ECLI:NL:RBNHO:2018:4584
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van een sociale huurwoning wegens onderverhuur via Airbnb
In deze zaak heeft de verhuurder, Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland, de huurder gedagvaard in een kort geding vanwege vermeende schendingen van de huurovereenkomst. De huurder, die sinds 29 september 2016 een sociale huurwoning huurt, heeft de woning zonder toestemming van de verhuurder onderverhuurd via Airbnb. De verhuurder heeft de huurder op 7 mei 2018 gedagvaard, en de mondelinge behandeling vond plaats op 15 mei 2018. De verhuurder vordert ontruiming van de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis, met een dwangsom van € 500,00 per dag bij niet-nakoming.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder in strijd heeft gehandeld met de huurovereenkomst en de algemene huurvoorwaarden door de woning niet als hoofdverblijf te gebruiken en deze bedrijfsmatig te verhuren. De huurder heeft de huur voor april en mei 2018 niet betaald en heeft de woning in de periode van mei 2017 tot februari 2018 meermalen onderverhuurd. De kantonrechter oordeelt dat de tekortkomingen van de huurder ernstig zijn en dat de verhuurder een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming van de woning.
De huurder heeft verweer gevoerd, onder andere over de onrechtmatigheid van het bewijs dat door de verhuurder is ingebracht, maar dit verweer werd verworpen. De kantonrechter concludeert dat de huurder de huurovereenkomst heeft geschonden en dat de verhuurder recht heeft op ontruiming van de woning. De vordering van de verhuurder wordt toegewezen, en de huurder wordt veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis, alsook tot betaling van de achterstallige huur en proceskosten.