakte inzake verzochte vermeerdering van eis in reconventie.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
Daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft HMV c.s. op de rol van 2 mei 2018 een akte vermeerdering van eis in reconventie genomen.
HMV c.s. heeft haar eis in reconventie vermeerderd door de rechtbank te vragen om:
- een verklaring voor recht dat HMV c.s., nadat de grond ten zuiden van het gebouw Eemlandia aan haar in eigendom is overgedragen en nadat blijkt dat deze grond kan worden bebouwd, niet gehouden is om voor de te bouwen oppervlakte met bijbehorend erf bij te betalen tot de op dat moment van de bouw geldende grondprijs voor de te realiseren bestemming, zoals deze door de gemeenteraad is vastgesteld voor dat jaar indien HMV c.s., dan wel haar opvolger, ervoor kiest om deze grond na levering zelf bouwrijp te maken, en
- een verklaring voor recht dat onder ‘bouwrijpmaken’ in de zin van artikel 13 van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst niet tevens wordt verstaan het saneren van de grond ten zuiden van het gebouw Eemlandia, in de koopovereenkomst aangeduid met A2.
Niet in geschil is dat een dergelijk, door partijen gezamenlijk opgesteld schema ontbreekt.
- door het gedeeltelijk aanwenden van de bankgarantie - heeft de gemeente echter aanleiding gezien nadere voorwaarden aan haar bereidheid te verbinden.
Voor toewijzing van de gevorderde dwangsom ziet de rechtbank geen grond, nu de gemeente heeft aangegeven haar medewerking aan de levering van de grond aan HMV of HMSM te verlenen. Gelet op de bereidheid van de gemeente mee te werken bestaat evenmin reden de veroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De vordering onder c. in reconventie zal dan worden afgewezen.
2.148,00(2,0 punten × tarief € 1.074,00)
- salaris advocaat € 1.611,00 (1½ punt × tarief € 1.074,00).