ECLI:NL:RBNHO:2018:4475
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.J.A.M. van Brussel
- J.M. Janse van Mantgem
- S.M. Auwerda
- Rechtspraak.nl
Verzoek om tegemoetkoming in planschade als gevolg van bestemmingsplan ‘Bergen, Dorpskern Zuid’
In deze zaak heeft eiseres, die van 13 december 2006 tot 18 juni 2009 eigenaar was van een perceel in Bergen, een verzoek ingediend om tegemoetkoming in planschade. Dit verzoek was ingegeven door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan ‘Bergen, Dorpskern Zuid’, dat op 12 juni 2009 van kracht werd. Eiseres stelde dat de waardevermindering van haar woning het gevolg was van dit nieuwe bestemmingsplan, dat de bestemming van haar perceel wijzigde van Villa’s en Landhuizen naar Wonen-Westdorp met natuur- en landschapswaarden. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen heeft het verzoek om planschade op 2 juli 2015 afgewezen, en dit besluit werd later in bezwaar gehandhaafd. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit, waarbij zij werd bijgestaan door verschillende gemachtigden en deskundigen.
Tijdens de zitting op 14 maart 2018 is het beroep behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de advisering van Ten Have Advies, die het college had ingeschakeld, aan de besluitvorming ten grondslag mocht worden gelegd. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van directe planschade, omdat het nieuwe bestemmingsplan ook planologisch voordeel met zich meebracht. Eiseres heeft betoogd dat de commissie in bezwaar marginaal heeft getoetst en dat de contra-expertises niet zijn voorgelegd aan Ten Have, maar de rechtbank oordeelde dat deze beroepsgronden niet tot een andere uitkomst leidden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde de Staat der Nederlanden tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.000,- voor overschrijding van de redelijke termijn, evenals de proceskosten van € 1.000,93.